Uitspraak
[opposant],
opposant,
1.Het verloop van de procedure
2.Procesverloop
Beoordeling
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze verzetzaak heeft de opposant, wonende te Sint Maarten, verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. De opposant had op 28 september 2022 beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering van de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu en infrastructuur om gevolg te geven aan een onherroepelijke uitspraak van 20 juni 2022. Het Gerecht verklaarde het beroep op 25 november 2022 niet-ontvankelijk en veroordeelde de minister in de proceskosten. De opposant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij hij stelde dat hij het niet eens was met de beslissing van de minister op zijn bezwaarschrift van 1 november 2022, omdat niet alle gevraagde informatie was verstrekt.
De mondelinge behandeling van het verzetschrift vond plaats op 19 juni 2023, waarbij de opposant aanwezig was met zijn gemachtigde, de heer R.E. Duncan. De minister was vertegenwoordigd door mr. Z.J.A. Bary. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de opposant niet heeft betwist dat de minister op 1 november 2022 een beslissing heeft genomen op zijn bezwaarschrift. Het Gerecht oordeelde dat de gronden van de opposant, die betrekking hebben op de inhoud van de beslissing van de minister, niet gericht zijn tegen de eerdere uitspraak van 25 november 2022. Het Gerecht concludeerde dat de opposant in een verzetprocedure niet kan ingaan op de inhoud van de beslissing van de minister, maar dat hij daarvoor beroep moet instellen bij het Gerecht.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het verzet ongegrond verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib en uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 17 juli 2023. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak.