ECLI:NL:OGEAM:2024:75

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
100.00419/23
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot moord en zware mishandeling in Sint Maarten

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van poging tot moord en zware mishandeling. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met een medeverdachte aanvallen van twee slachtoffers met een machete op 18 augustus 2023. De slachtoffers, [slachtoffer1] en [slachtoffer2], werden ernstig verwond, waarbij [slachtoffer1] levensbedreigende verwondingen opliep. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 jaren, met aftrek van het voorarrest. De vorderingen van de benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding. Het Gerecht oordeelde dat er sprake was van opzet en voorbedachten rade, en dat de verdachte en zijn medeverdachte nauw samenwerkten bij het plegen van de misdrijven. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar het bewijs, waaronder camerabeelden en DNA-analyse, was overtuigend. De zaak benadrukt de ernst van geweldsmisdrijven en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00419/23

Uitspraak: 28 februari 2024 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren op [datum] 1995 in Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten, [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Sint Maarten.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.H.M. Ibrahim, advocaat in Sint Maarten.
De benadeelde partijen [naam] en [naam] hebben zich gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie, mr. F.R. Bons, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren met aftrek van voorarrest.
Zijn vordering behelst voorts:
  • de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1], de hoofdelijke veroordeling tot vergoeding van het bedrag en de oplegging van een daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte;
  • de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2] tot een bedrag van $ 1.800,00 en NAf 25.000,00, de hoofdelijke veroordeling tot vergoeding van dit bedrag, de niet-ontvankelijkverklaring van die benadeelde partij in hetgeen zij overigens heeft gevorderd en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en -al dan niet- met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven te beroven, met dat opzet en - al dan niet - na kalm beraad en rustig overleg met zijn mededader(s), althans alleen, met een machete/kapmes, althans een scherp voorwerp, meerdere malen die [slachtoffer1] in het hoofd en/of de nek en/of de borst en/of de arm(en), althans het lichaam, heeft gesneden, geslagen, gehakt en/of gestoken, zijnde de verdere uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan een persoon, te weten [slachtoffer1],
opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meerdere diepe hoofd-, nek-, rug en/of borstkast verwondingen, althans blijvende verwondingen aan het lichaam heeft toegebracht, door die [slachtoffer1] opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een machete/kapmes, althans een scherp voorwerp, meerdere malen te snijden, slaan, hakken en/of steken in het hoofd en/of de nek en/of de borst en/of de arm(en), althans het lichaam;
Feit 1 meer subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan een persoon, te weten [slachtoffer1], opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg met een machete/kapmes, althans een scherp voorwerp, meerdere malen die [slachtoffer1] in het hoofd en/of de nek en/of de borst en/of de arm(en), althans het lichaam heeft gesneden, geslagen, gehakt, en/of gestoken, terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 1 nog meer subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend met gebruikmaking van een wapen, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening 1931, te weten een kapmes/machete, althans een scherp voorwerp, al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer1] opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg te snijden, slaan, hakken en/of steken, in het hoofd en/of de nek en/of de borst en/of de arm(en), althans het lichaam tengevolge waarvan die [slachtoffer1] zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meerdere diepe hoofd-, nek-, rug en/of borstkast verwondingen, althans blijvende verwondingen aan het lichaam, in elk geval enig letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Feit 2 primair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en -al dan niet- met voorbedachten rade [slachtoffer2] van het leven te beroven, met dat opzet en - al dan niet - na kalm beraad en
rustig overleg met zijn mededader(s), althans alleen, met een machete/kapmes, althans een scherp voorwerp, meerdere malen die de hand en/of arm van die [slachtoffer2] heeft gesneden, geslagen, gehakt en/of gestoken, zijnde de verdere uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Feit 2 subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen aan een persoon, te weten [slachtoffer2], opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meerdere verwondingen aan hand en/of arm van die [slachtoffer2] heeft toegebracht, door die [slachtoffer2] opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een machete/kapmes, althans een scherp voorwerp, meerdere malen te snijden, slaan, hakken en/of steken;
Feit 2 meer subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon, te weten [slachtoffer2], opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg met een machete/kapmes, althans een scherp voorwerp, meerdere malen die [slachtoffer2] heeft gesneden, geslagen, gehakt, en/of gestoken,
terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2 nog meer subsidiair
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk mishandelend, met gebruikmaking van een wapen, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening 1931, te weten een kapmes/machete, althans een scherp voorwerp, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer2] opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg te snijden, slaan, hakken en/of steken, tengevolge waarvan die [slachtoffer2] zwaar lichamelijk letsel, te weten verwondingen aan hand en/of arm, in elk geval enig letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De beslissing inzake het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – overeenkomstig het schriftelijk requisitoir – het onder 1 primair ten laste gelegde, het medeplegen van een poging tot moord, wettig en overtuigend bewezen.
