ECLI:NL:OGEAM:2023:59

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
22 mei 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
SXM202201348-LAR00297/2022
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag en de gevolgen voor verblijfsvergunning

In deze zaak heeft klager, een Guyanese nationaliteit hebbende en sinds 2017 geregistreerd op Sint Maarten, een aanvraag ingediend voor een verklaring omtrent het gedrag (VOG) met het doel zijn verblijfsvergunning te verlengen. De aanvraag werd door de Minister van Justitie van Sint Maarten afgewezen op basis van een eerdere veroordeling van klager tot 15 maanden gevangenisstraf in 2020, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, wegens drugshandel. Klager heeft hiertegen een klacht ingediend bij het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten.

De procedure omvatte een klaagschrift dat op 22 november 2022 werd ingediend, een verweerschrift van de verweerder op 9 februari 2023, en een mondelinge behandeling op 13 februari 2023. Tijdens deze zitting zijn klager en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de verweerder, verschenen. Het Openbaar Ministerie was vertegenwoordigd door mr. H. Buist. De uitspraak werd gedaan op 22 mei 2023.

Het Gerecht oordeelde dat de weigering van de VOG niet in de weg kan staan aan het indienen van een aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning. De huidige handelswijze van de verweerder, waarbij de VOG een noodzakelijke voorwaarde is voor de verlenging van de verblijfsvergunning, werd als onrechtmatig beschouwd. Het Gerecht benadrukte dat bij de beoordeling van de aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning ook de duur van legaal verblijf en het opgebouwde gezinsleven in overweging moeten worden genomen, naast de justitiële documentatie. De klacht van klager werd ongegrond verklaard, en het Gerecht concludeerde dat de verweerder een nadere belangenafweging dient te maken.

Uitspraak

Uitspraakdatum: 22 mei 2023
Zaaknummer: SXM202201348-LAR00297/2022
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[klager],
klager,
gemachtigde: mr. S.R. BOMMEL,
tegen
DE MINISTER VAN JUSTITIE VAN SINT MAARTEN,
gezeteld te Sint Maarten,
verweerder,
gemachtigde: mr. C.M. MARICA,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beschikking van verweerder van 1 november 2022, ontvangen door klager op 7 november 2022, waarbij verweerder de aanvraag van klager om een verklaring omtrent het gedrag (hierna: VOG) heeft afgewezen.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Met een op 22 november 2022 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier ingediend klaagschrift (met producties) heeft klager tegen voormelde beschikking een klacht ingesteld als bedoeld in artikel 25 van de Landsverordening houdende bepalingen betreffende de justitiële documentatie en de verklaring omtrent het gedrag (hierna: de Landsverordening).
2.2.
Op 9 februari 2023 heeft verweerder een verweerschrift (met producties) ingediend.
2.3.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 13 februari 2023. Klager en zijn gemachtigde zijn verschenen. Verweerder is verschenen bij diens gemachtigde. Mr. H. Buist was aanwezig voor het Openbaar Ministerie. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
2.4.
Uitspraak is (nader) bepaald op heden.

3.Feiten

3.1.
Klager heeft de Guyanese nationaliteit en staat geregistreerd op Sint-Maarten sinds 2017.
3.2.
Klager heeft op 11 augustus 2022 een verzoek ingediend om afgifte van een VOG met als doel verkrijging van de verlenging van zijn verblijfsvergunning.
3.3.
Blijkens de bestreden beschikking heeft verweerder geweigerd de VOG af te geven op grond van het feit dat klager in 2020 is veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren vanwege handelen in strijd met artikel 4, eerst lid, onder A van de Opiumlandsverordening (in, uit of door voeren verdovende middelen).

