Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door dhr. E.I. Maduro, en de Minister van Justitie van Sint Maarten, vertegenwoordigd door mr. A.O. Muller. Eiseres, van Dominicaanse nationaliteit, had een aanvraag voor een vergunning tot verblijf ingediend, die door de Minister was afgewezen op basis van het feit dat zij arbeid had verricht zonder de benodigde tewerkstellingsvergunning. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om de beschikking van de Minister te vernietigen en een nieuwe beschikking te nemen.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat het beleid van de Minister, dat een onderscheid maakt tussen partners van Nederlanders en partners van niet-Nederlanders, niet proportioneel is en in strijd met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende onderbouwing was voor de stelling dat partners van niet-Nederlanders een grotere druk op de arbeidsmarkt zouden leggen dan partners van Nederlanders. Dit leidde tot de conclusie dat het beleid van de Minister niet voldoet aan het proportionaliteitsvereiste en derhalve niet redelijk is.
Het Gerecht heeft het beroep gegrond verklaard, de bestreden beschikking vernietigd en de Minister opgedragen om de aanvraag van eiseres voor de vergunning tot verblijf toe te wijzen. Tevens is de Minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op NAf 1.400,--, en een griffierecht van NAf 150,--. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.