Voorts heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd van het onder 2 primair en subsidiair ten laste gelegde. Wel acht hij het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde, het medeplegen van een poging tot zware mishandeling, wettig en overtuigend bewezen.
De officier van justitie acht de verklaring van verdachte dat hij naar het huis van [slachtoffer2] is gegaan om spullen te verhuizen ongeloofwaardig, nu dit midden in de nacht gebeurde en de auto niet heel dicht bij de woning werd geparkeerd.
Het stand van de verdediging
De raadsvrouw heeft – overeenkomstig de schriftelijke pleitnotities – integrale vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Het oordeel van het Gerecht
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld – zakelijk weergegeven – : [1]
Op vrijdag 17 augustus 2023 (naar het Gerecht begrijpt: vrijdag 18 augustus 2023) ontvingen verbalisanten [naam] en [naam] een melding om te gaan naar de [adres] alwaar iemand zwaar mishandeld werd met een wapen. Op de genoemde locatie werden zij benaderd door [slachtoffer2]. Zij verklaarde dat haar man zwaargewond in de slaapkamer lag. Verbalisant [naam] zag bloedsporen voor het huis op de grond ter hoogte van de parkeerplaats naast een grijsgelakte Hyundai Creta. Toen hij het huis binnenliep, zag hij een groot lang bloedspoor dat vanaf de parkeerplaats langs de zijkant van het huis door de woonkamer en de badkamer leidde naar de slaapkamer. Toen de verbalisant de slaapkamer binnenliep, zag hij een man die helemaal onder het bloed zat en die op zijn rug op het bed lag. Hij hoorde het slachtoffer zeggen dat hij [slachtoffer1] heette. Verbalisant zag dat het slachtoffer een open wond had ter hoogte van de rechter bovenkant van zijn hoofd, een diepe open wond over zijn borst, op zijn linker en rechter voorarm, een wond ter hoogte van de linker achterkant van zijn nek, een open wond op zijn rug, een wond op zijn linkerhand en een afgehakte linker duimvinger. [2]
[slachtoffer1] heeft op 19 augustus 2023 aangifte gedaan en het navolgende verklaard: “On Friday morning, August 18th, I was assaulted with a machete. We (naar het Gerecht begrijpt [slachtoffer2] en aangever) fell asleep. This thing happened like around 1 am. Next thing I saw and heard was the bedroom door got kicked down. He was by himself at that point. When he kicked down the door, he swung a machete one time and gave me a laceration on my chest. When he did that I tried to hold the machete. While doing so a piece of my thumb came off. I managed to get away and got the machete from him and held him in a headlock. He then screamed for help. A dude came around the corner with a next machete and started chopping me. [slachtoffer 2] -ex picked back up the machete I took from him and both of them continued chopping me with their machete. The room was full of blood. I saw [slachtoffer 2] ex-boyfriend face most definitely. [slachtoffer2]ex-boyfriend that I am referring to is [medeverdachte] . I know his facial features. I know how he looks. So it was him. You, police officer, ask me what my injuries are. My left arm is fractured, piece of my left thumb is gone, my left pinky finger was hanging from blocking the machete and lacerations at the back of my neck and my chest. My back and chop on my head whereby some skin came off.” [3]
[slachtoffer1] heeft op 25 augustus 2023 het navolgende aanvullend verklaard: “I cannot move my left thumb. Piece of my thumb is gone. Piece of my scalp is gone. I needed stiches for my scalp. The expected recovery time is three to four months.” [4]
Thompson Cole Jacqueline, ER Physician MD, heeft op 18 augustus 2023 een medisch rapport over [slachtoffer1] opgesteld. Daaruit blijkt het volgende: [5]
Head: large degloving deep wound to the right frontotemporal scalp. Wound to left frontal scalp. Deep wound to left lateral neck and smaller superficial wound to right lateral neck.
Thorax: large deep wound to anterior thorax obliquely from nipple to nipple. Very superficial wound to right chest.
EXT: left forearm: large oblique deep wound to mid forearm. Amputated distal phalanx of left thumb. Partial amputation of left 5th digit with exposed bone at the PIPJ and deep wound extending down to palm.
Right elbow/forearm: large deep wound to entire posterior elbow with fracture, large deep lacerations to proximal and distal forearm.
Left shoulder superficial wound.
Posterior thorax: deep oblique wound to right lower thorax and superficial wound to mid thorax.
Partial degloving wound to scalp (frontotemporal), deep wound to scalp (left frontal).
Deep lacerations to left lateral neck, anterior chest, posterior thorax, left forearm, left hand, right elbow, right forearm.
Superficial lacerations to right lateral neck, left shoulder, right anterior chest wall, mid back.
Compound comminuted fracture to right distal ulnar and compound fracture of right olecranon.
