ECLI:NL:OGEAM:2023:64

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
SXM202201108
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen beslissing op bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure

In deze verzetzaak heeft de opposant, wonende te Sint Maarten, verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De opposant had op 28 september 2022 beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering van de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu en infrastructuur om gevolg te geven aan een onherroepelijke uitspraak van 20 juni 2022. Het Gerecht verklaarde het beroep op 25 november 2022 niet-ontvankelijk en veroordeelde de minister in de proceskosten. De opposant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij hij stelde dat hij het niet eens was met de beslissing van de minister op zijn bezwaarschrift van 1 november 2022, omdat niet alle gevraagde informatie was verstrekt.

De mondelinge behandeling van het verzetschrift vond plaats op 19 juni 2023, waarbij de opposant aanwezig was met zijn gemachtigde, de heer R.E. Duncan. De minister was vertegenwoordigd door mr. Z.J.A. Bary. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de opposant niet heeft betwist dat de minister op 1 november 2022 een beslissing heeft genomen op zijn bezwaarschrift. Het Gerecht oordeelde dat de gronden van de opposant, die betrekking hebben op de inhoud van de beslissing van de minister, niet gericht zijn tegen de eerdere uitspraak van 25 november 2022. Het Gerecht concludeerde dat de opposant in een verzetprocedure niet kan ingaan op de inhoud van de beslissing van de minister, maar dat hij daarvoor beroep moet instellen bij het Gerecht.

Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzet ongegrond verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 17 juli 2023. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.

Uitspraak

Landsverordening administratieve rechtspraak
Uitspraakdatum: 17 juli 2023
Zaaknummer : SXM202201108 verzet
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTENUITSPRAAK
In het geding van:
[opposant],
wonende te Sint Maarten,
opposant,
gemachtigde: dhr. R.E. DUNCAN,

1.Het verloop van de procedure

Op 5 december 2022 is ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier een verzetschrift (met producties) als bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) ontvangen.
Mondelinge behandeling van het verzetschrift heeft plaatsgevonden ter zitting op 19 juni 2023. Opposant was aanwezig bij gemachtigde. Voorts was aanwezig namens de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu en infrastructuur, mr. Z.J.A. Bary.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.Procesverloop

Opposant heeft op 28 september 2022 beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering om gevolg te geven aan een onherroepelijke uitspraak van 20 juni 2022 (SXM202101427-Lar 195-2021).
Bij uitspraak van 25 november 2022 heeft het Gerecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld in de gemaakte proceskosten.
Opposant heeft tegen voornoemde uitspaak van het Gerecht verzet gedaan.
1
3.
Beoordeling
3.1.
Het Gerecht heeft bij uitspraak van 25 november 2022 het beroepschrift van opposant vereenvoudigd afgedaan als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Lar omdat de Minister had aangegeven een beschikking te hebben genomen. Immers, bij beschikking van 1 november 2022 heeft de Minister een beslissing op het bezwaarschrift gegeven en aldus is de Minister tegemoetgekomen aan de voornoemde uitspraak van het Gerecht van 20 juni 2022.
3.2.
In zijn verzetschrift heeft opposant aangegeven dat hij het niet eens is met voornoemde beslissing op zijn bezwaarschrift van 1 november 2022 omdat de Minister niet is overgegaan tot verstrekking van alle informatie zoals gevraagd. Voorts heeft opposant aangegeven dat hij een brief aan de Minister heeft gestuurd gedateerd 7 november 2022 waarin hij zich heeft beklaagd dat hij niet alle informatie heeft ontvangen.
3.3.
Het Gerecht stelt vast dat opposant niet heeft bestreden dat verweerder op 1 november 2022 een beslissing heeft genomen op zijn bezwaarschrift. Het Gerecht overweegt dat hetgeen opposant in zijn verzetschrift heeft aangegeven ziet op de inhoud van de voornoemde beslissing van 1 november 2022 en niet op het niet tijdig beslissing. Het Gerecht is van oordeel de gronden die zien op de inhoud van verweerders beslissing van 1 november 2022 niet zijn gericht tegen de uitspraak van 25 november 2022. Dat opposant het inhoudelijk niet eens is met de beslissing van 1 november 2022 kan in een verzet procedure niet aan de orde komen. Daartoe dient opposant beroep tegen deze beslissing in te stellen bij het Gerecht.
3.4.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het verzet ongegrond is.

4.De beslissing

Het Gerecht:
verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 17 juli 2023.
11
)
i
Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen zes weken na de datum waarop van deze uitspraak kennis is gegeven. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.
2