ECLI:NL:OGEAM:2022:57

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
8 april 2022
Publicatiedatum
1 augustus 2022
Zaaknummer
SXM2021079 - 100.00054/19 en 100.00556/20
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvoering en beroving van juwelier met geweld en vuurwapens, inclusief marihuanabezit

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 8 april 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van ontvoering en beroving van een juwelier. De verdachte heeft samen met anderen het slachtoffer van zijn vrijheid beroofd met als doel de juwelier te beroven. Tijdens de ontvoering is er geweld toegepast en zijn vuurwapens gebruikt, waardoor het slachtoffer vreesde voor zijn leven. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar het Gerecht verwierp zijn verweer dat zijn DNA op een siliconen masker, dat tijdens de overval werd gebruikt, niet relevant was. Het Gerecht oordeelde dat het masker delict-gerelateerd was en dat het DNA-spoor een daderspoor vormde. De verdachte werd ook schuldig bevonden aan het bezit van marihuana. Uiteindelijk werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, waarbij het slachtoffer ernstig in zijn vrijheid is aangetast en de psychische gevolgen van dergelijke gewelddadige misdrijven worden erkend. Het Gerecht heeft ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen, waaronder een geldbedrag en een iPhone, gelast.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00054/19 & 100.00556/20

Uitspraak: 8 april 2021 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1988 op te [geboorteplaats],
adres: [adres],
thans gedetineerd in Pointe Blanche.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 februari en 18 maart 2021. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.D.M. Roseburg, advocaat in Sint Maarten.
De officier van justitie, mr. S. Withfield, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 100.00556/20 en het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 100.00054/19 bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten een geldbedrag ad $ 245 en een Apple iPhone.
De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1. (100.00556/20)
Hij op of omstreeks 16 juli 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een Rolex horloge en/of een portemonnee inhoudende een ID kaart en/of krediet kaart en/of een rijbewijs en/of (een) sleutel(s), in elk geval enige goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
waarbij het geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader(s),
  • gezichtsmasker(s) droeg(en) en/of
  • met een of meerdere voertuig(en) de auto waarin die [slachtoffer] reed en/of zat heeft/hebben klemgereden en/of voor de auto van die [slachtoffer] tot stilstand zijn gekomen waardoor die [slachtoffer] niet weg kon rijden en/of
  • een of meerdere vuurwapens aan die [slachtoffer] toonde(n) en/of dat/die vuurwapen(s) op die [slachtoffer] richtte(n) en/of gericht hielden en/of
  • tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd ‘’Don’t move, don’t move!’’ en/of
  • die [slachtoffer] uit zijn auto heeft/hebben gehaald en hem in een andere auto heeft/hebben geplaatst en/of
  • tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd ‘’als je rustig blijft, is er een mogelijkheid dat je vanavond je familie weer ziet’’ of woorden van soortgelijke dreigende strekking en/of
  • de handen/polsen van [slachtoffer] heeft/hebben vastgebonden;
(100.00556/20)
Hij op of omstreeks 16 juli 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet
  • met gezichtsmasker(s) op en/of
  • met een of meerdere voertuig(en) de auto waarin die [slachtoffer] reed en/of zat klemgereden en/of voor de auto van die [slachtoffer] tot stilstand gekomen waardoor die [slachtoffer] niet weg kon rijden en/of
  • een of meerdere vuurwapens aan die [slachtoffer] getoond en/of dat/die vuurwapen(s) op die [slachtoffer] gericht en/of gericht gehouden en/of
  • tegen die [slachtoffer] gezegd ‘’Don’t move, don’t move!’’ en/of
  • die [slachtoffer] uit zijn auto gehaald en hem in een andere auto geplaatst en/of
  • tegen die [slachtoffer] gezegd ‘’als je rustig blijft, is er een mogelijkheid dat je vanavond je familie weer ziet’’ of woorden van soortgelijke dreigende strekking en/of
  • de handen/polsen van die [slachtoffer] vastgebonden en/of
  • met die vastgebonden [slachtoffer] op de achterbank van de auto rondgereden en/of
  • na enige tijd die [slachtoffer] in een ander voertuig geplaatst en/of tegen die [slachtoffer] gezegd ‘’we weten wie je bent en waar je werkt’’ en/of
  • (dreigend) die [slachtoffer] vragen gesteld over het beveiligingssysteem en de kluis van [zaak] aan de [adres zaak] te Saint Martin en/of