Amputation of left thumb distal phalanx.
Partial amputation of left 5th digit with large deep laceration extending to palm.
Dr. C. Ruben heeft op 22 augustus 2023 ook een medisch rapport over S.A. [slachtoffer1] opgesteld. Daaruit blijkt het navolgende: [6]
Uitwendig waargenomen letsel:
  • multipele diepe wonden hoofd, thorax armen en rug;
  • open olecranon, rechts;
  • open ulna, rechts;
  • open sternum.
Het letsel had de dood kunnen veroorzaken. Voortdurend ongeschiktheid tot uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden is waarschijnlijk. De duur van de tijdelijke ziekte of verhindering voor uitoefening van de beroepsbezigheden wordt ingeschat voor maanden.
[slachtoffer2] heeft op 18 augustus 2023 aangifte gedaan en het navolgende verklaard: “We were sleeping. My daughter was in the corner, I was in the middle and [naam] (naar het Gerecht begrijpt: [slachtoffer1]) on the end. I heard [naam] screaming. He was sleeping beside me. I heard like slapping sounds. I heard [naam] saying: “Ok, ok, ok!” I jumped up. I got chopped on my hand because I think my hand was on him. I was trying to see, but I knew already it was my ex-boyfriend. I know it was him, because I know how he looks based on his figure, posture and hair. It was two of them. They continued chopping [naam] with machetes. Each of them had a machete. I saw the shininess of the blades. They continued chopping [naam] outside. [medeverdachte] did this in front of his own child. His bone (naar het Gerecht begrijpt: van [slachtoffer1]) was sticking out on his right arm. His head was chopped a lot. His back was like a big hole. I think his fingers are chopped off. I am injured on my left hand. The skin is off. They told me it is a flesh wound. My ex-boyfriend is [medeverdachte]. [7]
Op 18 augustus 2023, omstreeks 2:12 uur, is verbalisant [naam] samen met politieambtenaar James naar het SMMC-ziekenhuis gegaan. Verbalisant [naam] zag dat de linkerhand van [slachtoffer2] aan het bloeden was, ondanks het aangebrachte verband. Verbalisant hoorde dat [slachtoffer2] verklaarde een grote vleeswond tussen haar wijsvinger en hand te hebben. Het bloedde hevig door het aangebrachte verband heen. [8]
De verbalisant heeft camerabeelden bekeken. Hij heeft onder meer het navolgende gerelateerd. Op de camerabeelden van Top1Toys wordt gezien dat op 17 augustus 2023 om 23:43:25 uur (daadwerkelijke datum en tijd) een grijze/zilveren Hyundai Accent, type hatchback, over de Union Road rijdt in de richting van de Cosha Tree Drive. Op de camerabeelden van H&L Carrental wordt gezien dat op 17 augustus 2023 om 23:43:40 uur (daadwerkelijke datum en tijd) de grijze/zilveren Hyundai Accent, type hatchback, linksaf slaat de Cosha Tree Drive op. Om 23:43:44 uur rijdt de Hyundai over de Cosha Tree Drive richting de latere plaats-delict. Om 23:47:02 uur komt de Hyundai terugrijden over de Cosha Tree Drive in de richting van de Union Road. Op de camerabeelden van Top1Toys wordt gezien dat op 17 augustus 2023 om 23:47:41 uur (daadwerkelijke datum en tijd) de Hyundai rechtsaf slaat de Madeleine Drive op. Op de camerabeelden van Friendly Island Pharmacy wordt gezien dat op 17 augustus 2023 om 23:51:55 uur (daadwerkelijke datum en tijd) twee personen achter elkaar lopen over het terrein aan de achterzijde van Top1Toys, Forum Decor en Friendly Island Pharmacy in de richting van Cosha Tree Drive. Op de camerabeelden van Forum Decor wordt gezien dat op 17 augustus 2023 om 23:52:16 uur (daadwerkelijke datum en tijd) de twee personen richting een aldaar geplaatste pallet lopen en de eerste persoon hier overheen klimt gaande in de richting van de latere plaats delict. Om 23:52:39 uur klimt de tweede persoon ook over de pallet en gaat deze persoon in de richting van de latere plaats delict. Op 18 augustus 2023, omstreeks 00:30 uur, werd door aangeefster [slachtoffer2] telefonisch melding gedaan bij de centrale meldkamer van Politie te Sint Maarten dat een zware mishandeling had plaatsgevonden op de [adres] , te Cole Bay, Sint Maarten. Vervolgens klimt om 00:30:40 uur de eerste persoon wederom over voornoemde pallet en loopt de persoon terug in de richting van waar hij eerder vandaan was gekomen. Om 00:30:51 uur klimt de tweede persoon over voornoemde pallet en loopt/rent de persoon achter de eerste persoon aan terug in de richting van waar hij eerder vandaan was gekomen. Om 00:31:01 uur loopt/rent de tweede persoon ook nog achter de eerste persoon aan. Het lijkt dat hij aan zijn linkervoet een slipper draagt en dat hij aan zijn rechtervoet geen schoeisel draagt. [9]
