ECLI:NL:OGEAM:2024:74

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
100.00111/23 + 100.00445/23
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak tegen verdachte voor diefstal met geweld en andere ernstige misdrijven

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1993 in Sint Maarten, heeft het Gerecht in eerste aanleg op 6 maart 2024 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor verschillende ernstige misdrijven, waaronder diefstal met geweld, het voorhanden hebben van vuurwapens, poging tot moord, wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twaalf jaren geëist, maar het Gerecht heeft de verdachte integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tijdens de zitting op 14 februari 2024 zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder slachtoffers en medeverdachten. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de beschuldigingen, maar het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de slachtoffers waren niet consistent en er was geen bewijs dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de misdrijven. Het Gerecht heeft ook de vordering tot gevangenneming afgewezen en de onttrekking aan het verkeer van bepaalde in beslag genomen voorwerpen gelast. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummers: 100.00111/23 + 100.00445/23

Uitspraak: 6 maart 2024 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren op [datum] 1993 in Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten, [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 februari 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel, advocaat in Sint Maarten.
De officier van justitie, mr. V. Awadhpersad, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder parketnummer 100.00111/23 onder 1 en 2 ten laste gelegde en onder parketnummer 100.00445/23 onder 1 meer subsidiair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de officier van justitie de gevangenneming gevorderd. Tot slot behelst zijn vordering de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen marihuana, kogelvrije vesten en metalen frames, de teruggave van de ring die door Island Treasure Jewelers is herkend aan Island Treasure Jewelers en de teruggave van de overige in beslag genomen voorwerpen aan verdachte.
Tenlastelegging
Ten aanzien van parketnummer 100.00111/23
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 16 januari 2023 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Island Treasure Jewelers, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers Island Treasure Jewelers en/of omstanders, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit,
- het tonen en/of gebruiken van een vuurwapen, door een schot te lossen en/of
- het tonen en/of gebruiken van een of meer slag-voorwerpen (stormram), te weten door met voornoemde voorwerpen op een of meer vitrines te slaan;
Feit 2
hij op of omstreeks 16 januari 2023 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s) en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van parketnummer 100.00445/23
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair
dat hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en -al dan niet- met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven te beroven, met dat opzet en - al dan niet - na kalm beraad en rustig overleg, een vuurwapen, althans een soortgelijk voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp, heeft/hebben getoond aan en/of gericht naar die [slachtoffer1] en/of meermaals, althans eenmaal, met voornoemd vuurwapen op en/of in de richting van die [slachtoffer1], althans in de lucht, heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededaders(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 1 subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, te weten [slachtoffer1], opzettelijk - en al dan niet- met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en - al dan niet - na kalm beraad en rustig overleg een vuurwapen, althans een soortgelijk voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp, heeft/hebben getoond aan en/of gericht naar die[slachtoffer1 ]en/of meermaals, althans eenmaal, met voornoemd vuurwapen op en/of in de richting van die [slachtoffer1], althans in de lucht, heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte en/of zijn mededaders(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 1 meer subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer1] heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931, immers heeft/hebben hij en/of zijn medeverdachte(n) opzettelijk dreigend
een vuurwapen, althans een soortgelijk voor bedreiging of afdreiging geschikt
voorwerp, getoond aan en/of gericht naar die [slachtoffer1] en/of meermaals, althans eenmaal, met voornoemd vuurwapen op en/of in de richting van die [slachtoffer1], althans in de lucht, geschoten;
Feit 2 primair
dat hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en -al dan niet- met voorbedachten rade [slachtoffer2] van het leven te beroven, met dat opzet en - al dan niet - na kalm beraad en rustig overleg, een vuurwapen, althans een soortgelijk voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp, heeft/hebben getoond aan en/of gericht naar die [slachtoffer2] en/of meermaals, althans eenmaal, met voornoemd vuurwapen op en/of in de richting van die [slachtoffer2], althans in de lucht, heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededaders(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2 subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, te weten [slachtoffer2], opzettelijk - en al dan niet- met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en - al dan niet - na kalm beraad en rustig overleg
een vuurwapen, althans een soortgelijk voor bedreiging of afdreiging geschikt
voorwerp, heeft/hebben getoond aan en/of gericht naar die [slachtoffer2] en/of meermaals, althans eenmaal, met voornoemd vuurwapen op en/of in de richting van die [slachtoffer2], althans in de lucht, heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte en/of zijn mededaders(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2 meer subsidiair
dat hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer2] heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931, immers heeft/hebben hij en/of zijn medeverdachte(n) opzettelijk dreigend een vuurwapen, althans een soortgelijk voor bedreiging of afdreiging geschikt voorwerp, getoond aan en/of gericht naar die [slachtoffer2] en/of meermaals, althans eenmaal, met voornoemd vuurwapen op en/of in de richting van die [slachtoffer2], althans in de lucht, geschoten;
Feit 3
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), althans soortgelijk(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad;
Feit 4
hij op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd heeft/hebben gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet die [slachtoffer3] (onder dwang)
- in een auto laten plaatsnemen en/of
- gedurende circa 20 minuten, althans enige tijd, in die auto rondgereden;
Feit 5
hij op of omstreeks 1 maart 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer3] heeft/hebben mishandeld, door voornoemde [slachtoffer3] meermaals, althans eenmaal, in/tegen het gezicht, althans tegen het lichaam te slaan/stompen;
Feit 6
hij op of omstreeks 4 maart 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd heeft/hebben gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet een of meer vuurwapen(s), althans (een) soortgelijke(e) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en) getoond aan die [slachtoffer4] en/of geweld aangewend, althans onder bedreiging van geweld, die [slachtoffer4] in een auto laten plaatsnemen en/of gedurende enige tijd in die auto rondgereden.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De beslissing inzake het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 100.00111/23
De officier van justitie acht – overeenkomstig het schriftelijk requisitoir – het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op onder meer de navolgende bewijsmiddelen:
  • de zendmastgegevens;
  • het feit dat tijdens de aanhouding van medeverdachte [naam] een ring bij hem is aangetroffen die door Island Treasure Jewelers is herkend als een bij hen gestolen ring;
  • het feit dat de aangetroffen goederen tijdens de huiszoeking van verdachte sterke gelijkenissen vertonen met de kleding en schoenen die een dader van de gewapende overval aanhad;
  • het feit dat de sportschoenen en witte sokken die een van de andere daders aanhad sterke gelijkenissen vertonen met de schoenen en sokken die in een blauwe Daihatsu, toebehorende aan verdachte, werden aangetroffen;
  • het feit dat de zwarte metalen frames die in een witte bestelbus, die direct voor het erf van verdachte geparkeerd stond en volgens verdachte en medeverdachte [naam] bij hen in gebruik is, werden aangetroffen overeenkomen met de stormram die gebruikt is tijdens de gewapende overval;
  • de tapgesprekken.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de alternatieve scenario’s dat anderen gebruik zouden maken van de telefoon van verdachte dan wel dat verdachte op de avond van de overval een rondje is gaan rijden, dienen te worden verworpen.
Parketnummer 100.00445/23
De officier van justitie acht – overeenkomstig het schriftelijk requisitoir – het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op het proces-verbaal van bevindingen schietpartij Pineapple Road, de verklaring van [slachtoffer1], het proces-verbaal van aanhouding van [slachtoffer1], de verklaring van [moeder slachtoffer1], de verklaring van medeverdachte [naam], de verklaring van verdachte en het tapgesprek van 1 maart 2023. Nu uit het dossier en de verklaring van [slachtoffer1] niet duidelijk wordt of er gericht is geschoten op [slachtoffer1], komt de officier van justitie tot de conclusie dat er in ieder geval sprake is geweest van een bedreiging in vereniging gepleegd door beide verdachten door het tonen van vuurwapens en het schieten door verdachte.
Voorts acht de officier van justitie het onder 2 primair ten laste gelegde, het medeplegen van een poging tot doodslag, wettig en overtuigend bewezen, gelet op het proces-verbaal van bevindingen van [ verbalisant] , de aangifte van [slachtoffer2], de verklaringen van beide verdachten, het proces-verbaal van aanhouding van [slachtoffer1], de verklaring van [slachtoffer1] en het tapgesprek op 1 maart 2023. Het alternatieve scenario zoals naar voren gebracht door beide verdachten, dat [slachtoffer1]degene zou zijn geweest die in hun richting zou hebben geschoten, acht de officier van justitie op basis van het dossier niet aannemelijk geworden.
Gelet op het voorgaande acht de officier van justitie het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Verder acht de officier van justitie het onder 4 en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op de verklaring van [slachtoffer3], de verklaring van [moeder slachtoffer1], de verklaring van [slachtoffer1], de tapgesprekken en de verklaringen van de medeverdachte [naam] en verdachte. Dat [slachtoffer3] vrijwillig in de grijze Duster zou zijn gestapt, zoals beide verdachten hebben verklaard, acht de officier van justitie niet aannemelijk geworden op grond van het dossier.
Tot slot acht de officier van justitie het onder 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op de melding bij Centrale Post van de politie, de tapgesprekken op 4 maart 2023, het proces-verbaal van bevindingen ontvoering [slachtoffer4], de verklaring van [slachtoffer3] en het proces-verbaal van bevindingen vrijheidsberoving [slachtoffer4]. Op basis van het dossier kan echter niet bewezen worden dat deze ontvoering onder dreiging van en/of met gebruikmaking van een of meer vuurwapen(s) heeft plaatsgevonden.
Het standpunt de verdediging
Parketnummer 100.00111/23
De raadvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, nu wettig en overtuigend bewijs ontbreekt.
Parketnummer 100.00445/23
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van al hetgeen verdachte onder dit parketnummer ten laste is gelegd vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Het oordeel van het Gerecht
Het Gerecht zal verdachte integraal vrijspreken van al hetgeen aan hem is tenlastegelegd onder de parketnummers 100.00111/23 en 100.00445/23. Het Gerecht overweegt daaromtrent als volgt.
