ECLI:NL:OGEAM:2023:109

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummers: SXM202300907/908/909/910

Beschikking d.d. 1 november 2023

inzake

de naamloze vennootschap TRIMERIT N.V. H.O.D.N DIAMOND CASINO,gevestigd in Sint Maarten,
verzoekster,
gemachtigde: mr. C.J. KOSTER,

tegen

1.[naam],

2. [naam],

3. [naam],

4. [naam],

allen wonende in Sint Maarten,
verweerders,
gemachtigde: mr. P.A.M. BRANDON.

Partijen zullen hierna ‘Trimerit’, ‘verweerders’ (verweerders tezamen), alsmede ‘[verweerder 1]’, ‘[verweerder 2]’, ‘[verweerder 3]’ en ‘[verweerder 4]’ worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.

Trimerit heeft op 11 augustus 2023 afzonderlijk voor iedere verweerder een verzoekschrift met producties ingediend. Iedere verweerder heeft op 18 september 2023 een verweerschrift met producties ingediend. Het verzoek is behandeld op 20 september 2023. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden het woord gevoerd, mr. Koster aan de hand van door hem overgelegde pleitnotities. Voorts hebben partijen vragen van de rechter beantwoord en een nadere toelichting gegeven. Tenslotte hebben partijen na de zitting tevergeefs getracht om tot een schikking te komen.

1.2.

De uitspraak in iedere zaak is bepaald op vandaag.

1.3.

Omdat de zaken samenhangend zijn, zijn zij gelijktijdig ter zitting behandeld en wordt thans gevoegd uitspraak gedaan.

2.De feiten

2.1.

De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.

[verweerder 1]

[verweerder 2]

[verweerder 3]

[verweerder 4]

Geb. datum

[datum] 1971 (51 jaar)

[datum] 1970 (53 jaar)

[datum] 1967 (56 jaar)

[datum] 1975 (48 jaar)

Datum i.d.tr.

8-2-1997

7-3-2000

Aantal jaren en maanden in dienst

26 j en bijna 9 m

23 j en bijna 8 m

functie

pitboss

shift manager

pitboss

Bruto maandsal. in NAf

3.485,65^[1]

2.945,091

5.886,631

2.532,531

Daarop gebaseerd weekloon in NAf

804,38

679,64

1.471,66

584,43

Cessantia factor

36,5 weeklonen

30,5 weeklonen

Aanbod Trimerit 19-5-23 in NAf

75.506,62 all-in^[2]

66.521,78 all-in2

124.252,65 all-in2

46.912,25 all-in2

3.Het geschil

3.1.

Trimerit verzoekt dat het Gerecht bij beschikking de arbeidsovereenkomsten met ieder van verweerders met onmiddellijke ingang ontbindt, zonder toekenning van een vergoeding.

3.2.

Trimerit legt aan het verzoek het volgende ten grondslag. De functies van verweerders zijn vervallen op grond van bedrijfseconomische omstandigheden. Verweerders zijn niet herplaatsbaar. De financiële situatie van het bedrijf laat het niet toe enige ontbindingsvergoeding te betalen. Indien toch een ontbindingsvergoeding wordt toegekend moet deze in termijnen kunnen worden betaald.

3.3.

Verweerders hebben verweer gevoerd en zelfstandige tegenverzoeken ingediend. Er is volgens hen geen reden voor ontbinding. Indien het Gerecht toch ontbindt, dient aan ieder van verweerders een ontbindingsvergoeding op basis van de kantonrechtersformule te worden toegekend met factor C=2. Indien de verzochte vergoeding wordt toegekend, dient in de beschikking te worden opgenomen dat berekening van bruto naar netto plaatsvindt conform een
tax ruling. Betaling van de vergoeding dient vervolgens in één keer plaats te vinden. Voorts dient bepaald te worden dat de ontbinding de vorderingen van verweerders terzake van achterstallig loon onverlet laat. Tenslotte dient Trimerit te worden veroordeeld in de proceskosten van iedere verweerder.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.

Het Gerecht is van oordeel dat een ontbinding van de arbeidsovereen-komsten op grond van veranderingen in de omstandigheden onvermijdelijk is. Aannemelijk is geworden dat ten gevolge van de bedrijfseconomische situatie van Trimerit de functies van verweerders zijn vervallen en dat een andere passende positie voor geen van hen tot de mogelijkheden behoort. Sinds Trimerit verweerders heeft vrijgesteld van arbeid op 1 november 2020 en sinds het Gerecht in de beschikkingen d.d. 11 augustus 2021 de eerste ontbindingsverzoeken van Trimerit heeft afgewezen, zijn inmiddels drie, respectievelijk ruim twee jaren verstreken. In die periode is de situatie niet verbeterd, zowel in bedrijfseconomisch opzicht als wat betreft de verhouding tussen partijen. Het Gerecht begrijpt overigens volkomen dat dit een onbevredigende uitkomst is voor verweerders, die zoveel jaren met hart en ziel voor Trimerit hebben gewerkt.