De buitengewoon agent van de politie [naam] toonde verbalisant [naam] camerabeelden van het parkeerterrein van de achterzijde van Friendly Island Pharmacy. De verbalisant zag dat hij camerabeelden liet zien van 17 augustus 2023 tussen de tijdstippen 11:52:40 uur en 11:52:50 uur (systeemtijd). Verbalisant zag dat twee personen uit de richting van de Madeleine Drive kwamen gelopen. Hij herkende de voorste persoon. Hij herkende hem aan zijn rastahaar, zijn manier van lopen en zijn houding. De voorste persoon is hem ambtshalve bekend als [medeverdachte]. Verbalisant kent [medeverdachte] ook van de Well Road te Cole Bay waar hij hem zag. Op 21 februari 2022 heeft hij [medeverdachte] aangehouden. Verbalisant heeft meerdere malen met hem te maken gehad. Zijn volledige gegevens zijn: [naam medeverdachte], geboren op [datum] 1994 te Sint Maarten. [10]
Verbalisant [naam] is naar het laad- en losterrein van Forum Decor gelopen. Op het laad- en losterrein van Forum Decor zag hij een grote roodgekleurde zeecontainer staan. Hij zag dat deze container overeenkwam met de camerabeelden van Forum Decor die hij eerder had gezien. In de hoek van het terrein zag hij een houten pallet staan. Direct naast de pallet zag hij een slipper liggen. Op 25 augustus 2023 heeft verbalisant de aangetroffen slipper inbeslaggenomen. [11]
Bemonstering AAPA5974NL#01 (mogelijk bloedspoor aangetroffen op midden zool slipper van het merk NIKE – buitenzijde voet) is onderworpen aan een aanvullend DNA-onderzoek. Het DNA kan afkomstig zijn van minimaal één man: [slachtoffer1]. DNA-profiel AAPA5974NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer1], dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige onbekende persoon. [12]
Verdachte heeft ter terechtzitting d.d. 7 februari 2024 het navolgende verklaard: “Ik heb medeverdachte [naam] opgehaald en hem naar Cole Bay gebracht. (…) Ik ben met hem naar het huis gelopen. Hij wist de weg en ik ben hem gevolgd. (…) De man op de videobeelden met een slipper ben ik. (…) Ik ben inderdaad een slipper verloren en had er op de weg terug naar de auto nog maar een. U, rechter, toont mij de videobeelden. Ik herken mezelf als de man met het witte shirt. [13]
Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 1
Uit de bovenstaande bewijsmiddelen leidt het Gerecht het navolgende af.
In de nacht van vrijdag 18 augustus 2023, tussen 00:00 uur en 00:30 uur, werd [slachtoffer1] met een machete gesneden, geslagen dan wel gestoken waarbij hij ernstige verwondingen heeft opgelopen.
[slachtoffer1] en [slachtoffer2] hebben beiden verklaard dat het medeverdachte [naam] was die [slachtoffer1] met een machette heeft geslagen dan wel gestoken. Zij hebben tevens verklaard dat een tweede persoon [slachtoffer1] heeft geslagen/gestoken.
Verdachte heeft ontkend dat hij het huis van [slachtoffer2] binnen is gegaan en [slachtoffer1] heeft gestoken/geslagen. Verdachte heeft echter ter terechtzitting wel verklaard dat hij medeverdachte [naam] naar het huis van [slachtoffer2] heeft gebracht en met de medeverdachte naar dat huis is gelopen waarbij hij de medeverdachte is gevolgd. Daarnaast zijn twee personen op camerabeelden waargenomen die op 17 augustus 2023 rond 23:52 uur in de richting van Cosha Tree Drive lopen en vervolgens over een pallet klimmen in de richting van de plaats delict. Omstreeks 00:30 uur werd er door aangeefster [slachtoffer2] een melding gedaan bij de centrale kamer van de politie waarna op de camerabeelden is waargenomen dat de twee personen, zeer kort hierna, om 00:30:40 uur resp. 00:30:51 uur wederom over de pallet klimmen en in de richting lopen van waar zij vandaan kwamen. Verdachte heeft zichzelf herkend op die beelden als de man die als laatste van de twee over de pallet klom. Tot slot is DNA van [slachtoffer1] onder de slipper van verdachte aangetroffen. Naar het oordeel van het Gerecht kan het dan ook niet anders zijn dan dat verdachte de tweede persoon, naast [naam], is geweest die [slachtoffer1] heeft gestoken/geslagen.
