ECLI:NL:OGEAM:2024:49

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
SXM202300967 - LAR00123/2023
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke geschil over naheffingsaanslag en premieplicht voor internationale NGO-medewerkers

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 26 juni 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiseres, een detacheringsbedrijf dat diensten verleent aan internationale NGO's, en het Uitvoeringsorgaan Sociale Ziektekostenverzekering. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag van NAf 66.999, opgelegd na een looncontrole in april 2019. Eiseres betwistte de premieplicht voor de medewerkers van het Rode Kruis, die op Sint Maarten werkzaam waren na de orkaan Irma, en voerde aan dat de regelgeving belemmerend was voor internationale hulpverlening. Eiseres stelde dat de loonsommen en premieinkomens onjuist waren vastgesteld en dat er geen rekening was gehouden met het in Nederland uitbetaalde loon. Verweerder daarentegen stelde dat de geldende regelgeving in Sint Maarten gevolgd moest worden en dat eiseres als werkgever verantwoordelijk was voor het inhouden en afdragen van premies. Het Gerecht oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat de aanslag onterecht was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers in het kader van de werknemersverzekeringen, ook voor internationale medewerkers, en de noodzaak voor eiseres om verifieerbare stukken te overleggen ter ondersteuning van haar standpunten.

Uitspraak

Landsverordening administratieve rechtspraak
Uitspraak: 26 juni 2024
Zaaknummer: SXM202300967 - LAR00123/2023
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
[eiseres].,
eiseres,
gevolmachtigde: de heer P.R. VAN VLIET,
tegen
HET UITVOERINGSORGAAN SOCIALE ZIEKTEKOSTEN VERZEKERING,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.M. HOFMAN-RUIGROK,

1.Aanduiding bestreden beschikking

De beslissing op bezwaar van 27 juli 2023, waarbij de bezwaren tegen de naheffingsaanslag van 22 oktober 2022 ongegrond zijn verklaard.

2.Procesverloop

Namens eiseres is op 5 september 2023 ter Griffie van het Gerecht in eerste aanleg alhier een beroepschrift ingediend ingevolge de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar).
Op 11 april 2024 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 29 mei 2024. Namens eiseres is verschenen M. Kingma, directeur, bijgestaan door gemachtigde voornoemd. Verweerder is verschenen bij gemachtigde voornoemd, bijgestaan door V. Medema (BAB) en R. Zimmerman (ATS).

