ECLI:NL:OGEAM:2019:128

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
29 november 2019
Publicatiedatum
6 december 2019
Zaaknummer
SXM201901191- KG 2019/206
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot opheffing van conservatoir beslag op appartementsrecht door VvE

In deze zaak heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 4 november 2019 een kort geding verzoekschrift ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, met als doel het opheffen van een conservatoir beslag dat door de VvE was gelegd op haar appartementsrecht. Dit beslag was gelegd op 22 oktober 2019, op basis van een besluit van de VvE van 6 maart 2019, waarin [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werd verplicht om achterstallige bijdragen en fees over de periode 2013-2019 te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2019 hebben de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toegelicht.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die de opheffing van het beslag rechtvaardigen. Het Gerecht oordeelt dat het beslag is gelegd in overeenstemming met de geldende regels en dat er voldoende vrees voor verduistering bestaat, aangezien het beslag de mogelijkheid van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om het appartementsrecht te verkopen of te bezwaren belemmert. De vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om het beslag op te heffen wordt dan ook afgewezen.

In reconventie heeft de VvE een vordering ingesteld tot betaling van de achterstallige bedragen, die eveneens door het Gerecht is afgewezen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de VvE onvoldoende heeft aangetoond dat de vordering in kort geding toewijsbaar is, mede gezien het restitutierisico en het feit dat de bodemprocedure al aanhangig is gemaakt. Beide partijen zijn in de proceskosten veroordeeld, waarbij het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM201901191/ KG 2019/206
Vonnis in kort geding van 29 november 2019
inzake
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie].,
domicilie kiezende in Sint Maarten,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. Jelmer Snow,
tegen
[gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in reconventie],
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. Cindy Marica.
Partijen zullen hierna ‘ [eiseres in conventie, verweerster in reconventie].,’ en de ‘VvE’ worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Op 4 november 2019 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het kort geding verzoekschrift ter griffie ingediend. Bij brief van 19 november 2019 heeft de VvE ter griffie een reconventionele vordering met producties doen bezorgen. De gemachtigden hebben tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2019 het woord gevoerd en zij hebben pleitaantekeningen overgelegd. De heer (x) van de VvE is in de gelegenheid gesteld het woord te voeren.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1. [
eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is gerechtigd tot een of meer appartementsrechten in […….] in Sint Maarten.
2.2.
Op grond van een op 16 oktober 2019 verleend verlof van het Gerecht heeft de VvE op 22 oktober 2019 ten laste van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie conservatoir] verhaalsbeslag doen leggen op een appartementsrecht ‘[…]’.
2.3.
Dit beslag is gelegd tot zekerheid van betaling van een door de VvE op [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gepretendeerde vordering uit hoofde van een besluit van 6 maart 2019 van de VvE. Dit besluit strekt ertoe dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over de periode 2013-2019 (achterstallige) fees, bijdragen en contributies aan de VvE dient te betalen.
2.4. [
eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geen gevolg gegeven aan dit besluit en de door de VvE vastgestelde fees, bijdragen en contributies onbetaald gelaten.

