ECLI:NL:OGEAC:2025:206

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
11 september 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
CUR202402848
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige zorgregeling in een familiezorgzaak met betrekking tot een minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is op 11 september 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot een voorlopige zorgregeling voor een minderjarige, geboren in 2019. De moeder, verzoekster, en de vader, verweerder, procederen in persoon. De procedure is gestart met een tussenbeschikking op 26 juni 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 augustus 2025, waarbij beide ouders en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig waren. De voorlopige zorgregeling houdt in dat de minderjarige gedurende de zomervakantie alleen in de weekenden bij de vader verblijft, met wisselmomenten op vrijdag en maandag bij de opvang. De Voogdijraad is belast met toezicht op deze regeling.

Tijdens de zitting is gebleken dat de vader geen contact meer heeft gehad met de minderjarige, omdat de moeder hem dit heeft onthouden. De moeder heeft erkend dat de omgangsregeling niet is nageleefd, en heeft aangegeven dat de minderjarige na zijn laatste bezoek bij de vader van streek was. De vader heeft ook aangegeven dat belangrijke beslissingen over de minderjarige zonder zijn betrokkenheid zijn genomen. De Voogdijraad heeft bevestigd dat er geen uitvoering is gegeven aan de eerdere beschikking, behalve het aanmaken van een WhatsApp-groep.

Het gerecht heeft besloten de voorlopige zorgregeling te verlengen, ingaande 12 september 2025, en heeft de Voogdijraad verzocht een onderzoek in te stellen naar de zorg- en omgangsregeling die het beste is voor de minderjarige. De beslissing over gezamenlijk gezag, omgangsregeling, hoofdverblijfplaats en kinderalimentatie is aangehouden, en de zaak is verwezen naar een toekomstige zitting voor de behandeling van het rapport van de Voogdijraad. Het gerecht heeft de vader aangespoord om zijn verantwoordelijkheid voor de verzorging van de minderjarige actief op te nemen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202402848
Beschikking van 11 september 2025
op het verzoek van:
[De moeder],
wonend in [woonplaats],
verzoekster, hierna te noemen: de moeder,
procederend in persoon,
tegen
[De vader],
wonend in [woonplaats],
verweerder, hierna te noemen: de vader,
procederend in persoon,
betreffende:
[De minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2019 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: de minderjarige.

1.Het (verdere) verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • tussenbeschikking van 26 juni 2025;
  • de mondelinge behandeling op 28 augustus 2025, waarbij aanwezig waren: de moeder, de vader en twee vertegenwoordigers van de Voogdijraad.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De resterende verzoeken en de verdere beoordeling

2.1.
Bij voormelde tussenbeschikking heeft het gerecht ten aanzien van de minderjarige een voorlopige zorgregeling bepaald, waarbij de minderjarige gedurende de zomervakantie alleen in de weekenden bij vader zal verblijven, met wisselmomenten op vrijdag en maandag bij de opvang. Daarnaast heeft het gerecht bepaald dat de Voogdijraad toezicht houdt op het verloop van de voorlopige omgangsregeling, een whatsappgroep met de ouders aanmaakt, huisbezoeken zal brengen aan beide ouders en zal begeleiden en bemiddelen in het kader van de opvoedondersteuning.
Evaluatie omgangsregeling
2.2.
Tijdens de zitting hebben partijen hun standpunten ten aanzien van de uitvoering van de voorlopige omgangsregeling toegelicht. De vader heeft verklaard dat aan de omgangsregeling geen uitvoering is gegeven, nu de moeder hem elk contact met minderjarige heeft onthouden. Hierdoor heeft hij, in afwijking van hetgeen in de beschikking is bepaald, de minderjarige niet meer gezien. Daarnaast stelt de vader dat de moeder belangrijke beslissingen over de minderjarig heeft genomen zonder hem daarin te betrekken.
2.3.
De moeder heeft ter zitting erkend dat aan de omgangsregeling geen uitvoering is gegeven en dat de minderjarige geen contact meer heeft gehad met de vader. Zij voert daartoe aan dat de minderjarige na zijn laatste bezoek bij de vader van streek was. Volgens de minderjarige wordt hij bij de vader gepest vanwege zijn gewicht. Dit heeft ertoe geleid dat hij herhaaldelijk aangaf dat hij te dik was en weigerde te eten. De moeder heeft hem om die reden door een psycholoog laten onderzoeken.
2.4.
Voorts heeft zowel de vader als de moeder te kennen gegeven dat de Voogdijraad geen uitvoering heeft gegeven hetgeen het gerecht in de tussenbeschikking heeft bepaald. Behoudens het aanmaken van een WhatsApp-groep is er geen enkel contact meer met de Voogdijraad geweest.
2.5.
Een vertegenwoordiger van de Voogdijraad was bij de zitting aanwezig en heeft bevestigd dat geen uitvoering is gegeven aan hetgeen in de beschikking is bepaald, maar kon geen nadere toelichting hierop geven.
2.6.
Gelet op hetgeen ter zitting is besproken en op voorstel van de Voogdijraad, zullen partijen opnieuw een aanvang maken met de uitvoering van de omgangsregeling, conform de tijdens de zitting gemaakte afspraken. De vastgestelde voorlopige omgangsregeling zal worden verlengd ingaande vrijdag 12 september 2025, waarbij de vader de minderjarige bij de opvang zal ophalen. De moeder zal de gegevens van de nieuwe opvanglocatie via de WhatsApp-groep aan de vader mededelen. De Voogdijraad zal in deze groep een toezichthoudende rol vervullen, met het oog op het belang van de minderjarige.
2.7.
Het gerecht zal de Voogdijraad verzoeken een onderzoek in te stellen en hierover advies en een rapport uit te brengen, met inachtneming van de vraag welke zorg- en omgangsregeling het meest in het belang van de minderjarige is.
2.8.
In afwachting van het onderzoek en de rapportage van de Voogdijraad wordt de beslissing omtrent gezamenlijk gezag, omgang- dan wel zorgregeling, de hoofdverblijfplaats en de kinderalimentatie aangehouden. De zaak wordt verwezen naar de in het dictum vast te stellen datum voor overlegging van het rapport zijdens de Voogdijraad, waarna de voortzetting van de behandeling zal plaatsvinden.
2.9.
Het gerecht benadrukt aan de vader dat het in het belang van de minderjarige is dat hij actief zijn verantwoordelijkheid neemt voor de verzorging en het welzijn van de minderjarige. Het gerecht vertrouwt erop dat de vader hieraan gevolg zal geven.
2.10.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

Het gerecht:
3.1.
bepaalt dat de voorlopige zorgregeling bepaald in de tussenbeschikking van 26 juni 2025, wordt voortgezet met ingang van 12 mei 2025.
3.2.
bepaalt dat de WhatsApp-groep waarin partijen en de Voogdijraad deelnemen, behouden blijft, waarbij de Voogdijraad een toezichthoudende rol blijft vervullen, in het bijzonder bij de communicatie over belangrijke aangelegenheden betreffende de minderjarigen.
3.3.
verklaart deze beschikkin tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
verzoekt de Voogdijraad een onderzoek in te stellen en daarover een rapport uit te brengen, waarin de in overweging 2.7. geformuleerde vraag dient te worden beantwoord;
3.5.
verwijst de zaak voor overhandiging rapport door de Voogdijraad naar de zitting van
dinsdag, 18 november 2025, om 08:30 uur;
3.6.
verwijst de zaak naar voor voortzetting behandeling naar de zitting van
donderdag 27 november 2025 om 16.30 uur;
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en op 11 september 2025 in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de griffier.