Voor de onderbouwing van de vrijspraak van de aan verdachte onder parketnummer 100.00111/23 punt 1 tenlastegelegde diefstal met geweld in vereniging gepleegd bij Island Treasure Jewelers op 16 januari 2023 en van het voorhanden hebben van een vuurwapen in vereniging op die dag zoals onder punt 2 aan hem tenlastegelegd, verwijst het Gerecht naar hetgeen in zijn beschikking van 11 januari 2024 omtrent de aanwezigheid van de ernstige bezwaren ten aanzien van deze feiten is opgemerkt. Waar destijds door het Gerecht geen ernstige bezwaren voor deze feiten werden aangenomen, wordt thans onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor deze feiten aangenomen.
Het Gerecht zal verdachte ook vrijspreken van een poging tot moord of doodslag op of een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer1]en aan [slachtoffer2] door op hen te schieten, alsook van bedreiging van hen, zoals onder parketnummer 100.00445/23 onder punten 1. en 2. aan hem tenlastegelegd. Uit het dossier lijkt naar voren te komen dat er die dag bij het huis van [slachtoffer1] is geschoten. Nog los van de vraag wie er heeft geschoten, blijkt niet of er gericht op [slachtoffer1] of [slachtoffer2] is geschoten. [slachtoffer1] zelf verklaart hier niet over. Hij heeft ook niet verklaard dat hij zich door het schieten bedreigd voelde, noch blijkt anderszins dat de feiten en omstandigheden rond het schieten zodanig was dat bij [slachtoffer1]de redelijke vrees kon ontstaan dat hij daadwerkelijk beschoten zou gaan worden. En ditzelfde geldt ook voor [slachtoffer2]. Hij heeft ter zitting van 14 februari 2024 verklaard dat hij niet weet of er daadwerkelijk op hem is geschoten en dat hij zich niet bedreigd heeft gevoeld. Voor beide feiten zal naar het oordeel van het Gerecht derhalve vrijspraak dienen te volgen.
Verdachte heeft verklaard dat noch hij, noch zijn medeverdachte [naam], op 1 maart 2023 een vuurwapen voorhanden heeft gehad. De ter terechtzitting van 14 februari 2024 gehoorde getuigen [slachtoffer2], verbalisant [naam] en dhr. [slachtoffer3] hebben allen verklaard die dag geen vuurwapens gezien te hebben. De verklaringen van [slachtoffer1]en diens moeder, mevr. [moeder slachtoffer1], waarin zij beiden wel spreken over vuurwapens die zij gezien hebben, acht het Gerecht niet betrouwbaar. Weliswaar bevat het strafdossier nog tapgesprekken waaruit afgeleid zou kunnen worden, gelijk de officier van justitie heeft gedaan, dat verdachte een vuurwapen probeert te verkrijgen en zelfs daarmee geschoten zou hebben, maar omdat het Gerecht het moeilijk vindt om de afgetapte telefoongesprekken precies te duiden en in de juiste context te plaatsen, zal het hiermee voorzichtig en terughoudend omgaan. Dit maakt naar het oordeel van het Gerecht dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor het onder parketnummer 100.00445/23 onder punt 3. tenlastegelegde feit zodat ook daarvoor vrijspraak moet volgen.
Ook zal naar het oordeel van het Gerecht vrijspraak dienen te volgen voor de onder parketnummer 100.00445/23 onder de punten 4. en 6. ten laste gelegde feiten. Van wederrechtelijke vrijheidsberoving van dhr. [slachtoffer3] of van dhr. [slachtoffer4] is niet gebleken. Zij hebben beiden ter terechtzitting van 14 februari 2024 verklaard, daarnaar expliciet gevraagd, dat zij vrijwillig bij verdachte of medeverdachte [naam] in de auto zijn gestapt.
Evenmin is er naar het oordeel van het Gerecht wettig en overtuigend bewijs voor de mishandeling door verdachte van dhr. [slachtoffer3], zoals aan hem is tenlastegelegd onder parketnummer 100.00445/23 onder punt 5. Medeverdachte Adams heeft ter terechtzitting van 14 februari 2024 erkend dat hij dhr. [slachtoffer3] een klap tegen diens gezicht heeft gegeven en dhr. [slachtoffer3] heeft op diezelfde zitting, als getuige gehoord, ook gezegd dat hij een klap in zijn gezicht heeft gehad van de door hem tijdens die terechtzitting aangewezen medeverdachte [naam]. Niet is gebleken dat verdachte als medepleger bij deze mishandeling was betrokken, zodat verdachte ook op dit punt dient te worden vrijgesproken.
Gelet op het voorgaande, zal de vordering tot gevangenneming worden afgewezen.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De marihuana, kogelvrije vesten en metalen frames zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. De voorwerpen behoren toe aan de verdachte en zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 1:74 en 1:76 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder parketnummer 100.00111/23 en parketnummer 100.00445/23 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de marihuana, kogelvrije vesten en metalen frames;
gelast de teruggave van de overige in beslag genomen voorwerpen aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door mr. M.C.G. Taranto, griffier, en op 6 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.