  • die [slachtoffer] uit de auto gehaald en op de grond tussen de bosjes gelegd en/of
  • die [slachtoffer] een of meerdere keren (terwijl hij op de grond lag) in het gezicht en/of tegen het lichaam geslagen en/of
  • die [slachtoffer] een of meerdere keren (terwijl hij op de grond lag) tegen het lichaam geschopt en/of
  • een handschoen althans een stuk stof in de mond van die [slachtoffer] gestopt;
(100.00556/20)
Hij op of omstreeks 16 juli 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vuurwapen (merk: RUGER, model P89DC, kaliber: 9MM X 19) en/of munitie te weten, een bijbehorende patroonhouder en tien (10) scherpe patronen van het kaliber 9 MM, in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
1. (100.00054/19)
Hij op of omstreeks 20 februari 2019 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk in zijn bezit heeft gehad en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft aangewend, ongeveer 484 gram, in elk geval een hoeveelheid hennep, althans hars die uit hennep wordt getrokken, althans een gebruikelijke bereiding waaraan de hars die uit hennep wordt getrokken ten grondslag ligt (zoals hashish), zijnde hennep een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening 1960 en/of in de Beschikking van de Minister van Volksgezondheid van 6 januari 2005 (P.B. 2005 no. 13).
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte alle ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. (100.00556/20)
Hij op 16 juli 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een Rolex horloge en een portemonnee inhoudende een ID kaart en een krediet kaart en een rijbewijs en sleutels, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, waarbij het geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij verdachte en zijn mededaders,
  • gezichtsmaskers droegen en
  • met meerdere voertuigen de auto waarin die [slachtoffer] reed hebben klemgereden en voor de auto van die [slachtoffer] tot stilstand zijn gekomen waardoor die [slachtoffer] niet weg kon rijden en
  • meerdere vuurwapens aan die [slachtoffer] toonden en die vuurwapens op die [slachtoffer] richtten en gericht hielden en
  • tegen die [slachtoffer] hebben gezegd ‘’Don’t move, don’t move!’’ en
  • die [slachtoffer] uit zijn auto hebben gehaald en hem in een andere auto hebben geplaatst en
  • tegen die [slachtoffer] hebben gezegd ‘’als je rustig blijft, is er een mogelijkheid dat je vanavond je familie weer ziet’’ of woorden van soortgelijke dreigende strekking en
  • de handen/polsen van [slachtoffer] hebben vastgebonden;
2. (100.00556/20)
Hij op 16 juli 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid
heeftberoofd en beroofd
heeftgehouden, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders met dat opzet
  • met gezichtsmaskers op,
  • met meerdere voertuigen de auto waarin die [slachtoffer] reed klemgereden en
  • meerdere vuurwapens aan die [slachtoffer] getoond en die vuurwapens op die [slachtoffer] gericht en gericht gehouden en
  • tegen die [slachtoffer] gezegd ‘’Don’t move, don’t move!’’ en
  • die [slachtoffer] uit zijn auto gehaald en hem in een andere auto geplaatst en
  • tegen die [slachtoffer] gezegd ‘’als je rustig blijft, is er een mogelijkheid dat je vanavond je familie weer ziet’’ of woorden van soortgelijke dreigende strekking en
  • de handen/polsen van die [slachtoffer] vastgebonden en
  • met die vastgebonden [slachtoffer] op de achterbank van de auto rondgereden en
  • na enige tijd die [slachtoffer] in een ander voertuig geplaatst en tegen die [slachtoffer] gezegd ‘’we weten wie je bent en waar je werkt’’ en
  • (dreigend) die [slachtoffer] vragen gesteld over het beveiligingssysteem en de kluis van [zaak] aan de [adres zaak] te Saint Martin en
  • die [slachtoffer] uit de auto gehaald en op de grond tussen de bosjes gelegd en
  • die [slachtoffer] meerdere keren (terwijl hij op de grond lag) in het gezicht en tegen het lichaam geslagen en
  • die [slachtoffer] een of meerdere keren (terwijl hij op de grond lag) tegen het lichaam geschopt en
  • een handschoen in de mond van die [slachtoffer] gestopt;
3. (100.00556/20)
Hij op 16 juli 2020 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met anderen, een vuurwapen (merk: RUGER, model P89DC, kaliber: 9MM X 19) en munitie, te weten een bijbehorende patroonhouder en tien (10) scherpe patronen van het kaliber 9 MM, in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
1. (100.00054/19)
Hij op 20 februari 2019 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk in zijn bezit heeft gehad en aanwezig heeft gehad, 484 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in artikel 1 Opiumlandsverordening.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Ten aanzien van feit 1, 2 en 3 inzake 100.00556/20

