Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
Het verloop van de procedure
3.Feiten
Het geschil
De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres, geboren in de Dominicaanse Republiek, een aanvraag voor een vergunning tot verblijf (vtv) ingediend. De aanvraag werd door de Minister van Justitie van Sint Maarten afgewezen op basis van het feit dat de feitelijke samenwoning met haar echtgenoot, met wie zij sinds 2013 is getrouwd, was verbroken. Eiseres heeft verklaard dat haar echtgenoot in New York verblijft en dat zij nog niet gescheiden zijn, omdat hij haar wil helpen met het regelen van haar verblijfsstatus. De procedure begon met een beroepschrift dat op 7 oktober 2021 werd ingediend, waarna een verweerschrift volgde op 4 januari 2022. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 oktober 2022, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat de feitelijke samenwoning tussen eiseres en haar echtgenoot sinds september 2018 is verbroken. Eiseres heeft niet kunnen weerleggen dat zij niet meer voldoet aan de voorwaarden van haar vergunning tot tijdelijk verblijf, aangezien zij niet vijf jaar onafgebroken rechtmatig verblijf heeft opgebouwd. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag door de verweerder terecht was en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door rechter J.M. Ghrib op 28 november 2022, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.