ECLI:NL:OGEAC:2025:47

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
CUR202500959
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de organisatie van het Seú-festival 2025 tussen Fundashon Kultural Seú Kòrsou en het Land Curaçao

In deze zaak heeft de Fundashon Kultural Seú Kòrsou, een stichting die jarenlang het Seú-festival heeft georganiseerd, een kort geding aangespannen tegen het Land Curaçao. De Fundashon vordert dat het Land de organisatie van het Seú-festival 2025 aan haar opdraagt, zoals in voorgaande jaren is gebeurd. De Fundashon stelt dat het Land onrechtmatig handelt door het festival zelf te organiseren of aan een derde uit te besteden, en dat dit een inbreuk vormt op haar intellectuele eigendomsrechten.

Het gerecht heeft op 17 april 2025 geoordeeld dat de Fundashon geen eigendomsaanspraken kan doen gelden op het Seú-festival en dat het Land niet verplicht kan worden om de organisatie aan de Fundashon toe te vertrouwen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de Fundashon in het verleden subsidies heeft ontvangen voor de organisatie van het festival, maar dat dit op zichzelf niet betekent dat zij recht heeft op toekomstige subsidies of de organisatie van het festival. De Fundashon heeft geen bewijs geleverd dat het Land toezeggingen heeft gedaan die het vertrouwen rechtvaardigen dat zij het festival opnieuw zou mogen organiseren.

De rechter heeft ook geoordeeld dat de Fundashon niet heeft aangetoond dat het Land inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten, aangezien de onderdelen van het festival die de Fundashon noemt, traditionele elementen zijn die niet specifiek aan haar toebehoren. De vorderingen van de Fundashon zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Afdeling civiel
Zaaknummer: CUR202500959
Vonnis in kort geding van 17 april 2025
inzake
de stichting
FUNDASHON KULTURAL SEU KORSOU,
gevestigd in Curaçao,
eiseres, hierna ‘de Fundashon’,
vertegenwoordigd door haar bestuurders […],
tegen
de openbare rechtspersoon
HET LAND CURAÇAO,
zetelend in Curaçao,
gedaagde, hierna ‘het Land’,
gemachtigde: mr. W.R. Flocker.
Inleiding
De inzet van dit kort geding is de organisatie van het Seú-festival 2025. De Fundashon meent dat het Land de organisatie van dit jaarlijkse oogstfeest aan haar moet opdragen, zoals dat in het verleden vaak is gebeurd. Zij meent ook dat inbreuk wordt gemaakt op haar intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot het Seú-festival als het Land de festiviteiten zelf organiseert of aan een derde uitbesteedt. Het gerecht oordeelt dat de Fundashon geen eigendomsaanspraken kan doen gelden op Seú, en dat het Land niet verplicht kan worden weer met de Fundashon in zee te gaan.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, de aktes en de eiswijziging van de Fundashon;
- de 21 producties van het Land;
- de mondelinge behandeling gehouden op 10 april 2025;
- de pleitnota’s van partijen.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
De Fundashon is in 1997 opgericht. Zij heeft sindsdien vele jaren het Seú-festival georganiseerd. De laatste keer was in 2024. De Fundashon ontving toen een subsidie van NAf 175.000. Gunning aan de Fundashon geschiedde steeds onderhands, niet door aanbesteding/inschrijving.
2.2.
Bij brief van het Ministerie van OWCS van 23 oktober 2024 is het volgende aan de Fundashon bericht:
“Wij hebben uw verantwoording over de verleende subsidie ten behoeve van de activiteiten in het kader van het oogstsfeest in 2024 in goede orde ontvangen. Uit deze verantwoording wij op kunnen maken dat Fundashon Kultural Seú Kòrsou haar uiterste best heeft gedaan om haar activiteiten zo efficiënt mogelijk uit te voeren.
Door de aanscherping van het financieel beheer van de Overheid in het kader van de doelstelling om een goedkeurende verklaring voor de jaarrekening van het Land Curacao te krijgen wordt strenger toezicht gehouden op de naleving van de wet en regelgeving. Dit heeft tot gevolg dat wij conform artikel 9 van het Landsbesluit Subsidie P.B. 2016 No. 81 verplicht zijn om voor de jaarlijks te verlenen subsidies een open inschrijving te houden.
Gezien het bovengenoemde wordt u hierbij geïnformeerd dat de UCS met goedkeuring van de Minister van OWCS een nieuwe "Terms of Reference" zal gaan uitzetten om de opdracht voor het organiseren van de activiteiten in het kader van het oogstsfeest uit te besteden. De opdracht wordt gegund voor 3 jaar. Dit betekent dat de kans zal worden geboden aan meerdere organisaties om zich in te schrijven voor deze opdracht. Fundashon Kultural Seú Kòrsou zal hiervan niet worden uitgesloten en kan zich ook inschrijven op basis van de nieuwe "Terms of Reference.
Afsluitend bedanken wij Fundashon Kultural Seú Kòrsou voor de tomeloze inzet gedurende vele jaren. De bijdrage van deze organisatie over de jaren is van onschatbare waarde voor de Curaçaose cultuur en heeft bijgedragen aan de instandhouding van een van de grootste culturele manifestaties in Curacao.”
2.3.
Het Land heeft voor het Seú-festival 2025 een openbare inschrijving gehouden als bedoeld in artikel 9 Landsbesluit Subsidie (P.B. 2016, no. 81, ter uitvoering van artikel 13 lid 3 Landsverordening Financieel Beheer). Daarop heeft niemand gereageerd, ook de Fundashon niet. Vervolgens heeft het Land besloten Seu-2025 zelf te organiseren, met een
task forcevan het Ministerie van OWCS.

