ECLI:NL:OGEAM:2016:105

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
20 oktober 2016
Publicatiedatum
6 augustus 2018
Zaaknummer
100.00353/16
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vuurwapenbezit en poging tot doodslag in Sint Maarten

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1998 en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 20 oktober 2016 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van vuurwapenbezit en poging tot doodslag. Tijdens de openbare terechtzitting heeft de officier van justitie, mr. N.M. Lemmers, een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S.R. Bommel, pleitte voor een voorwaardelijke straf. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk beroven van een persoon van het leven en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, alsook het voorhanden hebben van vuurwapens in de zin van de Vuurwapenverordening.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. Na het horen van de bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en proces-verbaal van de aanhouding, heeft het Gerecht geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot doodslag. De verdachte werd vrijgesproken van de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, maar werd wel schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van vuurwapens.

De verdachte heeft bekend dat hij zich bewust was van het vuurwapen en dat hij dit aan zijn medeverdachte heeft gegeven. Het Gerecht oordeelde dat het bezit van meerdere vuurwapens op de openbare weg een ernstig feit is, vooral gezien het vuurwapengeweld op Sint Maarten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van de tijd in voorlopige hechtenis, en de in beslag genomen wapens werden onttrokken aan het verkeer. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. D. Gruijters, in aanwezigheid van griffier A.R. Osepa-Ritfeld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op woensdag 20 oktober 2016. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel.
De officier van justitie, mr. N.M. Lemmers, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
onttrekking aan het verkeer van de in de tenlastelegging genoemde wapens gevorderd.
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd. Zij heeft kort samengevat een geheel voorwaardelijke straf al dan niet in combinatie met een werkstraf bepleit.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, met inachtneming van de gevorderde en toegewezen wijzigingen, tenlastegelegd dat:
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 15 augustus 2016 in Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet in een voertuig, te weten een Kia Picanto, met een hoge snelheid rijdend over de [weg 1], is gereden in de richting van die [slachtoffer] (die als bestuurder van dienstwagen [autokenteken] de weg blokkeerde) en/of heeft gestuurd waardoor hij en/of zijn en/of mededader zonder zijn vaart te verminderen frontaal tegen de dienstwagen [autokenteken] aanreed, terwijl de verdere uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Subsidiair
hij op of omstreeks 15 augustus 2016 in Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon, te weten [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet in een voertuig, te weten een Kia Picanto, met een hoge snelheid rijdend over de [weg 1], is gereden in de richting van die [slachtoffer] (die als bestuurder van dienstwagen [autokenteken] de weg blokkeerde) en/of heeft gestuurd waardoor hij en/of zijn en/of mededader zonder zijn vaart te verminderen frontaal tegen de dienstwagen [autokenteken] aanreed, terwijl de verdere uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 2
Hij op of omstreeks 15 augustus 2016, althans in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer (vuur)wapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten; een zwart vuurwapen met opschrift: KIMAR Mod. 92 Auto Cat 9227, Cal. 9mm P.A. – Italy [wapennummer] en/of een zwarte revolver met houten kolf met opschrift: RECK Made in West-Germany [wapennummer] en/of munitie in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten twee goudkleurige patronen, voorzien van bodemstempel “WALTHER 9mm PAK” voorhanden heeft gehad.

3.Voorvragen

3A. Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
3B. Bevoegdheid van het Gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
3C. Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
3D. Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Uit het dossier blijkt niet hoe groot de kans was dat de auto de verbalisant zou raken. Enig opzet daartoe kan daarom niet worden vastgesteld.
4B. Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De verklaring van verdachte, ter terechtzitting afgelegd:
Toen [persoon 1] mij in [locatie 1] zou afzetten heeft iemand mij gevraagd als of ik weet waar hij een alarmpistool kon laten maken omdat de clip gebroken was. Ik zou het alarmpistool maken. Ik heb [persoon 1] ook gevraagd of hij iemand kent die het alarmpistool kon maken. Hij zei dat hij iemand kende en ik heb het pistool toen aan hem gegeven. Dat was het KIMAR-wapen dat in de auto is aangetroffen.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d. 15 augustus 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 15 augustus 2016 zagen wij, verbalisanten, op de [weg 2] in Sint Maarten een zwarte Kia Picanto voorzien van het kenteken [autokenteken] over de weg rijden. Na een achtervolging is deze auto door een botsing tot stilstand gekomen. De bestuurder, genaamd [persoon 1] en de mede-inzittende, genaamd [verdachte], werden aangehouden. In het paneelvakje bij het bestuurdersportier werd een zwart vuistvuurwapen aangetroffen. In de kofferbak werd, gewikkeld in een rode bivakmuts, een tweede vuurwapen aangetroffen.
Een ander geschrift, Kennisgeving van Inbeslagneming zonder datum, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Degene onder wie in beslag is genomen: [persoon 1], [verdachte]. Datum en plaats van inbeslagneming: 15 augustus 2016, in een zwart voertuig merk Kia Picanto, op “the [weg 1]”, zijnde [weg 3]. Hoeveelheid, verpakking en omschrijving van het inbeslaggenomene: In het opbergvak bestuurdersportier een zwart vuurwapen, opschrift KIMAR Mod. 92 AUTO Cat [wapennummer] Cal. 9mm P.A. – Italy [wapennummer] met een patroonhouder, inhoudende 2 gouden patronen, beide voorzien van het bodemstempel “WALTHER 9mm PAK”. Op de hoedenplank in de kofferbak: een rode bivakmuts, een zwarte revolver met houten kolf, opschrift RECK Made in West-Germany [wapennummer].
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 14 september 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het voor onderzoek aangeboden pistool is een semi-automatisch, van het merk KIMAR. Bij het wapen werd een bijbehorende patroonhouder en twee patronen van het kaliber “9MM PAK” voor onderzoek aangeboden. Ik verbalisant heb vastgelegd dat het voor onderzoek aangeboden alarm pistool een vuurwapen is in de zin van de Vuurwapenverordening. De voor onderzoek aangeboden twee patronen zijn munitie in de zin van deze verordening. Het tweede wapen betrof een enkel schot revolver van het merk “RECK” en van het kaliber “22 MAGNUM”. Ik heb vastgelegd dat het voor onderzoek aangeboden revolver een vuurwapen is in de zin van de Vuurwapenverordening.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 30 augustus 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Door mij verbalisant werd het volgende stuk van overtuiging veiliggesteld en als zodanig gewaarmerkt: SINnummer RABF2998NL, wangslijmvlies [verdachte]. SINnummer AAEV5223NL, rode bivakmuts.
Een ander geschrift, Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 5 oktober 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAEV5223NL#01. DNA-profiel van een man [verdachte]. Matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard.
4C. Bewijsoverweging(en)
Verdachte heeft bekend dat hij zich bewust was van de KIMAR en dat hij deze aan zijn medeverdachte heeft gegeven. Dit levert in juridische zin voorhanden hebben op. Het andere vuurwapen is aangetroffen in een bivakmuts, waarop het DNA van verdachte is aangetroffen. De enige redelijke verklaring daarvoor is dat hij ook dit wapen voorhanden heeft gehad. Zijn verklaring, als zou hij slechts zijn mond hebben afgeveegd aan de bivakmuts waarna het wapen bij toeval in die bivakmuts terecht is gekomen, wordt als ongeloofwaardig terzijde gesteld.
4D. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
hij op 15 augustus 2016 in Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander vuurwapens in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten; een zwart vuurwapen met opschrift: KIMAR Mod. 92 Auto Cat [wapennummer], Cal. 9mm P.A. – Italy [wapennummer] en een zwarte revolver met houten kolf met opschrift: RECK Made in West-Germany [wapennummer] en munitie in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten twee goudkleurige patronen, voorzien van bodemstempel “WALTHER 9mm PAK” voorhanden heeft gehad.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van ~het feit ~de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. Het feit is derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van meerdere vuurwapens op de openbare weg. Mede gelet op het vele vuurwapengeweld waardoor Sint Maarten thans wordt geteisterd is dit een ernstig feit, waartegen streng dient te worden opgetreden. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is geïndiceerd.
Ten nadele van verdachte geldt dat hij eerder in zowel het Nederlandse als het Franse deel van Sint Maarten is veroordeeld voor misdrijven.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.
Tevens zal de vordering tot gevangenneming van verdachte worden toegewezen, nu daartoe ernstige bezwaren en gronden bestaan. Het Gerecht betrekt bij deze beslissing het belang van een gelijke behandeling met de medeverdachte, die in voorlopige hechtenis verkeert.

8.Beslag

Onttrekking aan het verkeer
Ten aanzien van de in beslaggenomen KIMAR Mod. 92 AUTO Cat [wapennummer] Cal. 9mm P.A.-Italy [wapennummer] met een patroonhouder, inhoudende 2 gouden patronen, beiden voorzien van het bodemstempel “Walther 9mm PAK” en 1 rode bivakmuts met aan bovenzijde zwart-witte-rode horizontale strepen en voorzien van 3 gaten en 1 zwarte revolver met houten kolf, opschrift: RECK Made in West-Germany [wapennummer] zal onttrekking aan het verkeer worden uitgesproken, omdat het onder feit 2 tenlastegelegde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 1:74, 1:75, 1:76, 1:136 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening.

10.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Domschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezen verklaarde feit het in rubriek
5genoemde strafbare feit oplevert;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens dit feit tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
onttrekt aan het verkeerde in rubriek 8 genoemde voorwerpen;
beveelt de gevangenneming van de verdachte, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 20 oktober 2016, in tegenwoordigheid van de griffier A.R. Osepa-Ritfeld.