1. [slachtoffer] deed op 16 juli 2020, 18 juli 2020 en 22 juli 2020 (aanvullend) aangifte van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende verklaard:

I am the manager of the store where I am working on the French Side. The name of the store is [zaak]. Its located on the [adres zaak].
[…]
There was an oncoming vehicle which was a white [auto 1]. I stopped so that he could pass. That's when I was blocked by two (2) or three (3) other vehicles. I saw about 4 persons approaching my vehicle with white silicone masks on their faces. Their masks where covering up onto their shoulders.
[…]
They drove inside the small road and they took me out of the car, put me down on the ground and they started to beat me up and they told me that they know who I am and what work I do. They were asking me questions about the security system of the business and how to open the vault of the safe. I told them that I cannot go inside because I don’t have all of the keys. They continue beating me telling me that I was lying to them.
[…]
When we got to the cemetery they all stepped out of the car. About 15 minutes later I saw car lights coming in our direction. It was the police. I heard then telling the guys, stop don't run. But they ran. At that time there were only 3 persons outside of the car talking.
[…]
Q: What did these men wanted from you?
A: They were persistently asking for the Rolex watches and Hublot watches. They also stole my personal Rolex watch that I was wearing. It's a submarina in stainless steel, black index, green bezel. The reference number of my Rolex watch is [referentienummer]. They took my wallet with my daughter's ID Card, my credit card and my French driver's license. I had about 10 or 15 dollars inside. They also stole my business keys for the store with the alarm remote control, my father's apartment keys and my house keys. They tried to take off my ring but it was difficult to come off. [1]
[…]
Op dat moment werd mijn voertuig geblokkeerd. De auto waar ik achter stond reed naar achteren en raakte mijn bumper, zodat ik niet meer weg kon. Het raam van mijn auto stond open. Opeens zag ik een man die een vuurwapen op mij richtte en schreeuwde: "Don't move, don't move!" De persoon had een siliconen masker op. De deur van mijn voertuig werd geopend door de man. Het wapen was zwart en zilver van kleur, het was geen revolver, het was een semiautomatisch vuurwapen, dat kan ik mij herinneren. Het vuurwapen had een geel of rood merkteken. Er kwam een voertuig aangereden die parkeerde naast mijn auto. Dit was een donkere [auto 2], met een champagne-kleurig interieur en met een Frans kenteken.
Ik moest in de [auto 2 ] voertuig gaan zitten. Ik ging rechtsachter zitten. Er ging een tweede persoon naast mij zitten, hij had ook een vuurwapen en een masker op. De man hield het vuurwapen op mij gericht. Ik weet niet meer of dit dezelfde man is die vroeg of ik uit mijn auto wilde komen. Deze persoon zei tegen mij in het Frans: "Als je rustig blijft, dan is er een mogelijkheid dat je vanavond je familie weer ziet.’’
[…]
Ergens in deze periode werden mijn polsen bij elkaar geboden door geprepareerde tie-wraps in de vorm van een acht.
[…]
De [auto 2] parkeerde op een kleine parkeerplaats. Ook zag ik de witte [auto 1] op de parkeerplaats. Deze kwam naast ons staan. De man die naast mij zat vroeg ik wilde uitstappen en rustig wilde plaatsnemen in de [auto 1]. Dit heb ik gedaan. We zaten met z’n vijven in de [auto 1]. Al deze mannen droegen een siliconen masker, allemaal verschillend. We zijn een aantal minuten op deze parkeerplaats gebleven.
Terwijl we daar wachtte zagen de mannen dat ik een horloge had. Ze vroegen mij wat voor horloge dit was. Ik vertelde hen dat het gewoon een horloge was, maar ze zagen dat het een Rolex-horloge was. Ze hebben dit horloge van mij afgenomen.
[…]
De [auto 1] werd geparkeerd en we zijn allemaal uitgestapt. Mij werd gevraagd op de grond te gaan liggen. Daar lag ik dan, tussen de bosjes, met mijn handen geboeid, op de grond, met vier mannen om mij heen. De bestuurder van de [auto 1], de persoon die ik als de leider beschouw, vertelde dat ik loog over de sleutels van de juwelierszaak. Hij was echt gestrest. De andere drie mannen stonden er gewoon bij. Deze man, de bestuurder van de [auto 1], sloeg mij terwijl hij een vuurwapen in zijn hand had, op mijn oor, dit bloedde direct. Dit beek achteraf een klein sneetje in mijn oorschelp. Daarna heeft hij mij nog 3 keer geslagen op mijn gezicht terwijl ik op de grond lag. Ik probeerde mijzelf te verweren met mijn vastgebonden armen. Hij heeft mij ook geslagen op mijn ribben. Ik voel nu de pijn nog. Ik denk dat ik ook een keer geschopt was in mijn zij. Ik voelde pijn over mijn hele lichaam.
[…]
Ik kreeg een handschoen in mijn mond zodat ik stil zou blijven. ik
bleef op de grond liggen.
[…]
Het was inderdaad de politie. Er kwamen twee agenten aanrennen. Ze schenen met een zaklamp in de [auto 2], maar ik denk niet dat ze mij gezien hebben. Ik hoorde ze roepen "Halt!" of "Stop!" of iets dergelijks. Daarna hoorde ik schoten. Het waren er vier of vijf volgens mij. De drie mannen renden weg richting het strand.
[…]
V: Kunt u iets meer vertellen over de maskers?
A; De maskers waren groot, die bedekten behalve het hele gezicht ook de nek. De maskers waren gemaakt van een soort silliconenmateriaal. Ze waren allemaal verschillend. Ik woon al een tijdje op dit eiland en ik zou niet weten waar je dit soort maskers op het eiland zou kunnen kopen. Ze droegen long sleeves, dus ik kon hun armen niet zien. Maar soms zag ik wel hun polsen en daarom weet ik dat er vier van de mannen een donkere huidskleur hebben.
[…]
V: Zijn er nog meer goederen weggenomen behalve uw Rolex-horloge?
A; Ja, een hele mooie blauwe aansteker. Mijn vrouw heeft zo'n zelfde aansteker in oranje, u kunt er een foto van maken. Mijn aansteker heeft twee sterren erop. Verder mijn portemonnee en iPhone. U vertelt mij nu dat de politie een portemonnee en iPhone bij de begraafplaats heeft aangetroffen, dit is waarschijnlijk de mijne. Ook de sleutels van de juwelierswinkel ontbreken. Die moeten de daders hebben meegenomen. Ze zitten in een blauwe clip van St. Dupont. Ik heb inmiddels alle sloten van de winkel vervangen. [2]