3.De vordering

De Fundashon vordert - na eiswijziging en samengevat - dat het gerecht bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de toepassing van het Landsbesluit Subsidie P.B. 2016 no. 81 schorst;
2. de werking van de brief van 23 oktober 2024 van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS) van het Land schorst;
3. de activiteiten van ‘Task Force Seú 2025’ schorst;
4. het Land veroordeelt de activiteiten, de producten, de diensten, het beheer en het bestuur van Seú aan de Fundashon over te dragen;
5. het Land beveelt de intellectuele eigendomsrechten van de Fundashon met betrekking tot Seú te eerbiedigen;
6. het Land beveelt tot verlening van alle benodigde vergunningen aan de Fundashon voor de organisatie van het Seú-festival in het jaar 2025 en verder;
7. aan het Land een dwangsom oplegt.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat de Fundashon de afgelopen decennia vrijwel elk jaar het Seú-feest heeft georganiseerd en dat zij daar steeds subsidie voor kreeg. Dat maakt op zichzelf echter nog niet dat de Fundashon kan afdwingen dat zij het festival ook dit jaar mag organiseren. Het Land heeft in dit verband op goede grond de vergelijking gemaakt met de Arubaanse carnavalszaak (Gerecht in eerste aanleg van Aruba 11 december 2014, LAR nrs. 2924 t/m 2941), waarin werd geoordeeld dat de omstandigheid dat een partij al jarenlang een evenement organiseert, niet leidt tot het ontstaan van een alleenrecht.
4.2.
Hetzelfde geldt voor de aanspraak van de Fundashon op subsidie. De omstandigheid dat zij in het verleden vaak subsidie ontving - deze eeuw naar het gerecht begrijpt elk jaar behalve in 2022 - maakt nog niet dat de Fundashon een subsidie voor dit jaar en voor volgende jaren kan afdwingen. De Fundashon doet in dit verband een beroep op artikel 1 Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens. Dat artikel luidt:
Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoord genot van zijn eigendom. Aan niemand zal zijn eigendom worden ontnomen behalve in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht.
De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een Staat heeft om die wetten toe te passen, die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.
4.3.
De aanspraak van de Fundashon op door haar gewenste toekomstige subsidieverlening valt niet onder het eigendomsbegrip van dit artikel.
4.4.
Bij het voorgaande merkt het gerecht op dat gesteld noch gebleken is dat namens het Land toezeggingen of uitlatingen zijn gedaan op grond waarvan bij de Fundashon het gerechtvaardigd vertrouwen heeft kunnen postvatten dat zij ook dit jaar weer de (onderhandse) opdracht en subsidie zou krijgen om Seú te organiseren. Uit de overgelegde correspondentie blijkt dat aan de zijde van het Land vraagtekens zijn gesteld bij de financiële verantwoording door de Fundashon van de ontvangen subsidie in 2023 en 2024. Niet is gebleken van misstanden, maar wel van een naar de mening van het Land ongenoegzame verantwoording. Het bericht in de brief van 23 oktober 2024 waarop de Fundashon in dit kort geding haar pijlen richt, kan daarom voor de Fundashon dus niet als een volkomen verrassing zijn gekomen. Ook kan het Land niet worden tegengeworpen dat het Land uitvoering heeft willen geven aan de voor subsidies als de onderhavige door art. 9 Landsbesluit Subsidie voorgeschreven openbare inschrijving. Dat die bepaling belangenverstrengeling en corruptie in de hand werkt, zoals de Fundashon stelt, valt niet goed in te zien. Het tegendeel ligt meer voor de hand.
4.5.
De voor 2025 gehouden aanbesteding heeft zoals gezegd geen inschrijvingen opgeleverd. De bepaling in het Landsbesluit Subsidie dat in zo’n geval een nieuwe openbare inschrijving moet volgen, staat er niet aan in de weg dat het Land van subsidieverstrekking kan afzien en kan besluiten het project zelf en in eigen beheer uit te voeren. Ook daarin ziet het gerecht geen basis voor onrechtmatig handelen van het Land jegens de Fundashon.
4.6.
Ten slotte volgt het gerecht de Fundashon ook niet in haar stelling dat het Land onrechtmatig inbreuk maakt op haar intellectuele eigendomsrechten en daarmee art. 1 Eerste Protocol EVRM. De Fundashon heeft daarbij het oog op de volgende onderdelen van het feest: I de officiële opening, II de officiële afsluiting, III Maramentu di Lensu, IV, Reina di Seú, V Festival Kantadó Mayó, VI Marcha di Seú grandi en VII Marcha di Seú Banda Bou. Namens het Land is onderbouwd en op goede grond aangevoerd dat het hier zeer oude, traditionele onderdelen betreft van het oogstfeest, geen creaties van de Fundashon. Bovendien is door de Fundashon niet gespecificeerd op welke soort intellectuele eigendomsrechten zij doelt, en met welke handelingen het Land daarop inbreuk maakt.
4.7.
Op grond van het voorgaande kunnen de vorderingen van de Fundashon niet slagen. De Fundashon zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

5.De beslissing in kort geding

Het gerecht:
5.1.
wijst af het gevorderde;
5.2.
veroordeelt de Fundashon in de proceskosten, aan de zijde van het Land tot op heden begroot op Cg 1.000 aan gemachtigdensalaris;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort, rechter, en op 17 april 2025 uitgesproken ter openbare terechtzitting.