3.De geschillen

3.1. [
eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert
in conventie-zakelijk weergegeven- dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis het beslag opheft dan wel de VvE beveelt om het bevel op te heffen op verbeurte van een dwangsom met veroordeling van VvE in de kosten van het geding.
3.2. [
eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat aan vereisten om conservatoir beslag te mogen leggen niet is voldaan. Allereerst voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hiertoe aan dat het beslag niet is gelegd in overeenstemming met de -strengere- eisen van de regels uit de zogenoemde ‘beslagsyllabus’. Ook is er geen vrees voor verduistering van het registergoed. Weliswaar heeft de VvE dat gesteld maar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is niet voornemens om het beslagen registergoed te vervreemden. Verder voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan dat de VvE ten onrechte stelt dat geen andere verhaalsmogelijkheden in Sint Maarten zijn aan te wijzen.
3.3.
De VvE vordert
in reconventie-zakelijk weergegeven- dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om de bedragen van USD 7.515,85, USD 1.388,88 en USD 36.373,58 aan de VvE te betalen te vermeerderen met rente en kosten.
3.4.
Aan de vordering legt de VvE ten grondslag dat op grond van het besluit van 6 maart 2019 van de VvE [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als appartementseigenaar verplicht is de vastgestelde fees, bijdragen en contributies over de periode van 2013 – 2019 aan de VvE te betalen.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Onderlinge samenhang van de conventionele en reconventionele vordering brengt mee dat het Gerecht de vorderingen hierna gelijktijdig en tezamen zal behandeld.
4.2. [
eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beroept zich op de algemene gelding van de zogenoemde beslagsyllabus [1] in Sint Maarten. Het Gerecht dient op grond van deze syllabus strengere eisen te stellen voordat het verlof verleent om conservatoir beslag te (mogen) leggen, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]. Het Gerecht ziet niet op welke grond de Nederlandse beslagsyllabus in Sint Maarten algemene gelding zou kunnen hebben. Het is ook niet de taak of bevoegdheid van de kort geding rechter om over de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorgestane algemene gelding in Sint Maarten van de Nederlandse beslagsyllabus te oordelen.
4.3.
De stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat het Gerecht strengere eisen dient te stellen voordat het verlof verleent om conservatoir beslag [2] te (mogen) leggen, passeert het Gerecht dan ook.
4.4.
Ook de stelling dat geen vrees voor verduistering bestaat, passeert het Gerecht: in het verzoekschrift van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is nadrukkelijk als grond voor opheffing gesteld dat het beslag onderzetting van het appartementsrecht onmogelijk maakt. Hiermee is de vrees voor verduistering gegeven.
4.5.
Of nu wel of geen andere verhaal ten gunste van de VvE voorhanden is, kan in middel blijven nu [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen andere -minder voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]- bezwarende verhaalsobjecten heeft aangewezen. [3]
4.6.
Overigens heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen op de bepaling van artikel 705 lid 2 Rv toegespitste feiten en omstandigheden aangevoerd die tot opheffing van het conservatoire beslag op het appartementsrecht zouden kunnen leiden.
4.7.
De vordering in conventie zal hierna dan ook worden afgewezen.
4.8.
Ter zake van de geldvordering(-en) heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] deze vordering(-en) gemotiveerd weersproken. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert omstandig aan dat aan de vereisten voor toewijzing van een geldvordering in kort geding niet is voldaan. In het bijzonder wijst [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op het restitutierisico.
4.9.
Het Gerecht wijst erop dat reeds uit HR 22 januari 1982, NJ 1982,505 [4] volgt dat bij een voorziening in kort geding bestaande in een veroordeling tot betaling van een geldsom, terughoudendheid op zijn plaats is en dat dienaangaande naar behoren feiten en omstandigheden worden aangewezen die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed is geboden. Het bestaan en omvang van de vordering moet mitsdien in hoge mate aannemelijk zijn en het spoedeisende belang maakt dat een onmiddellijke voorziening is vereist en tot slot mag er geen onaanvaardbaar restitutierisico zijn.
4.10.
Niet is gebleken dat de VvE een beslissing in de bodemprocedure niet zou kunnen afwachten. Een onmiddellijke voorziening bij voorraad van de kort geding rechter is op deze grond dan ook niet noodzakelijk . De bodemprocedure is immers reeds aanhangig gemaakt. Reeds op deze grond kan van toewijzing van de geldvordering(-en) geen sprake zijn.
4.11.
Ook op andere gronden kan van toewijzing van de reconventionele geen sprake zijn.
4.12.
Het inhoudelijke verweer betreft namelijk de stelling dat de VvE op grond van de splitsingsakte en/of statuten van de VvE niet met terugwerkende kracht de fees, bijdragen en contributies kan vaststellen. Daarnaast voert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan dat de VvE over de periode 2013-2019 geen onderhoud, beveiliging e.d. heeft uitgevoerd, dan wel doen uitvoeren, zodat de fees, bijdragen en contributies ook niet met terugwerkende kracht kunnen zijn verschuldigd. De verweren zijn naar het voorlopige oordeel van het Gerecht niet bij voorbaat kansloos of zonder enige grond gevoerd. Dat de bodemrechter zal oordelen dat de gevorderde fees, bijdragen en contributies ook met terugwerkende kracht zullen zijn verschuldigd, is naar het oordeel van het Gerecht dan ook niet zodanig waarschijnlijk dat de kort geding rechter op een dergelijk oordeel vooruit dient te lopen.
4.13.
Tot slot heeft de VvE het restitutierisico onvoldoende weersproken. Hannover betoogt dat de VvE niet over vermogensbestanddelen beschikt zelfs niet over een bankrekening. VvE weerspreekt deze stelling niet. VvE verwijst weliswaar naar de overige appartementen in de […] maar zij ziet hierbij over het hoofd dat deze overige appartementen niet haar eigendom zijn maar van de leden van de VvE.
4.14.
Ook de vordering in reconventie zal op grond van het voorgaande hierna worden afgewezen.
4.15.
In conventie zal als de in het ongelijk te stellen partij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten worden veroordeeld die aan de zijde van de VvE tot op heden worden begroot op:
- salaris gemachtigde NAf 1.000,00.
In reconventie zal als de in het ongelijk te stellen partij de VvE in de proceskosten worden veroordeeld die aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot op heden worden begroot op NAf 1.000,00.
4.16.
Het Gerecht zal het vonnis voor zover het betreft de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
in conventie
5.1.
wijst af de vordering;
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten die aan de zijde van VvE thans kunnen worden begroot op NAf 1.000,00;
5.3.
verklaart het vonnis voor zover het betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
5.4.
wijst af de vordering;
5.5.
veroordeelt VvE in de proceskosten die aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] thans kunnen worden begroot op NAf 1.000,00;
5.6.
verklaart dit vonnis voor zover het betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.T.M. Luijks, rechter, en op 29 november 2019 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.De beslagsyllabus is gepubliceerd onder verantwoordelijkheid van het LOVCK&T (een overleg
2.Uit hoofde van de beslagsyllabus, zo begrijpt het Gerecht.
3.Conservatoir beslag op een onroerende zaak is op zichzelf beschouwd niet bezwarend, tenzij (uiteraard) de beslagdebiteur ten aanzien van de onroerende zaak beschikkingshandelingen nastreeft.
4.En constante jurisprudentie van de Hoge Raad die hierop volgt.