2. Getuige [getuige 1] heeft op 17 juli 2020 het volgende verklaard:

As usual my son [slachtoffer] calls me every morning when he is going to work and in the evening when he is leaving his work. He called me exactly 5:19pm yesterday. As usual we speak about sports and news from France as he drives home from work. At around 5:30pm, suddenly my son stopped speaking to me and I heard him saying in a nervous voice "ok ok I am going to leave the car". He said this in French.
Just after that I heard a guy saying to him in French "You stay in the car".
After that I did not hear anything. I kept quiet just trying to listen to everything.
I think that the men did not realize that my son was communicating with me on the telephone because he was using the Bluetooth.
I kept the communication open for about 5 minutes just trying to listen to see if I would hear anything else.
After that I closed off the communication. I tried calling him 2 or 3 times but no one
answered.
[…]
She contacted a guy that works with computers so that he could trace to phone.
When we located his phone it showed that he was in the area of Simpsonbay.
We called the police on the Dutch side and we informed them of where the phone was located at that time. All of this information she send to chief [chief]. [3]

3. Op 16 juli 2020 omstreeks 19:40 uur, werden de verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3] naar aanleiding van een melding van een mogelijke ontvoering gedirigeerd naar Cay Bay. Zij hebben het volgende gerelateerd:

Wij verbalisanten, hebben voorbij de begrafenis plaats gereden en zagen toen op die tijd niets bijzonders. Wij reden tot en met het einde van Guiro road. Vervolgens keerden wij om en gaande in de richting van de begrafenis plaats. Wij zagen in de verte binnen de begrafenis plaats een spiegeling van een achterbak verlichting van een voertuig.
Wij, verbalisanten hebben direct de centrale post in kennis gesteld. Toon wij
verbalisanten de Guiro road op reed zagen wij verbalisanten dicht bij de
begrafenisplaats een zilverkleurige personenauto van het merk [auto 2] voorzien van het Franse kenteken [kentekennummer 1].
[…]
Ik zag een persoon gekleed in een zwart kleurige zwarte mouw met kapje op zijn hoofd voor de auto liep. Ik zag vervolgens, een tweede persoon gekleed met dezelfde signalementen naast de eerste persoon voor de auto geknield. De bedoelde personen namen plotseling de benen in de richting van GEBE. Wij verbalisanten, riepen enkele malen "Stop Police", waarbij zij onze vordering negeerde.
[…]
Ik vorderde de verdachte personen om te stoppen terwijl mijn twee
collega’s hetzelfde deed. Ik verbalisant, had een waarschuwing schot in de lucht afgelost. Ik zag, dat twee van de verdachten personen naar het strand renden. Ik zag dat een van de verdachte personen struikelde en overheen op het strand viel.
Bedoelde persoon had zijn balaclava van over zijn gezicht getrokken. Ik heb de verdachte persoon gelijk aangehouden. De tweede verdachte persoon bleef op het strand rennen in de richting van de paarden staal en verdween vervolgens in de duister.
Toen ik, verbalisant met de verdachte naar de dienstauto heen liep, zag ik dat er verschillende gereedschappen samen met een tas, op een graf vlak naast de grijskleurige auto lagen. [4]
4. De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen op 16 juli 2020 rondom de Airport- en Rhine Road. De volgende beelden zijn geverbaliseerd: [5]
Auto #01 en 02 zijn gebruikt om het slachtoffer tegen zijn wil te vervoeren naar respectievelijk "La Belle Creole" aan de Franse zijde van het eiland en de begraafplaats in Cay Bay, waarbij volgens verklaring van het slachtoffer [slachtoffer] voornoemd, gereden is over de Rhine Road, Airport Road, Welfare
Road, Cay Bay Road en de Guiro Road om terecht te komen op de begraafplaats, alwaar hij door de politie werd bevrijd van zijn ontvoerders.
Auto #03 was ten tijde van zijn vrijheidsbeneming in het beheer van de ontvoerders en werd kort na zijn bevrijding onbeheerd aangetroffen in Cay Bay.
5. De politie heeft camerabeelden verkregen die zijn opgenomen op 16 juli 2020 op de Causeway Bridge. De volgende beelden zijn geverbaliseerd: [6]

6. Op het plaats delict werd in de omgeving van de auto die gebruikt is tijdens de vrijheidsberoving (onder andere) een siliconen masker en vuurwapen aangetroffen:

