ECLI:NL:OGEAM:2022:16

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
17 januari 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
Lar 93/2021, SXM202100934
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift buiten termijn ingediend; niet-ontvankelijkheid van bezwaar op grond van Landsverordening arbeid vreemdelingen

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde dhr. R.E. Duncan, beroep ingesteld tegen de beschikking van de Minister van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Arbeid van Sint Maarten, waarin het bezwaarschrift van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De beschikking waartegen bezwaar is gemaakt, dateert van 14 oktober 2020, en het bezwaarschrift is pas op 27 november 2020 ingediend, wat buiten de wettelijke bezwaartermijn van vier weken valt. Eiseres betoogt dat de termijn van bezwaar volgens de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) zes weken bedraagt en dat haar bezwaarschrift ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechter heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn is aangevangen op 27 oktober 2020, de dag waarop de beschikking aan eiseres is uitgereikt. Eiseres heeft niet aangetoond dat de termijnoverschrijding het gevolg is van bijzondere omstandigheden die niet aan haar zijn toe te rekenen. De rechter concludeert dat de in de Landsverordening arbeid vreemdelingen neergelegde bezwaartermijn van openbare orde is en dat verweerder hier niet van kan afwijken. De rechter heeft de beroepsgrond van eiseres verworpen en geoordeeld dat het bezwaarschrift terecht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

Uiteindelijk heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten het beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en uitgesproken in het openbaar op 17 januari 2022. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 17 januari 2022
Zaaknummer: SXM202100934-LAR00093/2021
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[eiseres],
eiseres,
gemachtigde: dhr. R.E. DUNCAN,
tegen
DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, SOCIALE ZAKEN EN ARBEID VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. A.O. MULLER,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 28 juni 2021, waarbij het bezwaarschrift van eiseres, gericht tegen verweerders beschikking van 14 oktober 2020 inhoudende afwijzing van de aanvraag tewerkstellingsvergunning ten behoeve van [D], kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 27 juli 2021 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend beroepschrift (met producties) heeft eiseres tegen voormelde beschikking beroep ingesteld als bedoeld in artikel 7 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: Lar).
2.2.
Op 13 september 2021 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
2.3.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 14 december 2021. Eiseres is bij gemachtigde voornoemd verschenen die op schrift gestelde pleitaantekeningen heeft voorgedragen en overgelegd. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde. Ter zitting zijn partijen in de gelegenheid gesteld om aanvullende akte in te dienen. Verweerder heeft op 17 december 2021 een akte ingediend. Eiseres heeft vervolgens bij email bericht van 23 december 2021 een contra-akte ingediend. Partijen hebben aangegeven geen nadere mondelinge behandeling meer nodig te achten. Het Gerecht sluit hierbij het onderzoek ter zitting en zal uitspraak doen.
2.4.
Uitspraak is bepaald op heden.

3.Feiten

- Op 17 september 2020 heeft eiseres zich tot verweerder gewend met het verzoek een tewerkstellingsvergunning te verlenen ten behoeve van [D], geboren op [geboortedatum] te Grenada en van Grenadaanse nationaliteit.
- Bij beschikking van 14 oktober 2020 heeft verweerder afwijzend beslist op het verzoek van eiseres.
- Met de brief van 25 november 2020 heeft eiseres bezwaar aangetekend tegen voormelde beschikking.
- Bij de thans bestreden beschikking is het bezwaar van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift buiten de bezwaartermijn van vier weken is ingediend.

4.Het geschil

4.1.
Eiseres heeft het Gerecht verzocht het beroep gegrond te verklaren, de bestreden beschikking te vernietigen met bepaling dat verweerder alsnog positief op de aanvraag tewerkstellingsvergunning van eiseres zal beslissen. Daarbij voert eiseres aan dat haar bezwaarschrift ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Het beroep op artikel 12 van de Landsverordening arbeid vreemdelingen is onjuist en geeft blijk van een verkeerde uitvoering en interpretatie van de toepasselijke wetgeving. Er is een termijn van bezwaar ingevolge de Lar dat algemeen geldt van zes weken. Gelet op het voorgaande is er dus geen sprake van een termijnoverschrijding, aangezien eiseres ruim op tijd was.
4.2.
Verweerder stelt dat het beroep ongegrond dient te worden verklaard. In de bestreden beschikking is immers terecht geoordeeld dat het bezwaarschrift niet binnen vier weken na verzending van de beschikking in primo is ingediend, zoals neergelegd in artikel 12 van de Landsverordening arbeid vreemdelingen. Vervolgens is er geen sprake van niet-verschoonbare termijnoverschrijding omdat eiseres niet heeft aangegeven dat het te late indienen gevolg is geweest van niet aan haar toe te rekenen bijzondere omstandigheid.

