In deze zaak heeft eiser, wonende te Sint Maarten, een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, Blueberry Hill Estate Limited Partnership en Betonbouw Caribbean Construction N.V., met betrekking tot een koop-aannemingsovereenkomst voor een nog te bouwen appartement. De overeenkomst werd op 5 december 2015 gesloten voor een bedrag van US$ 225.000,--, waarbij eiser een depot van 10% heeft gestort. Eiser vorderde een verklaring voor recht dat de overeenkomst op 16 februari 2017 buitengerechtelijk was ontbonden, omdat de woning niet op tijd gereed was voor oplevering. Gedaagden stelden dat de woning voor 98% gereed was en dat eiser in schuldeisersverzuim verkeerde door niet mee te werken aan de oplevering.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de woning niet kon worden opgeleverd omdat er geen aansluiting op het stroomnet was, wat essentieel is voor bewoning. Het gerecht oordeelde dat het ontbreken van de hoofdkabel niet als een ondergeschikte tekortkoming kan worden beschouwd en dat gedaagden verantwoordelijk zijn voor deze tekortkoming. De vordering van eiser om het depot van US$ 25.500,-- terug te vorderen werd toegewezen, evenals de kosten van de procedure. Het gerecht verklaarde dat de overeenkomst geldig was ontbonden en dat het depot aan eiser toekwam.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de aannemer bij de oplevering van een woning en de gevolgen van tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst. Het vonnis werd uitgesproken door mr. P.A.H. Lemaire op 18 september 2018.