De verklaring van verdachte dat hij de medeverdachte naar huis van zijn ex-vriendin heeft gebracht omdat de medeverdachte spullen moest ophalen, dat zij over de pallet zijn geklommen omdat dat een ‘short-cut’ betrof, hij niet de woning is binnengegaan en medeverdachte en [slachtoffer1] ‘scuffling’ (het Gerecht begrijpt: ‘in een handgemeen verwikkeld’) naar buiten kwamen, acht het Gerecht, mede gelet op het voorgaande, niet aannemelijk.
Gelet op de voorgaande bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen in onderling verband en in samenhang bezien is het Gerecht van oordeel dat verdachte op 18 augustus 2023 met een machete [slachtoffer1] heeft geslagen/gestoken.
Opzet
Het Gerecht ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld hoe het handelen van de verdachte dient te worden gekwalificeerd. Daarbij dient het Gerecht te beoordelen of het opzet van de verdachte was gericht op de dood van [slachtoffer1]. Van vol opzet is sprake als bewezen kan worden dat het de bedoeling van de verdachte is geweest om [slachtoffer1] te doden.
Het Gerecht acht in dit verband van belang dat verdachte samen met de medeverdachte naar het huis van [slachtoffer2] is gegaan. Bij binnenkomst in de slaapkamer is de medeverdachte direct gaan ‘inhakken’ op [slachtoffer1]. Toen de medeverdachte om hulp vroeg, is verdachte [slachtoffer1] ook gaan steken/slaan. Naar het oordeel van het Gerecht kan het handelen van de verdachte naar zijn uiterlijke verschijningsvorm niet anders worden opgevat dan als handelen gericht op het doden van [slachtoffer1]. De verdachte heeft aldus met vol opzet gehandeld.
Voorbedachten rade
Voor bewezenverklaring van poging tot moord moet voorts worden vastgesteld dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. Het Gerecht stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van dit bestanddeel moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit (om het slachtoffer te doden) en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Voor de bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedachten rade’ acht het
Gerecht in het bijzonder de volgende feiten en omstandigheden, zoals uit de bewijsmiddelen naar voren komt, redengevend.
Verdachte rijdt in de avond van 17 augustus 2023 op 18 augustus 2023 met medeverdachte [naam] richting het huis van de ex-vriendin van [naam], [slachtoffer2]. Verdachte heeft verklaard dat hij de medeverdachte eerst heeft opgehaald. Uit de camerabeelden is gebleken dat zij met de auto eerst de Cosha Tree Drive oprijden richting het huis van [slachtoffer2] waarna zij na een paar minuten komen teruggereden. Weer een paar minuten later klimmen beide verdachten over een pallet door bosschages en gaan zij richting het huis van [slachtoffer2]. Bij binnenkomst in de slaapkamer, waar op dat moment [slachtoffer1], [slachtoffer2] en de dochter van verdachte en [slachtoffer2] liggen te slapen, begint de medeverdachte direct op [slachtoffer1] ‘in te hakken.’ Vervolgens steekt/slaat ook verdachte [slachtoffer1] met een machete. Hieruit concludeert het Gerecht dat verdachte het vooropgezette plan had [slachtoffer1] van het leven te beroven en dat verdachte heeft gehandeld met voorbedachten rade. Het Gerecht neemt als vaststaand aan dat de verdachte vóór de uitvoering van zijn daad voldoende tijd en gelegenheid heeft gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap te geven. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling waarin verdachte zou hebben gehandeld, is niet gebleken. Evenmin is gebleken van andere contra-indicaties die aan het aannemen van voorbedachten rade in de weg staan.
Medeplegen
Naar het oordeel van het Gerecht is er sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [naam] bij het pogen van het doden van [slachtoffer1]. Verdachte heeft de medeverdachte opgehaald, zij zijn samen naar het huis van [slachtoffer2] gegaan en [slachtoffer1] en [slachtoffer2] hebben beiden verklaard dat er door twee mannen op [slachtoffer1] werd ingehakt. Er is dan ook sprake van medeplegen.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht het Gerecht het onder 1 primair ten laste gelegde, medeplegen van een poging tot moord, wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 2
Poging tot doodslag?
Het Gerecht overweegt dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijsmateriaal is om te komen tot het bewijs dat verdachte het vol opzet had op de dood van [slachtoffer2].
De vraag die het Gerecht vervolgens dient te beantwoorden is of er bij verdachte sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer2]. Uit het strafdossier volgt dat [slachtoffer2] aan haar hand is geraakt door de slaande bewegingen met de machetes. Daarnaast is gebleken dat de geweldshandelingen van verdachten echt gericht waren op [slachtoffer1].
Het Gerecht is gelet op deze feiten en omstandigheden van oordeel dat niet is komen vast te staan dat er sprake is van een aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer2]. Het Gerecht zal de verdachte daarom vrijspreken van het onder 2 primair ten laste gelegde.