3.Beoordeling

3.1 [
eiseres] is een detacheringsbedrijf dat ook ‘labour compliance and payrolling services’ aanbiedt. Het bedrijf is gestart in 2018. Het verricht diensten vooral ten behoeve van NGO’s die en voor zover zij op Sint Maarten actief zijn. Na de orkaan Irma heeft eiseres haar diensten ook aangeboden aan het Nederlandse en Internationale Rode Kruis. Het Rode Kruis heeft vanuit Nederland medewerkers naar Sint Maarten gezonden om medische en andersoortige bijstand te verlenen. Eiseres heeft aangeboden de werkgeversfunctie te vervullen voor die werknemers (’delegates’) door de salarisadministratie te voeren, loon uit te betalen en belasting en premies af te dragen. Het Rode Kruis heeft van de diensten van eiseres gebruik gemaakt.
3.2
Na looncontrole en boekenonderzoek door of vanwege verweerder in april 2019 is aan eiseres een naheffingsaanslag opgelegd van NAf 66.999.-. Het door eiseres gemaakte bezwaar heeft niet geleid tot intrekking of wijziging van de aanslag.
3.3
Eiseres kan zich niet vinden in de aanslag. Zij voert allereerst aan het onredelijk te vinden dat voor de inschakeling van medewerkers van internationale NGO’s premies werknemersverzekeringen moeten worden afgedragen. Dit werkt belemmerend voor internationale hulpverlening bij rampen. Ter voorkoming van dubbele belastingplicht zijn er verdragen. Ter voorkoming van betaling van dubbele premies volksverzekeringen kan ontheffing worden gevraagd. Dit is echter niet mogelijk voor de werknemersverzekeringen. Ook de door verweerder toegepaste landsverordeningen missen een dergelijke mogelijkheid. Eiseres meent dat verweerder om redenen van redelijkheid en billijkheid die landsverordeningen buiten toepassing had moeten laten. In dat kader voert eiseres nog aan dat het Rode Kruis een collectieve ziektekostenverzekering voor haar medewerkers had afgesloten, dat die werknemers niet beschikten over een USZV-kaart en ook geen aanspraak hebben gemaakt op vergoedingen of voorzieningen op grond van de toepasselijke landsverordeningen. Daarnaast stelt eiseres dat het door verweerder opgestelde controlerapport onduidelijk is, dat de loonsommen en premieinkomens niet juist zijn vastgesteld, waardoor ook de aanslagen ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn vastgesteld. Eiseres stelt dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het in Nederland aan de medewerkers uitbetaalde loon. Als dat wel zou zijn gebeurd, dan zou zijn gebleken dat het dagloon van tal van medewerkers boven de dagloongrens ligt, met als gevolg dat zij niet verplicht verzekerd zijn ingevolgde de LvZv. Verweerder heeft hiermee ten onrechte geen rekening gehouden, waardoor de aanslagen tot een te hoog bedrag zijn vastgesteld. Eiseres verzoekt het Gerecht om vernietiging van het bestreden besluit en om een integrale proceskostenvergoeding.
3.4
Verweerder heeft aangevoerd dat zij gehouden is toepassing te geven aan de geldende regelgeving in Sint Maarten. De toepasselijke landsverordeningen kennen een aantal uitzonderingen op het werknemersbegrip, maar die missen in dit geval toepassing. Omdat het Rode Kruis er voor heeft gekozen om gebruik te maken van de diensten van eiseres en [eiseres] te laten optreden als lokale werkgever hoort daarbij dat over het loon van de ‘delegates’ premies werknemersverzekeringen moeten worden ingehouden en afgedragen. Verweerder heeft moeten vaststellen dat het door eiseres aan de controlemedewerkers van verweerder verstrekte excel-overzicht, met daarin de totale beloningen inclusief de in het woonland afgedragen loonheffingen en de in Sint Maarten afgedragen loonbelasting en premies, niet aansluit bij de salarisadministratie van eiseres, niet met de USZV-registratie en ook niet met de lonen in de verzamelloonstaten zoals die door eiseres bij de inspectie belastingen zijn ingediend. Verweerder heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om onduidelijkheden op te helderen en aanvullende informatie te verstrekken, zoals de arbeidsovereenkomsten van de medewerkers met het Nederlandse Rode Kruis en de loonstroken van die medewerkers over de betreffende perioden. Omdat eiseres geen opheldering heeft verschaft en heeft nagelaten aanvullende stukken over te leggen, was verweerder genoodzaakt de loonsommen te baseren op de salarisadministratie. Volgens verweerder moet het beroep van eiseres ongegrond worden verklaard.
3.5
Het Gerecht volgt niet de stelling van eiseres dat verweerder de beide Landsverordeningen buiten toepassing had moeten laten. De beide landsverordeningen bieden daartoe niet de mogelijkheid. Gelet op het feit dat eiseres voor het Rode Kruis met betrekking tot de ‘delegates’ de werkgeversfunctie heeft vervuld, eiseres kwalificeert als werkgever en de ‘delegates’ als werknemer in de zin van die landsverordeningen, was eiseres verplicht over het loon van de verplicht verzekerde ‘delegates’ premies in te houden en af te dragen. Dat het Rode Kruis een collectieve ziektekostenverzekering voor haar medewerkers had afgesloten, dat die werknemers niet beschikten over een USZV-kaart en ook geen aanspraak hebben gemaakt op vergoedingen of voorzieningen op grond van de toepasselijke landsverordeningen leidt in verband met het verplichte karakter van de werknemersverzekeringen niet tot een ander oordeel.
3.6
Ook de stelling van eiseres dat verweerder ten onrechte geen rekening heeft gehouden met het in Nederland aan de ‘delegates’ toekomende loon volgt het Gerecht niet. Verweerder heeft eiseres de kans geboden om stukken over te leggen waaruit zou blijken dat het gecombineerde loon van sommige ‘delegates’ de dagloongrens te boven zou gaan. Eiseres heeft van de geboden gelegenheid echter geen gebruik gemaakt. De gevolgen daarvan komen voor rekening en risico van eiseres. Dat eiseres geen contactpersoon zou kennen bij het Nederlandse Rode Kruis om de benodigde informatie te verschaffen (arbeidsovereenkomsten en loonstroken), zoals ter zitting is betoogd, acht het Gerecht niet aannemelijk. Dit gelet op het feit dat hetzelfde Rode Kruis gebruik heeft gemaakt van de diensten van eiseres.
3.7
Het Gerecht is van oordeel dat verweerder terecht is uitgegaan van de salarisadministratie van eiseres voor het berekenen van de loonsommen en de premieplicht. Hetgeen eiseres heeft aangevoerd in het aanvullend beroepschrift van 30 november 2023 leidt niet tot een ander oordeel. Zonder nadere onderbouwing met verifieerbare stukken, die ontbreekt, is onduidelijk hoe eiseres is gekomen tot de berekening van de daar genoemde daglonen. Overigens geldt voor de werknemers [a] en [b] dat de door eiseres genoemde daglonen de maximum dagloongrens niet overschrijden.
3.8
Het Gerecht komt tot de slotsom dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Gelet daarop is er geen aanleiding voor een (integrale) vergoeding van proceskosten aan de zijde van eiseres.

4.De beslissing

Het Gerecht in eerste aanleg:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.J. van Ettekoven, rechter in het gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, mr. J. Sybesma en mevrouw M. Lopez-de Weever, bijzondere rechters in het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 26 juni 2024.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de dag van kennisgeving van deze uitspraak. Zie hoofdstuk 5 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak.