Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Onderzoek van de zaak
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Bewijsbeslissingen
5.Beslag
6.Beslissing
2omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1996, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 7 december 2016 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van een gewapende overval op een watersportwinkel op 16 mei 2016, waarbij een bedrag van ongeveer USD 2.500 en mobiele telefoons werden gestolen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van vier jaar, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. Tijdens de zitting op 16 november 2016 werd vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Gerecht bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd in verband gebracht met de overval door getuigenverklaringen en telefooncontact met medeverdachten, maar het Gerecht oordeelde dat de bewijsvoering onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De herkenning van de verdachte op camerabeelden werd als onbetrouwbaar beschouwd, en er waren onvoldoende aanwijzingen voor wettig en overtuigend bewijs van zijn betrokkenheid. Het Gerecht sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging en gelastte de teruggave van in beslag genomen voorwerpen, waaronder een smartphone. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van betrouwbaar bewijs in strafzaken.