Tijdens dit forensisch sporenonderzoek hadden wij, tussen de afstand van ongeveer 0 meter tot en met 77 meters, gemeten vanaf de zwartkleurig metalen poort die leidt tot de begraafplaats, de volgen stukken van overtuiging aangetroffen.
In een gebied van ongeveer 65 meters t/m 67 lagen er op de grond vier (4) geknipte Tie-wraps.
Op een afstand ongeveer 68 meters tot 72 meters stond een donker grijskleurig personenauto van het merk “[auto 2]” voorzien van de Franse kentekenplaten [kentekennummer 1].
Voor de genoemde voertuig in gebied van ongeveer 73 t/m 77 meters lagen er diverse stukken van overtuigingen op een graf van beton, deze waren:
Een (1) roze/witkleurig mobiele telefoon van het merk "I-PHONE", aangeduid met een geelkleurig bordje #8.
Een (1) donker grijskleurig rugtas van het merk "[merk rugtas]" met inhoud, aangeduid met een geelkleurig #9.
Een zwartkleurig portemonnee met inhoud, een rijbewijs op naam van het slachtoffer, een lege sigaret doosje, een pakket tabak, een paar oranje/zwartkleurig portofoon en twee (2) autosleutels, 6en voor een personenauto van het merk "[auto 2]" en de andere voor een personenauto van het merk "[auto 1]", aangeduid met een geelkleurig bordje #10.
Een (1) zwartkleurig mouw met twee (2) ooggaten erin en een zwartkleurig masker van katoen materiaal, aangeduid met een geelkleurig bordje #11.
Een (1) masker van latex materiaal, aangeduid als spoornummer 12. [zie bijlage 1:
foto's 26 t/m 52].
Verder werden de bovenvermelde in beslag genomen stukken van overtuigingen door mij, verbalisant [verbalisant 4], in belang van een verder forensische onderzoek veiliggesteld en als volgt gewaarmerkt:
[…]
164-20-PD-09 Een (1) donker grijskleurig rugtas van het merk "[merk rugtas]" met inhoud.
164-20-PD-12 Een (1) masker van latex materiaal.
Op maandag 20 juli 2020 had ik verbalisant een vervolg forensisch sporenonderzoek verricht aan de volgende in beslag genomen stukken van overtuigingen;
[…]
164-20-PD.09, in beslag genomen donker grijskleurig rugtas van het merk "[merk rugtas]" met inhoud. Deze waren:
[…]
-
Een zwartkleurig pistool van het merk "STURM RUGER" model"P89DC" van
het kaliber 9x19mm met een bijbehorende patroonhouder inhoudende tien
(10) scherpe patronen kaliber 9mm. Bedoelde pistool werd door mij, in
beslag genomen, veiliggesteld en bemonsterd.
[…]
164-20-PD.12, in beslag genomen masker van latex materiaal. De oren, ogen en mond gedeelten werden door mij bemonsterd. De afgenomen bemonsteringen staan geregistreerd als spoornummers 164-20-PD.12.01 t/m 164-PD.12.03.
Deze sporen zijn doorgezonden aan het NFI onder de volgende sporennummers: [7]
7. Er is door het NFI onderzoek gedaan naar het DNA dat is aangetroffen op het silliconenmasker: [8]

8. Er is onderzoek gedaan naar het aangetroffen wapen. In het PV is het volgende geverbaliseerd:

Het voor onderzoek aangeboden pistool is van het merk "RUGER", model "P89DC" en van het kaliber"9MMX 19".
Het wapen was voorzien van het wapennummer "[wapennummer]".
De lengte van het wapen bedroeg 20 centimeter en de hoogte 15 centimeter.
Het wapen is van Amerikaanse makelij. Het wapen was van roestvrij metaal en de dekplaten van de greep waren van zwart kunststof.
Het pistool verkeerde in een redelijk staat van onderhoud en vertoonde geen waarneembare mankementen en was voor direct gebruik gereed.
Tijdens het testen van het pistool, zonder gebruikmaking van patronen deden zich geen storingen voor in het afvuurmechanisme van het pistool. De bewegende delen functioneerden naar behoren.
Bij het wapen werd een bijbehorende patroonhouder en tien (10) scherpe patronen van het kaliber "9 MM", voorzien van centraal vuurontsteking voor onderzoek aangeboden.
De patroonhouder bood ligplaats voor tien (10) patronen van het kaliber "9 MM".
De scherpe patronen waren voorzien van de navolgende bodemstempels:
"F.C. 9 MM LUGER" (5), "R.P. 9 MM LUGER" (3)," BLAZER 9 MM LUGER" (1) en "NFCR 9 MM LUGER" (1).
Conclusie: het voor onderzoek aangeboden pistool is een vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, opnieuw verzameld, gewijzigd en aangevuld. De voor onderzoek aangeboden tien (10) scherpe patronen zijn munitie in de zin van deze verordening. [9]

Ten aanzien van het feit inzake 100.00054/19

1. Op 20 februari 2019 omstreeks 07:35 uur, werden de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 5] naar aanleiding van een staande houding in verband met het smokkelen van verdovende middelen in de gevangenis gedirigeerd naar het huis van bewaring te Pointe Blanche. Zij hebben het volgende gerelateerd:

