ECLI:NL:OGEAM:2020:13
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot staking en schorsing van openbare veiling en opheffen van executoriale beslagen op onroerende zaken
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 19 februari 2020 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de eiser verzocht om de staking en schorsing van een openbare veiling, alsook de opheffing van executoriale beslagen op onroerende zaken. De eiser vorderde dat de veiling, die op 19 februari 2020 om 10:00 uur zou aanvangen, werd verboden. Het Gerecht oordeelde dat de vordering tot staking van de veiling geen doel kon treffen, aangezien de veiling al gepland was en de eiser in verzuim was met de terugbetaling van een lening aan gedaagde sub 1. Gedaagde sub 1 had de eiser meerdere keren de kans gegeven om de executie te voorkomen door zijn betalingen te hervatten of herfinanciering te zoeken, maar de eiser was hier niet in geslaagd.
Het Gerecht concludeerde dat gedaagde sub 2, die de onroerende goederen niet zou veilen, niet verantwoordelijk was voor de situatie van de eiser. De onderhandelingen tussen de eiser en gedaagde sub 2 waren gestaakt, en de eiser had geen aanvaardbaar voorstel gedaan. Het Gerecht oordeelde dat gedaagde sub 1 niet misbruik maakte van zijn bevoegdheid en dat er geen reden was om de beslagen op te heffen. De vordering van de eiser werd in zijn geheel afgewezen, en de eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 konden worden begroot op NAf 1.500,00 per partij. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, conform artikel 509 Rv.