4.Het geschil

4.1.
Klager heeft het Gerecht verzocht het beroep gegrond te verklaren, de beschikking waarvan beroep te vernietigen en te bepalen dat de uitspraak in de plaats treedt van de beslissing van verweerder en aan klager een verklaring omtrent het gedrag af te geven. Voorts verzoekt klager een proceskosten veroordeling.
4.2.
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd en concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4.3.
Op de standpunten van partijen wordt voor het overige hierna zo nodig nader ingegaan.
5.
De beoordeling
5.1.
Ingevolge artikel 15, derde lid, van de Landsverordening, houdt een verklaring omtrent het gedrag niet anders in dan dat de minister uit het onderzoek met betrekking tot het gedrag van de betrokkene ingesteld, gelet op het doel waarvoor de afgifte is gevraagd, niet is gebleken van bezwaren tegen die persoon.
Ingevolge het bepaalde in artikel 23 van voornoemde Landsverordening mag verweerder bij zijn onderzoek uitsluitend acht slaan op uittreksels uit strafregisters, politieregisters en andere schriftelijke bescheiden welke hem in verband met de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag ter beschikking zijn gesteld.
5.2.
Verweerder heeft in de bestreden beschikking de volgende motivering opgenomen:
In this assessment it is taken into consideration:
That you have a personal interest for residency in St. Maarten;
that the nature of the crime committed is considered and raises serious concerns on the potential reoccurrence of such an act. Drug offences have a harmful social impact on society and are often paired with other criminal acts. These risks cannot be negated, as there is no other information available to the contrary;
in weighing the interest of the public versus your personal interest for a residency permit, we considered the afore, as well as the potential risk of reoccurrence. In this consideration by granting your request we would knowingly accept that the potential exposure of others in Sint Maarten to drug offences by your person, and have not found any grounds on which your personal interest can be found to outweigh the general interest of Sint Maarten to be protected and safeguarded by this Ministry,
Given this assessment, serious concerns exist given the purpose of the declaration. The general interest of minimizing these risks outweighs your personal interest of obtaining a residency permit in Sint Maarten.
5.3.
Het Gerecht stelt vast dat verweerder voor de beoordeling van een aanvraag VOG met als doel de aanvraag voor verlenging verblijfsvergunning geen beleid heeft vastgesteld ten aanzien van het toetsingskader. Bij afwezigheid van enig beleid dient verweerder bij ieder te nemen beslissing een voldoende motivering ten grondslag te leggen aan haar beslissing. Het Gerecht is van oordeel dat in onderhavige zaak verweerder, gezien de veroordeling van klager tot een feit waarvoor voorlopige hechtenis kan worden opgelegd, in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat de aanvraag van klager dient te worden afgewezen. De klacht van klager zal dan ook ongegrond worden verklaard.
5.4.
Het Gerecht is evenwel eveneens van oordeel in afwezigheid van enig beleid, het dilemma zich voordoet in hoeverre de beoordeling van de aanvraag VOG al reeds een beoordeling inhoudt van de aanvraag tot verlenging verblijfsvergunning. Dat verweerder beide beoordelingen (VOG en verlening verblijfsvergunning) binnen de beoordeling van de aanvraag VOG op een hoop gooit, blijkt ook uit de conclusie van verweerder in onderhavige beschikking:
Given this assessment, serious concerns exist given the purpose of the declaration. The general interest of minimizing these risks outweighs your personal interest of obtaining a residency permit in Sint Maarten.
5.5.
Het Gerecht acht het daarom van belang op te merken dat de weigering tot afgifte van een VOG niet in de weg kan staan aan het indienen van een aanvraag tot verlenging van een verblijfsvergunning. Voorts merkt het Gerecht op dat de huidige handelswijze van verweerder waarbij de VOG een imperatieve voorwaarde is voor afgifte van een verlenging van een verblijfsvergunning onrechtmatig is. Bij de beoordeling van de aanvraag verlenging verblijfsvergunning (onder andere) dient immers de duur van legaal verblijf en het opgebouwde gezinsleven, afgezet te worden tegen de justitiële documentatie. Verweerder dient een nader te motiveren belangenafweging te maken.
6.
De beslissing
Het Gerecht:
verklaart de klacht ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 22 mei 2023.
Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open (artikel 28, lid 3, Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaring omtrent gedrag)