ECLI:NL:OGEAM:2020:61

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
6 juli 2020
Publicatiedatum
5 augustus 2020
Zaaknummer
Lar 81/2019, SXM201900950
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing van verzoek om vergoeding medische behandeling in het buitenland

In deze zaak hebben eisers, ouders van een minderjarige zoon met Duchenne spierdystrofie, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om vergoeding van medische behandeling in de Verenigde Staten. De afwijzing was gebaseerd op de Landsverordening Ziektekostenverzekering, die geen wettelijke basis biedt voor vergoeding van medische behandelingen buiten Sint Maarten. Eisers stelden dat er geen adequate medische zorg beschikbaar was in de Dominicaanse Republiek of Colombia en vroegen om vergoeding van de kosten voor behandeling in het Cincinnati Children Hospital. De verweerder, het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekostenverzekering, heeft het verzoek afgewezen, omdat het medische instituut in Connecticut niet valt onder de categorie 'allied health professional' waar verweerder mee samenwerkt.

Het Gerecht in eerste aanleg heeft vastgesteld dat het beleid van verweerder niet onredelijk is, aangezien de Landsverordening Ziektekostenverzekering enkel vergoedingen voor behandelingen binnen Sint Maarten toestaat. Het Gerecht oordeelde dat er geen bewijs was dat verweerder onzorgvuldig had gehandeld door geen verwijzing naar het medische instituut in Connecticut te geven. De eisers hebben eerder wel verwijzingen gekregen naar andere landen voor medische behandeling, wat de beslissing van verweerder verder ondersteunt. Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan op 6 juli 2020 door mr. J.M. Ghrib, mr. J. Sybesma en mevrouw M. Lopez-de Weever, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.

Uitspraak

Landsverordening administratieve rechtspraak
Uitspraak: 6 juli 2020
Zaaknummer: SXM201900950 - LAR00081/2019
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
I. (eiser)
II. (eiseres)
eisers,
gemachtigde: de heer E.I. Maduro
tegen
HET UITVOERINGSORGAAN SOCIALE EN ZIEKTEKOSTENVERZEKERING,
verweerder,
gemachtigde: mr. D.C. DAAL,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 4 juli 2019, inhoudende afwijzing van het verzoek om in aanmerking te komen voor medische behandeling in de Verenigde Staten ten behoeve van hun zoon (betrokkene) .

2.Procesverloop

2.1.
Namens eisers is op 30 augustus 2019 ter Griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier een beroepschrift ingesteld ingevolge de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
2.2.
Op 9 oktober 2019 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
2.3.
Vanwege het opschorten voor onbepaalde tijd van zittingen ten gevolge van de Covid-19 crisis hebben partijen middels emailbericht van 1 mei 2020 toestemming gegeven tot schriftelijke afdoening. Een mondelinge behandeling is derhalve achterwege gebleven.
2.4.
Bij email van 11 mei 2020 zijn partijen in de gelegenheid gesteld om pleitnotities in te dienen. Op 25 mei 2020 hebben partijen pleitnotities ingediend. Bij email van 3 juni 2020 zijn partijen in de gelegenheid gesteld in een tweede schriftelijke ronde van conclusie van repliek c.q. dupliek een laatste reactie in te dienen. Op 10 juni 2020 heeft gemachtigde van eisers een conclusie van repliek ingediend. Verweerder heeft medegedeeld geen behoefte te hebben aan een tweede ronde.
2.5.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Feiten en standpunten

3.1
De minderjarige zoon van eisers lijdt aan de spierziekte Duchenne spierdystrofie. Eisers geven aan dat er geen afdoende medische behandeling aanwezig is in de Dominicaanse Republiek of Colombia.
3.2
Bij brief van 16 mei 2019 hebben eisers een verzoek gedaan voor vergoeding van de kosten voor medische behandeling in de Verenigde Staten, in het bijzonder in het “Cincinnati Children Hospital”. Bij brief van 4 juli 2019 is het verzoek afgewezen.
3.3
Eisers verzoeken gegrondverklaring van het beroep en verweerder te bevelen om de verzochte medische behandeling in de Verenigde Staten te vergoeden onder veroordeling van de proceskosten.
3.4
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.5
Op de standpunten van partijen wordt hierna voor zover van belang in gegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 4 van de Landsverordening Ziektekostenverzekering heeft de verzekerde recht op geneeskundige behandeling en verpleging met ingang van de dag van de ziekmelding.
Ingevolge het tweede lid van artikel 4 omvat de geneeskundige behandeling en verpleging opgesomd onder a. t/m f. een en ander voor zover dit in verband met de ziekte noodzakelijk is, evenwel uitsluitend in Sint Maarten.
4.2.
Het Gerecht stelt vast dat ingevolge de Landsverordening Ziektekostenverzekering er geen wettelijke basis bestaat voor vergoeding van medische behandeling buiten Sint Maarten. Hetgeen eisers hieromtrent hebben gesteld kan dan ook niet slagen.
4.3.
Verweerder voert beleid ten aanzien van geneeskundige behandeling die in Sint Maarten niet mogelijk is. De basis van dit beleid is dat verweerder slechts verwijst indien de noodzakelijke medische behandeling niet beschikbaar is op Sint Maarten en dan alleen naar een “allied health professional” waarmee verweerder een overeenkomst heeft gesloten. Verweerder heeft in haar verweerschrift toegelicht dat zij sociale fondsen beheert en dat de uitgaven door de wetgever en het huidige beleid dan ook begrensd zijn. Het Gerecht acht dit beleid niet onredelijk.
4.4.
Voorts is onbetwist dat het medische instituut in Connecticut geen “allied health professional” van verweerder is. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat verweerder niet ten onrechte het verzoek tot verwijzing voor medische behandeling naar voornoemd medisch instituut heeft afgewezen.
4.5.
Eveneens is onbetwist dat eisers eerder wel zijn verwezen naar de Dominicaanse Republiek en Colombia voor medische behandeling. Van onzorgvuldig handelen van verweerder is dan ook geen sprake.
4.6.
Dat verweerder actief op zoek zou moeten gaan naar een instituut waar (betrokkene) analyses en behandeling kan ondergaan en over medicijnen kan beschikken welke bevorderlijk kunnen zijn voor de genezing van zijn ziekte kan het Gerecht niet volgen. Immers ook eisers stellen dat er nog geen definitieve geneesmiddelen, althans medicijnen en/of behandelingen zijn gevonden. Onder deze omstandigheid acht het Gerecht het niet onredelijk dat verweerder de aanvraag tot vergoeding van de medische behandeling bij een niet “allied health professional” heeft afgewezen.
4.7.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

5.De beslissing

Het Gerecht in eerste aanleg:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, mr. J. Sybesma en mevrouw M. Lopez-de Weever, bijzondere rechters in het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 6 juli 2020.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.