4.2.

Ontbonden zal worden per 15 november 2023, tenzij Trimerit uiterlijk op 8 november 2023 te 12.00 uur middels een schriftelijk ter griffie van het Gerecht in te dienen verklaring de ontbindingsverzoeken intrekt.

4.3.

Het zogenoemde “habe nichts-verweer” van Trimerit wordt verworpen, dit omdat zij voorafgaand aan deze procedure – in mei 2023 – aan ieder van verweerders een substantieel aanbod heeft gedaan en met negen andere werknemers tot een afvloeiingsregeling is gekomen. Dat verweerders dat aanbod toen niet hebben geaccepteerd, brengt niet met zich dat Trimerit hen dan geen ontbindingsvergoeding verschuldigd is.
Trimerit heeft tijdens de mondelinge behandeling uitgelegd op welke wijze de aangeboden bedragen zijn berekend: een uitkering conform de cessantiaregeling vermeerderd met het salaris over de opzegtermijn van vier maanden. De hierboven bedoelde negen werknemers hebben de hen aangeboden bedragen geaccepteerd.

4.4.

Gelet op

het – naar het oordeel van het Gerecht acceptabele – aanbod dat Trimerit in mei 2023 aan verweerders en negen andere werknemers heeft gedaan én de tijd die sindsdien is verstreken (zes maanden);
de duur van de dienstverbanden;
de ongekorte salarissen;
de leeftijd van verweerders;
hun positie op de arbeidsmarkt;
de financiële situatie van Trimerit,

is het Gerecht van oordeel dat de volgende ontbindingsvergoedingen^[3]billijk zijn:

[verweerder 1] NAf 59.000,- bruto;
[verweerder 2] NAf 47.000,- bruto;
[verweerder 3] NAf 102.000,- bruto;
[verweerder 4] NAf 36.000,- bruto.

De cessantia-uitkeringen worden geacht te zijn inbegrepen.

4.5.

Krachtens artikel 7:685 lid 8 BW kan de rechter betaling van de ontbindingsvergoeding in termijnen toestaan. Trimerit heeft om betaling in 24 maandelijkse termijnen verzocht, maar dat voert naar het oordeel van het Gerecht te ver. Betaling in 6 termijnen acht het Gerecht wel redelijk.

4.6.

Verweerders worden in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 29 november 2023
tax rulingsbij Trimerit in te dienen, waarna Trimerit op basis daarvan de bruto/nettoberekeningen zal maken.

4.7.

Of Trimerit intrekt of niet, in beide gevallen zal zij in de proceskosten worden veroordeeld, die per verweerder worden vastgesteld op NAf 1.000,- aan salaris gemachtigde.

4.8.

Deze beslissing is niet van invloed op de thans in hoger beroep lopende loonvorderingsprocedure. Dit spreekt vanzelf, zodat dat niet in het dictum behoeft te worden opgenomen.

5.De beslissing

Het Gerecht:

op het verzoek en het zelfstandig tegenverzoek

5.1.

stelt Trimerit in kennis van het voornemen om de met verweerders bestaande arbeidsovereenkomsten te ontbinden onder toekenning aan hen van de na te melden vergoedingen en stelt Trimerit in de gelegenheid de verzoeken uiterlijk op 8 november 2023 om 12.00 uur in te trekken door daartoe een schriftelijke verklaring ter griffie af te geven met afschrift aan de wederpartij;

5.2.

indien tijdige intrekking van het ontbindingsverzoek achterwege blijft:

ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomsten wegens gewichtige redenen bestaande uit veranderingen in de omstandigheden per 15 november 2023, met toekenning aan verweerders ten laste van Trimerit van de volgende vergoedingen:

[verweerder 1] NAf 59.000,- bruto;
[verweerder 2] NAf 47.000,- bruto;
[verweerder 3] NAf 102.000,- bruto;
[verweerder 4] NAf 36.000,- bruto

en met bepaling dat de (eventueel) aan verweerders toekomende cessantia-uitkeringen geacht worden daarin begrepen te zijn;

5.3.

bepaalt dat verweerders in de gelegenheid worden gesteld om uiterlijk op 29 november 2023
tax rulingsbij Trimerit in te dienen, waarna Trimerit op basis daarvan de bruto/nettoberekeningen zal maken;

5.4.

iedere ontbindingsvergoeding kan worden betaald in zes gelijke maandelijkse termijnen, de eerste uiterlijk op 13 december 2023, waarbij Trimerit wettelijke rente verschuldigd is over het gedeelte van de ontbindingsvergoedingen dat niet uiterlijk op 13 december 2023 is betaald;

5.5.

verklaart deze betalingsveroordeling (in termijnen) uitvoerbaar bij voorraad;

5.6.

veroordeelt Trimerit in de kosten van de procedure begroot op NAf 1.000,00 per verweerder voor salaris gemachtigde;

5.7.

wijst af het meer of anders door Trimerit en verweerders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters, rechter, en op 1 november 2023 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.