ECLI:NL:OGEAM:2022:120

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
22 oktober 2022
Publicatiedatum
3 april 2023
Zaaknummer
SXM202101430- Lar 197/2021
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van vergunning tot tijdelijk verblijf en vernietiging van bestreden beschikking

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Richardson, een aanvraag ingediend voor een vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel het verrichten van arbeid als directrice. De aanvraag werd door de Minister van Justitie van Sint Maarten, vertegenwoordigd door mr. A.O. Muller, buiten behandeling gesteld. Eiseres heeft hiertegen beroep aangetekend. Tijdens de zitting op 19 september 2022 heeft eiseres haar verzoek om een 'visa waiver' ingetrokken. De verweerder heeft na heroverweging aangegeven dat de bestreden beschikking niet gehandhaafd kan blijven en dat de aanvraag van eiseres voor inwilliging in aanmerking komt. Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en verweerder opgedragen om binnen twee weken een nieuwe beschikking te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn vastgesteld op NAf 1050,-- en NAf 150,-- voor het griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2022. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 24 oktober 2022
Zaaknummer: SXM202101430-LAR00197/2021
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[eiseres],
eiseres,
gevolmachtigde: mr. A. RICHARDSON,
tegen
DE MINISTER VAN JUSTITIE VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. A.O. MULLER,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 16 september 2021, uitgereikt 12 oktober 2021, waarbij de aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel directrice, buiten behandeling is gesteld.

2.Het procesverloop

Namens eiseres is op 23 november 2021 ter Griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier een beroepschrift ingediend ingevolge de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
Op 29 augustus 2022 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Op 12 september 2022 heeft eiseres aanvullende producties in het geding gebracht.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 19 september 2022. Eiseres is bij haar gemachtigde voornoemd verschenen. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde voornoemd. Verweerder heeft een op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Beoordeling

3.1
Het Gerecht gaat uit van de navolgende vaststaande feiten.
- Eiseres heeft op 9 december 2019 zich tot verweerder gewend met haar aanvraag om een vergunning tot tijdelijk verblijf met als doel het verrichten van arbeid als directrice bij [naam bedrijf].
- Bij beschikking van 16 september 2021 heeft verweerder afwijzend op het verzoek beslist in die zin dat de aanvraag buiten behandeling is gesteld.
3.2
Eiseres heeft het Gerecht gemotiveerd verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en een vergunning tot tijdelijk verblijf voor arbeid als directrice toe te kennen.
3.3
Verweerder heeft zich in zijn verweerschrift gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht. Volgens de gemachtigde geeft het beroepschrift aanleiding tot herziening van de bestreden beschikking.
3.4
Het Gerecht overweegt als volgt.
Ter zitting heeft de gevolmachtigde van eiseres het verzoek inzake afgifte van een ‘visa waiver’ ingetrokken. Gelet hierop behoeft hetgeen partijen hieromtrent hebben aangevoerd geen bespreking.
Uit het verweerschrift en uit hetgeen ter zitting is besproken, leidt het Gerecht af dat verweerder thans van oordeel is dat de bestreden beschikking niet onverkort kan worden gehandhaafd. Verweerder heeft aangegeven dat na heroverweging de bestreden beschikking dient te worden vernietigd omdat de aanvraag van eiseres voor inwilliging in aanmerking komt. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. Nu verweerder zal worden opgedragen om zijn reeds genomen beslissing met betrekking tot verblijfsaanvaarding in een formeel besluit neer te leggen, zal het Gerecht bepalen dat de termijn voor het nemen van een nieuw besluit twee weken is.
3.5
Er is aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten van de procedure. Met toepassing van het besluit proceskosten bestuursrecht bepaalt het Gerecht deze kosten op NAf 700,--, zijnde 1 punt voor het beroepschrift en NAf 350,-- zijnde 1 punt voor het verschenen ter zitting, met wegingsfactor 0,5 gezien de inhoud van het verweerschrift en dien ten gevolge de beperkte behandeling van de zaak op zitting en een bedrag van NAf 150,-- als vergoeding voor het door eiseres betaalde griffierecht.

4.De beslissing

Het Gerecht in eerste aanleg:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden beschikking;
- draagt verweerder op om binnen twee weken na heden een nieuwe beschikking op aanvraag van eiseres te nemen;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres zal betalen een bedrag ad NAf 1050,-- en een bedrag ad NAf 150,--.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 24 oktober 2022.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.