Uitspraak
UITSPRAAK
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
Ontvankeliikheid beroep
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. C.H.J. Merx, beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een wapenvergunning door de Minister van Justitie van Sint Maarten, vertegenwoordigd door mr. A.A. Kraaijeveld. De afwijzing vond plaats op 30 maart 2020, waarbij het bezwaarschrift van eiser tegen een eerdere afwijzing van 23 oktober 2019 ongegrond werd verklaard. Eiser heeft zijn beroep ingediend op 11 juni 2020, na een aanvulling op 4 augustus 2020. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 november 2020 zijn zowel eiser als de gemachtigde van de verweerder verschenen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk is, ondanks dat het beroepschrift buiten de termijn van zes weken na de beschikking is ingediend. De gemachtigde van eiser heeft aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was door de coronamaatregelen. Het Gerecht heeft deze argumentatie geaccepteerd en het beroep ontvankelijk verklaard.
In de beoordeling van de zaak heeft het Gerecht gekeken naar de wettelijke kaders, waaronder artikel 3 van de Vuurwapenverordening. Het Gerecht oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat er een dringende noodzaak is voor de wapenvergunning. De Minister heeft terecht overwogen dat zelfverdediging slechts in uitzonderlijke gevallen als redelijk belang wordt erkend en dat er geen overtuigende redenen zijn om af te wijken van het advies van de Adviescommissie wapenvergunningen. Het ontbreken van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) heeft ook bijgedragen aan de afwijzing van de aanvraag.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep ongegrond verklaard, waarbij het belang van de openbare orde en veiligheid zwaarder woog dan het belang van eiser. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 30 november 2020, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na kennisgeving.