Zware mishandeling?
Nu het opgelopen letsel van [slachtoffer2] aan haar hand niet als zwaar lichamelijk letsel kan worden aangemerkt, zal het Gerecht verdachte vrijspreken van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde.
Poging tot zware mishandeling?
Het Gerecht dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde, te weten poging tot zware mishandeling van [slachtoffer2].
Ook ter zake van feit 2 meer subsidiair geldt dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte het vol opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer2]. Zijn geweldshandelingen waren immers gericht op [slachtoffer1]. Dat brengt met zich dat het Gerecht ook ten aanzien van dit feit de vraag dient te beantwoorden of er sprake was van voorwaardelijk opzet op zware mishandeling van [slachtoffer2].
Het Gerecht heeft geconstateerd dat [slachtoffer2] op haar hand is geraakt door de slaande bewegingen met de machetes waardoor zij een vleeswond aan haar hand heeft opgelopen. Weliswaar was het gepleegde geweld gericht op [slachtoffer1], maar door met een machete in te hakken op [slachtoffer1], heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat ook [slachtoffer2] zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Immers, [slachtoffer2] lag naast [slachtoffer1] op bed waardoor, op het moment dat verdachte wild inhakte op [slachtoffer1], de aanmerkelijke kans bestond dat ook [slachtoffer2] met de machete geraakt zou worden en zodoende zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.
Medeplegen
Naar het oordeel van het Gerecht is er sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [naam] bij het pogen van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel van [slachtoffer2]. Verdachte heeft de medeverdachte opgehaald, zij zijn samen naar het huis van [slachtoffer2] gegaan en [slachtoffer1] en [slachtoffer2] hebben beiden verklaard dat er door twee mannen op [slachtoffer1] werd ingehakt. Er is dan ook sprake van medeplegen.
Voorbedachten rade
Nu het dossier geen aanknopingspunten biedt die wijzen op voorbedachte rade van de verdachte om [slachtoffer2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, zal het Gerecht verdachte daarvan vrijspreken.
Conclusie
Gelet op deze feiten en omstandigheden acht het Gerecht het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1 primair
hij op
of omstreeks18 augustus 2023 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk en
-al dan niet-met voorbedachten rade [slachtoffer1] van het leven te beroven, met dat opzet en
- al dan niet -na kalm beraad en rustig overleg met zijn mededader
(s),
althans alleen,met een machete/kapmes,
althans een scherp voorwerp,meerdere malen die [slachtoffer1] in het hoofd en
/ofde nek en
/ofde borst en
/ofde arm
(en
),
althans het lichaam,heeft gesneden, geslagen
, gehakten/of gestoken, zijnde de verdere uitvoering van dat door hem, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Feit 2 meer subsidiair
hij op
of omstreeks18 augustus 2023 te Sint Maarten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon, te weten [slachtoffer2], opzettelijk
en al dan niet met voorbedachten radezwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
en al dan niet na kalm beraad en rustig overlegmet een machete/kapmes,
althans een scherp voorwerp, meerdere malendie [slachtoffer2] heeft gesneden, geslagen, gehakt, en/of gestoken,
terwijl de uitvoering van dat door hem, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:262 juncto artikel 1:119 juncto 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

medeplegen van poging tot moord.

Het onder 2 meer subsidiair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:275 juncto artikel 1:119 juncto 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

medeplegen van poging tot zware mishandeling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
De officier van justitie gaat ervan uit dat het tenlastegelegde verdachte in verminderde mate toegerekend kan worden, nu verdachte een hersenoperatie heeft ondergaan waarbij een tumor is weggehaald.
Ook het Gerecht sluit niet uit dat er bij verdachte sprake is geweest van gedragsverandering, nadat bij hem een tumor in de hersenen is verwijderd. Het Gerecht komt op basis van de in het dossier voorhanden zijnde informatie en het verhandelde ter zitting tot de conclusie dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden verklaard.
Oplegging van straf
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren met aftrek van het voorarrest. Bij de bepaling van de eis heeft de officier van justitie meegewogen dat het ernstige feiten betreffen en het gaat om medeplegen en meerdere feiten. Voorts weegt hij in het nadeel van verdachte mee dat verdachte ervoor heeft gekozen om zijn gruweldaad in de nachtelijke uren te begaan op de plek die voor de slachtoffers het meest veilig zou moeten zijn, namelijk hun woning. Daarnaast heeft verdachte geen enkele spijt of berouw en geen enkel inzicht in het kwaadaardige van zijn handelen getoond. Voorts werkt de strafkaart van verdachte strafverhogend.
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft verzocht tot een lagere straf te komen dan die is geëist door de officier van justitie. Daarnaast heeft de raadsvrouw verzocht rekening te houden met de medische bevinding dat na een epileptische aanval sprake kan zijn geweest van enige verwardheid.
