ECLI:NL:OGEAM:2017:70

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
22 februari 2017
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
100.00488/16
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende overval op juwelier met vuurwapen en diefstal

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1996 en thans gedetineerd, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 22 februari 2017 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van een gewapende overval op de juwelier Caribbean Gems op 5 december 2016. Tijdens de openbare terechtzitting heeft de officier van justitie, mr. N.M. Lemmers, een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. G. Hatzmann, pleitte voor strafmatiging en stelde een gevangenisstraf van 365 dagen voor, waarvan 286 dagen voorwaardelijk.

De tenlastelegging omvatte het betreden van de juwelier met gezicht bedekkende kleding en het bedreigen van medewerkers met een vuurwapen, waarbij de verdachte sieraden heeft weggenomen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard de overval te hebben gepleegd met een seinpistool, dat als vuurwapen werd gekwalificeerd.

Na beoordeling van de bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en getuigen, heeft het Gerecht geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan diefstal met geweld en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De feiten zijn als ernstig gekwalificeerd, gezien de impact op de slachtoffers en de maatschappij. Het Gerecht heeft een gevangenisstraf van 48 maanden opgelegd, met een voorwaardelijk deel en toezicht door de reclassering, om recidive te voorkomen. De uitspraak is gedaan op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Vuurwapenverordening.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 22 februari 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. G. Hatzmann.
De officier van justitie, mr. N.M. Lemmers, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd conform de door hem overgelegde pleitnotities en heeft strafmatiging bepleit, te weten een gevangenisstraf van 365 dagen waarvan 286 dagen voorwaardelijk proeftijd van 3 jaar, 240 uur dienstverlening en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
Feit 1
dat hij op of omstreeks 5 december 2016 te Sint Maarten
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meerdere siera(a)d(en), in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf Caribbean Gems, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meerdere medewerker(s) van het bedrijf Caribbean Gems, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het betreden van he bedrijf Caribbean met gezicht bedekkende kleding en/of
- het tonen van en/of richten met een vuurwapen op een of meerdere medewerker(s) van het bedrijf Caribbean Gems en roepen “Put everything in the bag”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Feit 2
dat hij op of omstreeks 5 december 2016 in Sint Maarten, voorhanden heeft gehad een seinpistool (type Orion), in geval een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening.