Aldaar zagen wij een dienstauto van het vrijwilligerskorps Sint maarten (VKS). Wij zagen dat deze dienstauto een zilverkleurige personen auto van het merk [auto 3], kenteken [kentekennummer 2] had geblokkeerd.
Verder zagen wij dat zij hadden twee mannen op de grond hadden liggen dat beide waren geplaatst in de transportboeien.
Ik verbalisant [verbalisant 2] heb gesproken met [VKS soldaat], 1e luitenant van de vrijwilliger korps sint maarten, belast met toezicht en beveiliging bij het huis van bewaring. Hij verklaarde het volgende: "Vanmorgen kreeg ik een bericht van een VKS soldaat, werkzaam in de wachttoren, dat hij een verdachte zilverkleurige auto had gezien. Deze auto reed heen en weer op de Merlin road in de omgeving van de TelEm zendmast. Er was reeds doorgegeven dat deze auto verschillende dagen eerder gezien was in de omgeving van het HVB.’’
[…]
Gezien deze feiten en omstandigheden zijn wij naar de Merlin road gereden om een ander te controleren. Op de Merlin road ter hoogte van de zendmast zagen wij de verdachte zilverkleurige auto staan. Wij zagen dat de bijrijder gekleed was in zwarte kleding. Wij zagen dat de inzittenden iets aan het doen waren binnen in de auto. Vervolgens hebben wij hun gevraagd wat zij daar aan het doen waren. De bijrijder verklaarde dat zij op die locatie iets wilden gaan roken. Vervolgens besloten wij de inzittenden te laten uitstappen voor onze eigen veiligheid. Op het moment dat de bijrijder uitstapte zagen wij een zwart plastic zakje. In
dit zakje zagen wij verschillende kleinere zakjes. Deze pakketjes waren verpakt op dezelfde manier ais hoe verdovende middelen doorgaans worden aangetroffen in het HVB. Er wordt dan namelijk een steen toegevoegd aan de verpakking zodat het gemakkelijk naar binnen kan worden gegooid. Daarnaast roken wij een sterke marihuana geur uit de verpakking.
Vervolgens hebben wij de mannen gezegd op de grond te gaan liggen, zij zijn door ons geplaatst in de transportboeien in afwachting van de politie."
Wij, verbalisanten, hebben de plasticzakjes gecontroleerd en zagen dat dit drie bundels/pakketjes waren. Twee van deze zakjes waren ingepakt in zwart tape en (1) een van deze bundels was ingepakt in crèmekleurige tape. Wij roken een sterke marihuana lucht van deze pakketjes en vermoeden dan ook dat zij marihuana bevatten.
[…]
De zilverkleurige personenauto van het merk [auto 3], kenteken [kentekennummer 2] werd door ons verbalisanten gecontroleerd op grond van de opiumlandsverordening. In dit voertuig werd verder in de middenconsole 245,- Amerikaanse dollars aangetroffen. Dit geld werd tevens door ons in beslag genomen voor het verdere onderzoek. Dit geld bleek te zijn van
verdachte [verdachte]. In het voertuig werd tevens een doorzichtige plastic zakje
aangetroffen met een inhoud a tien kleine seal bags. In daze sealbags zat een op marihuana lijkend kruid. Daze zakjes werden door ons in beslag genomen voor het verdere onderzoek. [10]

2. De verdachte heeft tijdens zijn verhoor en ter terechtzitting het volgende verklaard:

When I got to Point Blanche [naam] jumped in the car. I saw that he had a black
sack with him. I asked him what he had in the black sack, he told me that he had
some weed in the sack. He told me that two fellows dropped him in Point Blanche
and gave him the sack of weed and he is supposed to throw it over the Point
Blanche prison wall. [11]

