ECLI:NL:OGEAM:2015:7

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
15 juli 2015
Publicatiedatum
21 juli 2015
Zaaknummer
100.000443/14
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor gewapende overval op Atlantis Casino met geweld tegen beveiligers

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1993 te Sint Maarten en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 15 juli 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van een gewapende overval op het Atlantis Casino op 16 november 2014, waarbij hij op een beveiliger heeft geschoten. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op verschillende data in 2015, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H.M. Ibrahim. De officier van justitie, mr. H.C. van der Wulp, eiste een gevangenisstraf van acht jaren, maar de verdediging voerde verweer tegen zowel het bewijs als de strafmaat.

Het Gerecht oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het Gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte werd vrijgesproken van het tenlastegelegde witwassen, maar het Gerecht kwam tot de overtuiging dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de overige tenlastegelegde feiten. De bewezenverklaring omvatte het medeplegen van diefstal met geweld en bedreiging, alsook het voorhanden hebben van vuurwapens.

De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, waarbij het Gerecht rekening hield met de ernst van de feiten en het feit dat de verdachte een first offender was. Het Gerecht legde ook een verbeurdverklaring op van een geldbedrag dat bij de verdachte was aangetroffen, dat vermoedelijk afkomstig was van de overval. De uitspraak benadrukte de impact van dergelijke misdrijven op de rechtsorde en de samenleving.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1993 te Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten, thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2015, 25 maart 2015 en 3 en 24 juni 2015. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. H.M. Ibrahim.
De officier van justitie, mr. H.C. van der Wulp, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de tenlastegelegde feiten te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft een bewijs- en een strafmaatverweer gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de ter terechtzitting van 24 juni 2015 gevorderde en toegewezen wijzigingen, tenlastegelegd:….

3.Voorvragen

3.1
Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
3.2
Bevoegdheid van het Gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het Gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
3.3
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
3.4
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak
Het Gerecht is van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 3 tenlastegelegde witwassen. Het dossier en verhandelde ter zitting bieden onvoldoende aanknopingspunten om tot dat oordeel te komen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De stelling van de officier van justitie dat de enkele verklaring van verdachte dat hij op enig moment een bedrag van US $ 800,-- aan zijn oma heeft gegeven voldoende bewijs oplevert dat hij dit bedrag heeft witgewassen wordt van de hand gewezen reeds nu deze verklaring van verdachte niet ondersteund wordt door enig ander bewijsmiddel.
4B. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het overige tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1.
dat hij op 16 november 2014 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van USD 28.775,-, toebehorende aan Atlantis Casino, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer D en Z], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit:
- het wegduwen en/of aanvallen van die [D] en het (daarbij) zeggen/bevelen: “open the fucking door” en
- het richten van een vuurwapen op die [D] en
- het in een wurggreep nemen van die [Z] en
- het
zeggen: “shoot the man, shoot the man” en het trekken van een vuurwapen en
- het schieten van een of meerdere kogels met een vuurwapen in de benen van die [Z].
2.
dat hij op 16 november 2014 in Sint Maarten tezamen en in vereniging met anderen meerdere vuurwapens in de zin van de Vuurwapenverordening 1930 en munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930 voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5. Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten
In onderstaande bewijsmiddelen wordt -voor zover van toepassing- verwezen naar bijlagen in het dossier "Jordaan”.
Bijlage 1.1
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 november 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als
verklaring van [supervisor], afgelegd op 16 november 2014, -zakelijk weergegeven-:
“I am the cage supervisor at Atlantis Casino. After the robbery I checked all the tickets and the cash and I calculated that the robbers took an amount of US$ 28.775,-.”
Bijlage 1.2
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 november 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als
verklaring van [medewerker] afgelegd op 16 november 2014, -zakelijk weergegeven-:
“I work at the Atlantis Casino in Sint Maarten. This morning at around 11.45 a.m. I gave Doris the key to the cage. After Doris opened the door I heard her screaming. I also heard a shot. After that two guys came inside the cage. One of them took money out of a drawer.”
Bijlage 1.3
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 november 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als
verklaring van [cashier], afgelegd op 16 november 2014, -zakelijk weergegeven-:
“I am a cashier at the Atlantis Casino. This morning when I reached the cage I saw a lady with a long straight wig playing the slot machine. When I swiped the key to open the door this lady attacked me and said “open the fucking door” in a deep and manly voice. At that moment I realized it was a man. He pointed a gun at me. I dropped to the floor and then I heard a gunshot. I had seen this person wearing the wig before I entered the casino. That person was going in the back of a light blue tinted Picanto.”
Bijlage 1.4
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 november 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als
verklaring van [Z] op 16 november 2014, -zakelijk weergegeven-:
“I work as a guard at the Atlantis Casino. This morning a woman and a man came in. The woman was wearing a long dress, white gloves and sunglasses. After that another person came in dressed in the same way with gloves and dark glasses. All of a sudden I heard a woman screaming and I saw her beating on the door. I went there and a man came up behind me and held me around my neck. Somebody told the other man “shoot the man, shoot the man”. The man pulled out a gun and shot me. The doctor said that the bullets went in and out through my right leg and then in and out through my left leg.”
Een geschrift te weten een medische verklaring opgemaakt op 16 november 2014, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
“Bij [Z] is het volgende letsel waargenomen:
-twee openingen in het rechterbovenbeen
-een opening van 1 cm ter hoogte van de linkerknie en
-een opening van 2 cm lateraal net onder de linkerknie.
Alle openingen zijn diep penetrerend en bloedend.”
Bijlage 2.1
Een proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 december 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], werkzaam als buitengewoon agent van politie bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als relaas van die verbalisant -zakelijk weergegeven-:
“Door mij verbalisant zijn videobeelden bekeken van het Atlantis Casino opgenomen op 16 november 2014 en is het navolgende geconstateerd.
Om 11:43:14 AM verschijnt een persoon in een donkere jurk met witte stippen in beeld. Deze persoon loopt samen met een persoon gekleed in een witte rok, een lichtkleurige trui en witte handschoenen in de richting van de automaten.
Beide personen gaan bij een speelautomaat zitten.
Een vrouw met rastahaar loopt naar de deur leidende naar de gang naast de “cage”. Zij duwt de deur open en loopt naar binnen.
Een persoon met een geel, groen en zwarte jurk rent achter de vrouw met rastahaar en duwt deze mee naar binnen. Deze persoon heeft in de rechterhand een voorwerp gelijkend op een vuistvuurwapen.
De persoon in witte rok/roze trui en de persoon in de donkerkleurige jurk met witte stippen staan op en rennen richting de “cage”.
De vrouw met rastahaar probeert de persoon in de meerkleurige jurk naar buiten te duwen. Het vuurwapen wordt vervolgens op haar gericht waarna zij haar handelingen staakt.
De persoon met de witte rok/roze trui komt in beeld en rent richting de deur leidende naar de gang. Ook komt een man (beveiliging) in een lichtkleurig pak in de richting van deze deur rennen. De persoon met de roze trui grijpt de man met het lichtkleurig pak met een armklem om de nek vast.
De persoon met de donkerkleurige jurk met witte stippen komt met een op een zwart vuistvuurwapen gelijkend voorwerp in zijn rechterhand het beeld in lopen.
De man in het lichtkeurig pak rent weg.
De persoon met de donkerkleurige jurk met witte stippen schiet in de richting van de man met het lichtkleurige pak.
De man in het lichtkleurig pak valt op de grond en gaat knielend en rollend weg.
De persoon met de meerkleurige jurk gaat de “cage” binnen en begint de lades te doorzoeken.
De personen gekleed in de donkere jurk met witte stippen en de witte rok met roze trui lopen de gang in.
De persoon met de witte rok en roze trui komt de “cage” binnen.
De persoon met de witte rok en roze trui en de persoon met de meerkleurige jurk doorzoeken het kantoor en halen goederen uit de lade bij de computer. Hierna lopen zij de gang in.
De drie personen gekleed in vrouwenkleding komen door de deur bij de gang naast de “cage”.”
Bijlage 0.1
Een proces-verbaal van forensisch onderzoek in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 februari 2015 gesloten en getekend door [hoofdagent] hoofdagent bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende, als relaas van voornoemde verbalisant -zakelijk weergegeven-:
“Op 16 november 2011 werd de gokgelegenheid “Atlantis Casino” overvallen. Op de grond voor de kassa is een koperkleurige huls, voorzien van het bodemstempel “Winchester 45 AUTO” aangetroffen. In een rechte lijn op ongeveer 20 meter afstand is een projectiel met kogelmantel aangetroffen.”
Bijlage 2.2
Een proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 november 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], werkzaam als buitengewoon agent van politie bij het Korps Politie Sint Maarten, documentcode 1411241515.AMB,voor zover inhoudende als relaas van die verbalisant -zakelijk weergegeven-:
“Door mij verbalisant zijn videobeelden bekeken van het Atlantis Casino opgenomen op 16 november 2014 tussen 11:30 uur en 12:00 uur en is het navolgende geconstateerd.
Om 11:42:17 uur is er op camera 07 een lichtblauwe Kia Picanto, voorzien van kenteken [ ], te zien, komende van Maho en rijdende in de richting van Porto Cupecoy.”
Een proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt en op 17 maart 2015 gesloten en getekend door [verbalisant], werkzaam als buitengewoon agent van politie bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als relaas van die verbalisant -zakelijk weergegeven:
“ Tijdens het opmaken van het proces-verbaal voorzien van documentcode 1411241515.AMB was het onderzoeksteam nog niet in het bezit van diverse tijdsverschillen. Gebleken is dat het camerasysteem welke de beelden van onder andere camera 07 heeft opgenomen 04 minuten en 34 seconden achter liep op de daadwerkelijke tijd.”
Bijlage 3.4
Een geschrift te weten de vertaling van een proces-verbaal opgemaakt op 20 november 2014 door [verbalisant], politieagente bij de recherchebrigade van St. Martin, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
“Op 16 november 2014 hebben wij vernomen dat op de openbare weg een voertuig, te weten een blauwe Kia Picanto met kenteken [ ] is aangetroffen. Niet ver daarvan verwijderd zijn in een prullenbak een stapel dameskleren en pruiken aangetroffen. Deze kleren en pruiken zijn in de Kia geplaatst. De Kia is overgebracht naar het terrein van de gendarmerie. Op 18 november 2014 werd de Kia overgedragen aan medewerkers van het Korps Politie Sint Maarten en overgebracht naar het politiekantoor in Philipsburg.”
Eigen waarneming Gerecht:
Het Gerecht heeft waargenomen dat de afbeeldingen van de kledingstukken zoals weergegeven in de “fotomap van stukken van overtuiging aangetroffen in het voertuig merk Kia Picanto gekentekend M-100053” (bijlage 3.5 van het dossier “Jordaan”) qua kleur, decoraties en model overeenkomen met de kleding gedragen door de daders van de overval op het “Atlantis Casino” zoals deze door het Gerecht zijn waargenomen op de camerabeeldenbeelden die bij de processtukken zijn gevoegd. Meer in het bijzonder heeft het Gerecht waargenomen dat de rode blouse en de paarse rok zoals weergegeven in de genoemde fotomap overeenkomen met de kleding van de dader die in het proces-verbaal van bevindingen videobeelden [1] wordt omschreven als de persoon gekleed in een witte rok en roze trui.
Bijlage 11.1
Een proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt en op 11 december 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover van belang inhoudende als relaas van voornoemde verbalisant -zakelijk weergegeven-:
“Op 16 november 2011 werd een lichtblauwe Kia Picanto, voorzien van het kenteken [ ], aangetroffen in Sandy Ground te St. Martin. In de kofferbak en een vuilnisbak in de nabije omgeving van het voertuig zijn vrouwelijke kledingstukken aangetroffen. Het voertuig en de kledingstukken zijn in het belang van het onderzoek in beslag genomen door de Franse autoriteiten en overgedragen aan personeel van het Korps Politie Sint Maarten. Het voertuig werd onderzocht en de onderstaande stukken van overtuiging werden veiliggesteld en als volgt gewaarmerkt en zullen voor een vervolgonderzoek worden opgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor verder onderzoek
SINNUMMER STUK VAN OVERTUIGING
AAAO4205NL Zwart-bruine pruik
AAAO4206NL Zwart-bruine pruik.”
Tabblad 9.3.1
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 24 februari 2015 opgemaakt door de deskundigen [P.en S.], voor zover inhoudende als relaas van deze deskundigen:
“Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek
Onderzoeksmateriaal:
AAAO4205NL#01 bemonstering van de rand aan de binnenzijde van een pruik
AAAO4206NL#01 bemonstering van de rand aan de binnenzijde van een pruik
RABE8354NL referentiemonster wangslijmvlies verdachte [verdachte]
In onderstaande tabel staat van wie het celmateriaal afkomstig kan zijn.
SIN celmateriaal kan afkomstig zijn van: matchkans DNA-profiel
AAAO4205NL#01 [medemedeverdachte] kleiner dan 1 op 1 miljard
AAAO4206NL#01 [verdachte] kleiner dan 1 op 1 miljard
Het DNA-profiel van [medeverdachte] is in de DNA-databank opgenomen onder nummer: RABC9678NL.”
Bijlage 6.12
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 november 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende als
verklaring van [verdachte], -zakelijk weergegeven-:
“I was the one that shot the security guard in the Atlantis casino. I was wearing a dress. I was with two other man. The two others went in by the cash. I got the gun from one of the others.”
In de navolgende bewijsmiddelen wordt -voor zover van toepassing- verwezen naar bijlagen in de eerste aanvulling op het dossier "Jordaan”.
Bijlage 1.2
Een proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt en op 4 maart 2015 gesloten en getekend door [verbalisant], buitengewoon agent bij het Korps Politie Sint Maarten, voor zover inhoudende, als relaas van voornoemde verbalisant -zakelijk weergegeven-:
“Op 16 november 2011 werd een lichtblauwe Kia Picanto, voorzien van het kenteken [ ], aangetroffen in Sandy Ground te St. Martin. In de kofferbak en een vuilnisbak in de nabije omgeving van het voertuig zijn vrouwelijke kledingstukken aangetroffen. Het voertuig en de kledingstukken zijn in het belang van het onderzoek in beslag genomen door de Franse autoriteiten en overgedragen aan personeel van het Korps Politie Sint Maarten. Het voertuig werd onderzocht en de onderstaande stukken van overtuiging werden veiliggesteld en als volgt gewaarmerkt en worden voor een vervolgonderzoek opgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor verder onderzoek
SINNUMMER STUK VAN OVERTUIGING
AAAO4213NL Rode blouse met lange mouwen
AAAO4214NL Paarse lange rok
AAAO4215NL Dames sandaal rechterzijde
AAAO4216NL Dames sandaal linkerzijde.”
Bijlage 1.1
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 18 mei 2015 opgemaakt door de deskundige [M], voor zover van belang inhoudende als relaas van deze deskundige:
“Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek
Onderzoeksmateriaal:
AAAO4213NL#02 bemonstering nekrand van de blouse
AAAO4214NL#01 bemonstering binnenzijde taillerand rok
AAAO4215NL#01 bemonstering bovenzijde zool en binnenzijde banden van een sandaal
AAAO4216NL #01 bemonstering bovenzijde zool en binnenzijde banden van een sandaal
De DNA-profielen van onder meer [verdachte] RABE8354NL (geboren op [datum] 1993 en [medeverdachte] RABC9678NL (geboren op [datum] 1992) zijn betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
In onderstaande tabel staat van wie het celmateriaal afkomstig kan zijn.
SIN celmateriaal kan afkomstig zijn van: matchkans DNA-profiel
AAAO4213NL#02 [medeverdachte] kleiner dan 1 op 1 miljard
AAAO4214NL#01 DNA-mengprofiel van tenminste niet berekend
vier personen waaronder [medeverdachte en verdachte]
AAAO4215NL#01 [medeverdachte] kleiner dan 1 op 1 miljard
AAAO4216NL#01 [medeverdachte] kleiner dan 1 op 1 miljard.”
5A. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De stelling van de verdediging dat de Kia Picanto en de daarin neergelegde kledingstukken en accessoires op onrechtmatige wijze in beslag zijn genomen wordt als onvoldoende onderbouwd van de hand gewezen.
Uit de stukken komt naar voren dat de Franse autoriteiten de op 16 november 2014 aangetroffen Kia Picanto en de kledingstukken op 18 november 2014 hebben overgedragen aan de Nederlandse politie [2] . Niet valt in te zien waarom deze overdracht onrechtmatig is geweest. Nog daargelaten dat bij het achteraf formaliseren van middels rechtshulpverzoeken verkregen informatie geen sprake is van een (onherstelbaar) vormverzuim, vermag het Gerecht zonder nadere onderbouwing niet in te zien dat verdachte door deze gang van zaken daadwerkelijk in zijn verdediging is geschaad, zodat reeds om die reden dit niet kan leiden tot bewijsuitsluiting van bedoelde stukken. Het Gerecht wijst er in dit verband op dat het belang van de verdachte dat (zijn betrokkenheid bij) het gepleegde feit niet wordt ontdekt, volgens vaste jurisprudentie niet kan worden aangemerkt als een rechtens te respecteren belang.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen staat vast dat de verdachte één van de overvallers is geweest en meer in het bijzonder de persoon die op aangever [Z] heeft geschoten.
Ter zake van feit 2 overweegt het Gerecht dat uit de verklaringen van aangever [Z] en verdachte alsmede de aangetroffen huls en projectiel met kogelmantel blijkt dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van een deugdelijk vuurwapen en scherpe munitie in de zin van de Vuurwapenverordening 1930. Voorts blijkt uit de verklaring van [D] en het proces-verbaal bevindingen videobeelden (bijlage 2.1) dat het op een vuurwapen gelijkende voorwerp dat een van de andere verdachten bij zich had geschikt was voor bedreiging en afdreiging en derhalve een vuurwapen is in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.
Het Gerecht is voorts van oordeel dat bij de overval en de daarbij gebruikte vuurwapens sprake is geweest van een dusdanige nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten dat ook ten aanzien van het voorhanden hebben van deze vuurwapens sprake is van medeplegen.