Het oordeel van het Gerecht
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte is in de avond van 17 op 18 augustus 2023 samen met medeverdachte [naam] richting de woning van de ex-vriendin van [naam], [slachtoffer2], gereden. Zij hebben de auto ergens geparkeerd, zijn vervolgens via een pallet door de bosschages geklommen en zijn naar het huis van [slachtoffer2] gegaan. Verdachten zijn het huis binnengegaan en de slaapkamer ingegaan, alwaar [slachtoffer2], haar partner [slachtoffer1] en dochter op bed lagen te slapen. Medeverdachte [naam] is rechtstreeks op [slachtoffer1] afgelopen en is op een gruwelijke wijze op hem in gaan hakken/steken met een machete, terwijl [slachtoffer2] en zijn eigen dochter daarnaast lagen. Vervolgens heeft verdachte aan dit geweld deelgenomen door mee te gaan slaan/steken. Door het slaan/steken gericht op [slachtoffer1] heeft ook [slachtoffer2] een verwonding aan haar hand opgelopen. Dat [slachtoffer1] dit geweld heeft overleefd, is niet aan de verdachten te danken. [slachtoffer1] liep forse verwondingen op, die blijkens de medische informatie de dood hadden kunnen veroorzaken. Met zijn handelen heeft verdachte op grove wijze de lichamelijke integriteit van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] geschonden. Daarnaast heeft hij zich kennelijk niet bekommerd om het feit dat door zijn handelen ook het minderjarige kind van [slachtoffer2] en [naam] een afschuwelijke ervaring heeft meegemaakt. Verdachte heeft met zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en gevoelens van onrust, angst en onveiligheid gecreëerd. De eigen woning is immers bij uitstek een plek waar iemand zich veilig zou moeten voelen. Ook voor de samenleving is het een schokkend en zeer ernstig feit. Het Gerecht rekent dit alles verdachte zwaar aan.
Misdrijven tegen het leven gericht behoren tot de ernstigste misdrijven die het Wetboek van Strafrecht kent. Als het delict voltooid wordt, zijn de gevolgen ervan onomkeerbaar. Het Gerecht is dan ook van oordeel dat slechts kan worden volstaan met een vrijheidsbenemende straf van lange duur.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen gevangenisstraf heeft het Gerecht er ook rekening mee gehouden dat de verdachte op geen enkel moment verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en altijd heeft volhard in een ontkenning.
Het Gerecht weegt in strafverlagende zin mee dat verdachte niet de initiator van het geweld is geweest en zijn rol enigszins ondergeschikt was aan die rol van zijn medeverdachte [naam]. Ook houdt het Gerecht er rekening mee dat verdachte mogelijk verminderd toerekeningsvatbaar is, vanwege de gevolgen van een hersenoperatie waarbij bij hem een tumor is verwijderd. Het Gerecht sluit niet uit dat hij ten gevolgde hiervan minder in staat is om weerstand aan anderen te bieden en dat hij zich hierdoor eenvoudig heeft laten overhalen de onderhavige feiten te begaan. Ook al wordt dit niet door rapportages ondersteund, acht het Gerecht dit toch niet onwaarschijnlijk en zal het Gerecht daar in het voordeel van verdachte rekening mee houden bij het opleggen van de straf.
Uit de strafkaart van de verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een geweldsdelict. Om die reden zal het Gerecht er geen rekening mee houden bij het opleggen van de straf.
Alles overziend kan naar het oordeel van het Gerecht niet met een andere of lichtere straf worden volstaan dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Het Gerecht acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren passend en geboden.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de voorwerpen die onder verdachte in beslag zijn genomen, met uitzondering van die waarvan het bezit in strijd is met de Opiumlandsverordening, kunnen worden teruggegeven aan verdachte.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van die in beslag genomen voorwerpen. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer1] heeft zich ten aanzien van het onder parketnummer 100.00374/23 onder 1 ten laste gelegde in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt $ 8.610,00 ter zake van materiële schade en $ 10.000,00 ter zake van immateriële schade.
De benadeelde partij [slachtoffer2] heeft zich ten aanzien van het parketnummer 100.00374/23 in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt $ 1.800,00 ter zake van materiële schade en NAf 50.000,- ter zake van immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot gehele toewijzing van de vordering van [slachtoffer1] met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De materiële schade is onderbouwd met payslips. De immateriële schade is weliswaar niet onderbouwd met stukken van een behandelaar, maar op basis van de ernst van het feit kan worden gesteld dat sprake is van een trauma.