3. De aangetroffen verdovende middelen zijn getest en gewogen:

Met gebruikmaking van de zogenaamde "fieldtest" voor marihuana, van het merk Nik public safety narcotics Identification system. Heb ik verbalisant [verbalisant 2], de op marihuana gelijkende kruid van de pakketjes getest.
Het resultaat van de proef kwam
Positiefuit.
Naar aanleiding van mijn verrichte werkzaamheden van testen en wegen van dat in beslag genomen op marihuana gelijkend kruid kom ik tot de volgende conclusie dat;
• Het Totale bruto gewicht was 484 gram.
• Naar aanleiding van da "Fieldtest" is da marihuana gelijkende kruid positief gereageerd voor marihuana (hennep).
• Dat er hier sprake is van marihuana ( hennep) in de zin van de Opiumlandsverordening 1960 zo als gewijzigd. [12]
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van 100.00556/20
De raadsvrouw van de verdachte heeft zich ter terechtzitting overeenkomstig haar pleitnota op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van alle feiten wegens een gebrek aan bewijs. Daartoe heeft zij – kort gezegd – aangevoerd dat de bivakmuts waarop het DNA van de verdachte is aangetroffen een verplaatsbaar object is en de verdachte een aannemelijke verklaring heeft gegeven hoe zijn DNA op die bivakmuts terecht is gekomen. Het dossier bevat voorts geen ander bewijsmiddel waaruit de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde feiten blijkt.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Op 16 juli 2020 heeft een ontvoering en beroving van het slachtoffer [slachtoffer] plaatsgevonden. Volgens het slachtoffer droegen de daders siliconen/latex maskers. Het slachtoffer is uiteindelijk door de politie aangetroffen in een [auto 2] welke geparkeerd stond op de begraafplaats van Cay Bay. Bij het naderen van de politie zijn drie mannen die zich voor de [auto 2] bevonden weggerend.
Eén van deze mannen, medeverdachte [medeverdachte 1], is tijdens zijn vlucht door de politie aangehouden.
In de directe omgeving van de bij de ontvoering gebruikte [auto 2], zowel voor als achter de [auto 2], zijn bij de ontvoering gebruikte voorwerpen aangetroffen, zoals tie-wraps, siliconen maskers en zwartkleurige mouwen met ooggaten erin. Op circa 5 meter vóór de [auto 2] zijn op een graf van beton diverse goederen aangetroffen, o.a. een portemonnee met inhoud waaronder een rijbewijs op naam van het slachtoffer, twee portofoons en een masker van latexmateriaal, aangeduid als spoornummer 12. De oren-, ogen-, en mondgedeelten van dit masker zijn vervolgens bemonsterd.
Blijkens het NFI rapport van 24 september 2020 is een match gevonden tussen het enkelvoudige DNA-profiel in de bemonsteringen van het masker en het DNA-profiel van de verdachte. De kans dat het DNA-profiel op het ogen- en mondgedeelte van de bivakmuts afkomstig is van een willekeurige andere persoon dan de verdachte, is kleiner dan één op één miljard. Ten aanzien van het DNA-profiel op het orengedeelte van het masker kan de bewijskracht niet worden berekend. Op de bemonstering is geen DNA-materiaal van een ander persoon dan de verdachte aangetroffen.
Gelet op de verklaring van het slachtoffer dat alle daders een siliconen masker op hadden tijdens de ontvoering en gelet op de locatie van het aantreffen van het masker – nabij de plaats waar het slachtoffer en de bij de ontvoering gebruikte [auto 2] zijn aangetroffen, nabij een aantal van de daders, gelegen naast andere bij de ontvoering gebruikte voorwerpen en nabij een van de verdachte afgenomen rijbewijs – lijdt het geen twijfel dat dit masker tijdens de ontvoering en beroving door één van de daders is gedragen. Dus ook al kan een masker op zich een verplaatsbaar object zijn, staat het naar het oordeel van het Gerecht vast dat de bivakmuts in de onderhavige zaak bij de overval is gebruikt en dus delict gerelateerd is.
Vervolgens is de vraag of het aangetroffen DNA-spoor van de verdachte ook een daderspoor is. Het Gerecht is van oordeel dat de verdachte voor de aangetroffen DNA-sporen op het masker geen aannemelijke en verifieerbare verklaring heeft gegeven. Dit maakt dat het Gerecht de verklaring van de verdachte dat hij geen enkele betrokkenheid had bij de ontvoering/beroving als ongeloofwaardig terzijde schuift.
De verklaring van de verdachte dat hij in juni/juli 2020 werkzaam was bij de carwash en bij het schoonmaken van een auto een masker in een auto zag liggen, welk masker hij enige minuten heeft aangetrokken, acht het Gerecht geen aannemelijke alternatieve verklaring voor de aanwezigheid van de aangetroffen sporen op het masker. Daartoe overweegt het Gerecht in de eerste plaats dat de verdachte niet direct bij de politie of rechter-commissaris met deze verklaring is gekomen, maar pas 20 dagen na zijn aanhouding, namelijk bij de raadkamer gevangenhouding op 21 december 2020, voor het eerst kort hierover heeft verklaard terwijl hem toch vanaf zijn aanhouding duidelijk was dat zijn DNA op het masker was aangetroffen en hij daarvoor met een verklaring diende te komen.
In de tweede plaats acht het Gerecht het zeer onwaarschijnlijk dat de daders van deze zeer goed voorbereide ontvoering, waarbij bijvoorbeeld op het oog nieuwe portofoons en maskers zijn gebruikt, één van deze maskers enige tijd voor de overval in een bij de carwash gebrachte auto zouden hebben achtergelaten. En in de derde plaats acht het Gerecht van groot belang dat op diverse plaatsen aan de binnenzijde van het masker enkel DNA-sporen van de verdachte zijn aangetroffen. Het gaat om enkelvoudige profielen en geen mengprofiel met DNA-sporen van – zoals te verwachten in de lezing van de verdachte – één van de werkelijke daders. Dit is temeer opvallend omdat de verdachte het masker naar eigen zeggen slechts enkele minuten heeft gedragen terwijl de ontvoering/beroving circa 2,5 uur heeft geduurd en dit masker dus tijdens ontvoering lang gedragen moet zijn door één van de daders.
Gezien deze bevindingen legt de op de zitting afgelegde, weinig specifieke getuigenverklaring van de eigenaar van de carwash, [getuige 2] onvoldoende gewicht in de schaal om tot een ander oordeel te komen.
Ten slotte acht het Gerecht de eveneens ter zitting afgelegde verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] totaal ongeloofwaardig en niet bruikbaar. Hoewel [medeverdachte 1] inmiddels is veroordeeld voor betrokkenheid bij deze ontvoering/beroving en uit het dossier valt af te leiden dat hij één van de daders is die wegvluchtte toen de politie ter plaatse verscheen, houdt hij als getuige vol dat hij niks met deze zaak te maken heeft en toevallig die avond ter plaatse op het strand was.
Gelet op al het voorgaande concludeert het Gerecht dat de verdachte één van de daders van de ontvoering/beroving is geweest.
Ten aanzien van 100.00054/19
In de zaak met parketnummer 100.00054/19 voert de raadsvrouw aan dat de marihuana toebehoorde aan de medeverdachte en dat verdachte daarvoor niet verantwoordelijk kan worden gehouden.
Het Gerecht verwerpt dit verweer. De hennep is aangetroffen in de auto van de verdachte. De verdachte heeft ook verklaard dat hij wist dat de hennep in zijn auto aanwezig was. De verdachte had daarmee ook de beschikkingsmacht over de aangetroffen hennep. De stelling van de verdachte dat hij zijn medeverdachte zojuist op diens verzoek had opgepikt bij de Pointe Blanche gevangenis, dat de hennep door zijn medeverdachte in de auto is gebracht, dat de medeverdachte nog geen 5 minuten in zijn auto zat en dat hij de medeverdachte had gezegd dat hij niks met hennep te maken wilde hebben, acht het Gerecht reeds niet aannemelijk omdat VKS soldaat [VKS soldaat] heeft verklaard dat de auto van de verdachte heen en weer aan het rijden was op de Merlin Road en reeds verschillende dagen eerder in de omgeving van de gevangenis was gezien. Dit heen en weer rijden op de Merlin Road strookt niet met de verklaring van de verdachte dat hij daar net gearriveerd was om de medeverdachte op te halen.
Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:291 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
het medeplegen van diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:250 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
het medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 3 juncto artikel 11 van de Vuurwapenverordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
overtreding van een in artikel 3 van de Vuurwapenverordening gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenverordening.
Het onder 1 van parketnummer 100.00054/19 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 4 juncto 11 van de Opiumlandsverordening 1960. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