6.Kwalificatie

Het bewezenverklaarde levert volgens de wettelijke regeling de volgende strafbare feiten op:
Feit 1.
Medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291 jo 1:123 van het Wetboek van Strafrecht (nieuw) welke worden toegepast als de voor de verdachte gunstigste bepalingen.
Feit 2:
Medeplegen van overtreding van het bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening 1930 gestelde verbod, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 11 van die verordening juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht.

7.Strafbaarheid van de verdachte

7A. Rechtvaardigingsgronden
Feiten of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat sprake is van een rechtvaardigingsgrond zijn niet aannemelijk geworden. De feiten door deze verdachte gepleegd zijn strafbaar.
7B. Schulduitsluitingsgronden
Feiten of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat sprake is van een schulduitsluitingsgrond zijn niet aannemelijk geworden. Verdachte is strafbaar.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en zijn mededaders hebben uit louter financieel gewin een brute gewapende overval gepleegd op het Atlantis Casino en verdachte heeft daarbij ook daadwerkelijk geschoten op een beveiliger. Misdrijven als de onderhavige zijn ernstige misdrijven die behoren tot een categorie strafbare feiten die een grove inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaken en meer in het bijzonder bij de directe slachtoffers. Slachtoffers van gewapende overvallen zoals de onderhavige lijden vaak langdurig onder de psychische gevolgen van zo’n traumatische gebeurtenis. Het Gerecht rekent verdachte zijn betrokkenheid hierbij zeer zwaar aan en neemt hierbij als strafverzwarend in aanmerking dat hij degene is geweest die op de beveiliger heeft geschoten. Gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten is naar het oordeel van het Gerecht een langdurige vrijheidsontnemende straf uit oogpunt van zowel vergelding als preventie geïndiceerd.
Het Gerecht weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij, blijkens een zijn betreffend uittreksel uit het documentatieregister, niet eerder is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een gevangenisstraf van na te melden duur.
8A. Verbeurdverklaring
Het Gerecht acht het aannemelijk dat het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag van US $ 1.076,55 geheel of grotendeels door middel of uit de baten van het als feit 1 bewezen verklaarde strafbare feit is verkregen en zal dit verbeurd verklaren.
Het Gerecht neemt daarbij in aanmerking dat dit geldbedrag enkele dagen na de overval bij verdachte is aangetroffen en hij volgens zijn eigen verklaring al sedert zeven maanden geen vast inkomen heeft en maximaal US $ 750,-- per maand verdient van welk bedrag hij in zijn eigen onderhoud moet voorzien [3] .

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:62, 1:136 en 1: 224 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

Het Gerecht:
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de in rubriek
6genoemde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6(
zes) jaren.
Bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Verklaart verbeurd het in rubriek
8Agenoemde geldbedrag.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M.T. Paulides en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 15 juli 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 december 2014 gesloten en getekend door [verbalisant], werkzaam als buitengewoon agent van politie bij het Korps Politie Sint Maarten (bijlage 2.1 dossier Jordaan).
2.Bijlage 3.4 van het dossier Jordaan.
3.Proces-verbaal van verhoor van verdachte van 20 november 2014 (bijlage 6.11).