3.Voorvragen

3A. Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
3B. Bevoegdheid van het Gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
3C. Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
3D. Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Bewijsmiddelen
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De verklaring van verdachte, ter terechtzitting afgelegd:
Ik heb op 5 december 2016 de overval op die juwelier in Front Street gepleegd. Ik heb daarbij een seinpistool gebruikt. Ik heb het personeel inderdaad bedreigd met het seinpistool.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [naam aangever] d.d. 5 november (het Gerecht begrijpt: december) 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
The guy came in the store fast. He had a colourful backpack and he was holding a black beanie in front of his face. At the front of the store he jumped on the counter and grabbed what jewelry he could get. When he came in he just said “Put everything in the bag” . He put it in the backpack and left the store. He grabbed some more and jumped the counter again and was still busy trying to put the rest of the jewelry in the bag while people were entering the store. He was wearing jeans with a black jacket and a hat.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aanhouding van verdachte [verdachte] d.d. 5 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wij verbalisanten kregen op 5 december 2016 de melding dat een gewapende overval had plaatsgevonden bij Caribbean Gems in Front Street. Tijdens het surveilleren werden wij aangeroepen door een ons bekende VKS’er. Hij gaf ons aan dat de verdachte die wij zoeken een grijskleurig T-shirt en een blauwe jeansbroek aanhad en een pet droeg. De verdachte zou op de Cannegieter Street lopen ter hoogte van de WIB in onze richting. Hij zei dat hij alles had gezien: “I saw the guy running into the parking lot behind “Classic Electronics” and there is where he took off his black clothing an black headwear. Hereafter he put on the clothing that he is wearing right now.” De VKS’er wees ons een man aan die aan kwam lopen en voldeed aan het signalement. Wij hielden de man aan. Bij onderzoek aan de rugzak van de man werd daarin een aantal goudkleurige sieraden aangetroffen. Op aanwijzing van de ooggetuigen ging ik naar de plaats waar de verdachte zich had omgekleed en vermoedelijk het vuistvuurwapen had achtergelaten. Gekomen op de parkeerplaats achter de zaak “Classic Electronics” gelegen op de Back Street, trof ik aan: een zwartkleurig hemd, een zwartkleurige broek, een zwartkleurig vuistvuurwapen. De verdachte gaf op te zijn genaamd [verdachte].
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevinding d.d. 6 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 5 december 2016 heeft een diefstal met geweld plaats gevonden te Caribbean Gems te Frontstreet. De manager van het bedrijf stelde beelden van de overval van de ter plaatse aanwezige videocamera’s beschikbaar. Ik heb de beelden bekeken. Te zien is dat een manspersoon gekleed in donkere kleding de winkel binnen gaat. Hij draagt een zwarte hoody een lichtere zwarte spijkerbroek, roodkleurige sportschoenen en een pet. Hij houdt iets van een stuk stof voor zijn gezicht. In zijn rechterhand houdt hij een op een vuurwapen gelijkend voorwerp waarbij het vermoeden ontstaat dat hij deze wijst in de richting van het aanwezige personeel. Te zien is dat hij sieraden van de wand haalt en in de rugzak stopt. Te zien is dat hij vertrekt in de richting van Klass Electronics.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van nader verhoor aangever [naam aangever] d.d. 7 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
I recognize all the items in the pictures. They all have our code on it.103 items and 2 pendants were missing.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van technisch onderzoek d.d. 3 februari 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik verbalisant ontving voor onderzoek een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in beslag genomen onder verdachte [verdachte]. Ik ben van mening dat het voor onderzoek aangeboden wapen een vuurwapen is in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.
4B. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
hij op 5 december 2016 te Sint Maarten, met het oogmerk van wederrechtelijke toe- eigening heeft weggenomen meerdere sieraden toebehorende aan het bedrijf Caribbean Gems, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen medewerkers van het bedrijf Caribbean Gems, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welke bedreiging met geweld bestond uit
-het binnentreden van de winkel van Caribbean
Gemsmet gezicht bedekkende kleding; en
-het tonen van en dreigend richten met een vuurwapen op medewerkers van het bedrijf Caribbean Gems; en
roepen van “Put everything in the bag”;
Feit 2
dat hij op 5 december 2016 in Sint Maarten, voorhanden heeft gehad een seinpistool (type Orion), een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Feit 2:
Overtreding van artikel 3, lid 1 van de Vuurwapenverordening.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. De feiten zijn derhalve strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met geweld. Met een getrokken vuurwapen heeft hij op klaarlichte dag in een druk toeristisch gebied een juwelier beroofd, en daarbij een groot aantal sieraden buitgemaakt. Dit is een ernstig feit. Het personeel van de juwelier heeft doodsangsten uitgestaan. Feiten als deze veroorzaken, naast materiele schade, onrust en angst in de maatschappij. Slechts een langdurige vrijheidsbenemende straf komt tegemoet aan de ernst van het feit.
Het Gerecht heeft acht geslagen op het voorlichtingsrapport d.d. 8 februari 2017 van de Reclassering (SJIB). In dat rapport en het daarin verwoorde advies ziet het Gerecht aanleiding om een gedeelte van de straf in voorwaardelijke vorm op te leggen, teneinde recidive te voorkomen.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 1:19, 1:20, 1:21, 1:136, 2:289 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening.

9.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek
4Bomschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de in rubriek
5genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden,met bevel dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
12 (twaalf) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij het Gerecht later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
drie jaren, één of meer van de na te melden voorwaarden overtreedt;
algemene voorwaarde:
dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal melden bij de Reclassering (SJIB, [locatie]), zo frequent en zo lang de Reclassering dat noodzakelijk vindt;
draagt de Reclassering op om toezicht te houden op de naleving van hiervoor genoemde bijzondere voorwaarde;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 22 februari 2016, in tegenwoordigheid van de griffier L.A. Patrick-Gibbs.