Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikkingen
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
tot toewijzing van haar verzoek tot het verlenen van de (gewijzigde) ontheffing ingevolge de Tlv”,waarbij ze tevens aangeeft dat zij onder meer vanwege de geldigheidsduur tot en met 30 april 2021 van de dan geldende ontheffing erop vertrouwt vóór 30 april 2021 een beslissing tegemoet te zien. Vervolgens trekt verweerder per 29 april 2021 de ontheffing in. Dat is dus daags voordat de ontheffing reeds van rechtswege zou zijn verlopen. Uit het feit dat verweerder op dat moment niet het standpunt inneemt dat [verzoekster] geen belang meer heeft bij haar verzoek, omdat de ontheffing - al dan niet gewijzigd - daags daarop sowieso van rechtswege zou vervallen, en verweerder [verzoekster] dus in haar verzoek ontvangt, leidt het Gerecht dan ook af dat ook verweerder inmiddels meende dat het verzoek van [verzoekster] zich over een langere periode dan slechts tot 30 april 2021 zou uitstrekken. [verzoekster] heeft daarmee wel een reëel belang bij haar verzoek en zal daarin worden ontvangen.