ECLI:NL:OGEAM:2018:149
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en ontruiming van gehuurde woning in kort geding
In deze zaak, die op 16 november 2018 door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten is behandeld, vorderde eiseres, een huurder, dat gedaagde, de verhuurder, het gehuurde appartement zou verlaten en ontruimen wegens huurachterstand. De huurovereenkomst was op 15 juli 2009 aangegaan voor een jaar, met een maandelijkse huur van US$ 600,-. Gedaagde had echter sinds januari 2018 geen huur meer betaald, waardoor de achterstand was opgelopen tot US$ 9.908,-. Eiseres verzocht het Gerecht om gedaagde te veroordelen tot ontruiming en betaling van de achterstallige huur.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 november 2018 erkende gedaagde dat hij in financiële problemen was geraakt en niet meer in staat was om de huur te betalen. Het Gerecht oordeelde dat er sprake was van een huurachterstand van meer dan drie maanden, wat in beginsel grond gaf voor ontbinding van de huurovereenkomst en toewijzing van de vordering van eiseres. De belangenafweging tussen de belangen van gedaagde en de financiële schade voor eiseres leidde tot de conclusie dat de vordering van eiseres moest worden toegewezen.
Het Gerecht veroordeelde gedaagde om binnen dertig dagen na betekening van het vonnis het appartement te verlaten en de sleutels aan eiseres te overhandigen. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van US$ 6.000,- aan huurschuld en de proceskosten van NAf 699,50. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres direct actie kon ondernemen indien gedaagde niet aan de veroordeling voldeed.