5.Wettelijk kader

Artikel 14 van het Uitvoeringsbesluit arbeid vreemdelingen luidt (voor zover hier van belang):
1. De beschikking, houdende toekenning dan wel weigering van de tewerkstellingsvergunning, wordt per fax of per e-mail aan de werkgever verzonden. In uitzonderlijke gevallen wordt de beschikking per aangetekende post verzonden of persoonlijk aan de werkgever uitgereikt. In geval van uitreiking in persoon dient de werkgever voor ontvangst te tekenen.
2. (…)
3. De beschikking is, voor het overige, zoveel mogelijk gemotiveerd. In de beschikking wordt steeds opgenomen de rechtsmiddelenclausule inzake indiening van bezwaar op grond van artikel 12 van de landsverordening.
4. Een afschrift van de beschikking, met daarbij gevoegd een afschrift van de landsverordening en van het onderhavige besluit met toelichting, wordt ook aan de vreemdeling verstrekt, voor zover deze reeds tot Sint Maarten is toegelaten.
Ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen kan degene die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een beschikking ter zake van een tewerkstellingsvergunning hiertegen binnen vier weken na de dag waarop deze is gegeven een bezwaarschrift indienen.
Krachtens artikel 56, tweede lid, van de Lar geldt op de dag waarop de beschikking is verzonden of uitgereikt, als de dag waarop deze is gegeven.
In het derde lid blijft, wanneer het bezwaarschrift na afloop van de daarvoor gestelde termijn is ingediend, niet-ontvankelijk verklaring op grond daarvan achterwege, indien de bezwaarde aantoont dat de termijnoverschrijding het gevolg is van hem niet toe te rekenen bijzondere omstandigheden en hij het bezwaarschrift heeft ingediend, zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd.

6.Beoordeling

6.1.
Het Gerecht stelt vast dat uit de stukken, zoals overgelegd door verweerder op 17 december 2021, blijkt dat verweerder de beschikking houdende weigering van de tewerkstellingsvergunning op 26 oktober 2020 per e-mail aan eiseres heeft verzonden. Daarbij is in de mail waar de beschikking als bijlage is gevoegd, melding gemaakt van een vier weken bezwaartermijn. Ingevolge artikel 14 van het Uitvoeringsbesluit arbeid vreemdelingen is een beschikking uitgereikt indien verzonden per mail. De bezwaartermijn is aldus aangevangen op 27 oktober 2020. Voor zover eiseres zou willen betogen dat zij de mail niet heeft ontvangen kan zij daarin niet worden gevolgd. In de mail van 26 oktober 2020 staat vermeld dat eiseres wordt verzocht het origineel van de beschikking te komen afhalen. Vast staat dat de beschikking op 27 oktober 2020 in persoon is uitgereikt aan een daartoe door eiseres gemachtigde, mevr. [A].
6.2.
Het bezwaarschrift is 27 november door eiseres ingediend en ontvangen door verweerder. Het Gerecht stelt vast dat dit buiten de wettelijke bezwaartermijn ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen, van vier weken is ingediend.
6.3.
Niet-ontvankelijkheid op grond van te late indiening ven een bezwaarschrift blijft achterwege indien de indiener aantoont dat de termijnoverschrijding het gevolg is van niet aan hem toe te rekenen bijzondere omstandigheden en dat hij bezwaar heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd.
6.4.
Eiseres heeft aangevoerd dat de termijn van indienen bezwaar ingevolge de Lar van toepassing is en aldus dat de bezwaartermijn zes weken bedraagt. Eiseres kan daarin niet worden gevolgd. De in de Landsverordening arbeid vreemdelingen neergelegde bezwaartermijn is van openbare orde en verweerder kan daar niet van af wijken. Dat deze Landsverordening als enige een van de Lar afwijkende bezwaartermijn kent maakt dit niet anders.
6.5.
Eiseres heeft gesteld dat zij een beschikking in ontvangst heeft genomen op 27 oktober 2020 waar niet de bezwaarclausule aan zou zijn gehecht. Het Gerecht is van oordeel dat ook deze beroepsgrond faalt. Verweerder heeft het volledige besluit overgelegd, waarin een bezwaarclausule is opgenomen van een vier weken bezwaartermijn. Voorts is van belang dat de e-mail van 26 oktober 2020 eveneens melding maakt van een vier weken termijn. Voorts weegt mee dat als productie 3 bij het beroepschrift van 27 juli 2021 eiseres de beschikking inclusief de bezwaarclausule heeft gevoegd.
6.6.
Gezien het vorenstaande stelt het Gerecht vast dat het bezwaarschrift buiten de termijn is ingediend en dat het ook overigens niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan niet-ontvankelijkheid achterwege zou moeten blijven. Verweerder heeft dan ook het bezwaarschrift terecht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
6.7.
Het beroep dient, gelet op vorenstaande, ongegrond te worden verklaard.

7.De beslissing

Het Gerecht:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 17 januari 2022.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.