handelen in strijd met artikel 4 juncto 11 van de Opiumlandsverordening 1960.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. In het bijzonder wordt het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier strafbare feiten. Hij heeft samen met anderen een brute diefstal met geweld en een wederrechtelijke vrijheidsberoving gepleegd. Bij deze strafbare feiten is het slachtoffer met vuurwapens bedreigd. Het geweld en de bedreiging waren zo ernstig, dat het slachtoffer tijdens de ontvoering en de mishandelingen vreesde voor zijn leven.
Niet alleen hebben de verdachte en zijn mededaders ernstig inbreuk gemaakt op het fundamentele recht van het slachtoffer om in vrijheid te gaan en staan waar hij wil, maar ook leert de ervaring dat slachtoffers van dergelijke gewelddadige misdrijven nog lang daarvan de psychische gevolgen kunnen ondervinden.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van hennep. Hij is met een medeverdachte aangetroffen nabij de Pointe Blanche gevangenis, waarbij alles er op wijst dat het de bedoeling was hennep over de gevangenismuren te gooien.
Blijkens de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden, wordt voor een ‘’diefstal met geweld” (waarbij er sprake is geweest van het toepassen van fysiek geweld en dreigen met een vuurwapen), als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren gegeven. De indicatie voor feit 3, het vuurwapenbezit, gedragen op straat, is 24 maanden gevangenisstraf waarvan een deel voorwaardelijk. Feit 2, de wederrechtelijke vrijheidsberoving staat niet opgenomen in de oriëntatiepunten. Tot slot komt het feit inzake parketnummer 100.00054/19 er nog bij. Voor dit hennepfeit is de medeverdachte door het Gerecht veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, waarvan 20 uren voorwaardelijk.
De verdachte is, zo blijkt uit zijn strafkaart, in 2009 en 2014 al twee keer eerder onherroepelijk tot langere gevangenisstraffen veroordeeld wegens vuurwapenbezit, waarbij de veroordeling in 2009 tevens betrekking had op afpersing.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 jaren passend en geboden is. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld. Dit betreft dezelfde straf als aan medeverdachte [medeverdachte 1] is opgelegd voor de feiten zoals aan de verdachte tenlastegelegd onder 1, 2 en 3 in de zaak met parketnummer 100.00556/20. Hun persoonlijke omstandigheden en strafrechtelijk verleden zijn vergelijkbaar. Voor de verdachte komt het feit inzake parketnummer 100.00054/19 hier nog bij, maar gezien dit een feit betreft van ruim 2 jaar oud en aan de medeverdachte in die zaak een deels voorwaardelijke taakstraf door het Gerecht is opgelegd, leidt dit niet tot een hogere gevangenisstraf dan de genoemde 7 jaren.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen telefoon en het in beslag genomen geldbedrag. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:123 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidde(n) ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 in de zaak met parketnummer 100.00556/20 ten laste gelegde feiten en het in de zaak met parketnummer 100.00054/19 ten laste gelegde feit heeft begaan;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
gelast de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten een geldbedrag ad $ 245 en een Apple iPhone.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. G.P. Verbeek, bijgestaan door mr. S. Hoebe (zittingsgriffier), en op 8 april 2021 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.

Voetnoten

1.Proces-verbaal d.d. 16 juli 2020, nummer [proces-verbaalnummer], p. 13
2.Proces-verbaal d.d. 18 juli 2020, nummer [proces-verbaalnummer], p.17.
3.Getuigenverklaring [getuige 1] d.d. 17 juli 2020, nummer [nummer 1], p. 37 Algemeen dossier.
4.Proces-verbaal d.d. 16 juli 2020, documentcode [nummer 2], aanhouding verdachte [medeverdachte 1], p. 1 Verdachtendossier [medeverdachte 1].
5.Proces-verbaal van bevindingen nummer [nummer 3], d.d. 7 augustus 2020, p. 41 Algemeen dossier.
6.Proces-verbaal van bevindingen nummer [nummer 4] d.d. 4 augustus 2020, p. 47 Algemeen dossier.
7.Proces-verbaal van forensisch onderzoek, PV 164/20, pagina 49-57.
8.Rapport NFI d.d. 24 september 2020, p. 171 Algemeen dossier.
9.Proces-verbaal van technisch onderzoek vuurwapen en munitie, p. 153 Algemeen dossier [dossier].
10.Proces-verbaal van aanhouding verdachte [medeverdachte 2] en [verdachte] d.d. 20 februari 2019.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 20 februari 2019.
12.Proces-verbaal van bevindingen wegen en testen d.d. 20 februari 2019.