Voorts heeft de officier van justitie gerekwireerd tot toewijzing van de vordering van [slachtoffer2] met betrekking tot de materiële schade, nu het een redelijk bedrag in relatie tot het delict betreft. Met betrekking tot de immateriële schade heeft de officier van justitie gerekwireerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering tot een bedrag van NAf 25.000,00, nu het gevorderde bedrag gelet op vergelijkbare gevallen te hoog is. Dat sprake is van een trauma, is voldoende onderbouwd.
Tot slot heeft de officier van justitie verzocht de vorderingen hoofdelijk toe te wijzen.
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft primair verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen af te wijzen vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de vorderingen af te wijzen, nu die onvoldoende zijn onderbouwd.
Het oordeel van het Gerecht
Vordering benadeelde partij [slachtoffer1]
Het onder 1 primair ten laste gelegde is bewezen verklaard. Het Gerecht is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat door de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde strafbare feit materiële en immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het handelen door verdachte.
De rechtbank zal de vordering met betrekking tot de materiële schade toewijzen, nu het Gerecht deze kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het strafbare feit ook redelijk en voldoende onderbouwd acht.
Het Gerecht stelt vast dat de benadeelde partij letsel heeft opgelopen ten gevolge van het bewezenverklaarde feit (poging tot moord). Het Gerecht heeft voor het toe te wijzen bedrag rekening gehouden met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend en acht toewijzing van het gevorderde bedrag van $ 10.000,00 billijk.
Het Gerecht zal het schadebedrag vaststellen op een totaalbedrag van $ 18.610,00 = NAf 33.498,00. Het Gerecht zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Het Gerecht veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer2]
Het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde is bewezen verklaard. Het Gerecht is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat door de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde strafbare feiten materiële en immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het handelen door verdachte.
De rechtbank zal de vordering met betrekking tot de materiële schade toewijzen, nu het Gerecht deze kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het strafbare feit ook redelijk en voldoende onderbouwd acht.
De benadeelde partij maakt tevens aanspraak op vergoeding van immateriële schade. Dat zij als gevolg van het handelen van de verdachte in haar persoon is aangetast, is voldoende onderbouwd en komt uit het dossier evident naar voren. De grondslag voor vergoeding van immateriële schade en het causale verband zijn hiermee gegeven. Uit hetgeen de benadeelde partij ten grondslag heeft gelegd aan de vordering leidt de rechtbank af dat het feit een grote impact heeft gehad op de benadeelde partij en dat zij ook geestelijk schade heeft opgelopen. De rechtbank stelt de immateriële schade naar billijkheid vast op NAf 30.000,00. De verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal de vordering deels toewijzen tot genoemd bedrag.
Het Gerecht zal de benadeelde partij in het overige van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Het Gerecht zal het schadebedrag vaststellen op een totaalbedrag van NAf 3.240,00 (zijnde omgerekend $1.800,00) + NAf 30.000,00 = NAf 33.240,00. Het Gerecht zal tevens de betalingsverplichting hoofdelijk opleggen en de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Het Gerecht veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:78 en 1:136, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair en subsidiair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) jaren;
- beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen, niet zijnde de voorwerpen waarvan het ongecontroleerde bezit in strijd is met de Opiumlandsverordening, aan verdachte;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer1] geleden schade toe tot een bedrag van
NAf 33.498,00 (zegge: drieendertigduizendvierhonderdachtennegentig gulden,en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer1] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 33.498,00 (zegge: drieendertigduizendvierhonderdachtennegentig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 (een) jaar hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;
bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer2] geleden schade gedeeltelijk toe tot een bedrag van
NAf 33.240,00 (zegge: drieendertigduizendtweehonderdveertig gulden,en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer2] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer2] de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf 33.240,00 (zegge: drieendertigduizendtweehonderdveertig gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 (een) jaar hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan het Land daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan het Land in zoverre komt te vervallen;
bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door mr. M.C.G. Taranto, griffier, en op 28 februari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten, Justitiële Divisie, Team Bestrijding Zware Criminaliteit, verdeeld over vijf dossiers, d.d. 27 en 28 december 2023 en 8 januari 2024, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 308/JD/23 en de zaaksnaam “Lapetus 23”.
2.Proces-verbaal van bevindingen [adres] d.d. 18 augustus 2023, dossierpagina 124-125 (deel 1).
3.Proces-verbaal van Aangifte van [slachtoffer1] d.d. 19 augustus 2023, dossierpagina 5-8 (deel 1).
4.Proces-verbaal van Aanvullende aangifte van [slachtoffer1] d.d. 25 augustus 2023, dossierpagina 11-17 (deel 1).
5.Schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring van Thompson Cole Jacqueline, ER Physician MD, St. Maarten Medical Center d.d. 18 augustus 2023 (aanvullend).
6.Schriftelijk bescheid, te weten medische informatie d.d. 22 augustus 2023 van dr. C. Ruben, dossierpagina 18 (deel 1).
7.Proces-verbaal van Aangifte van zware mishandeling, mishandeling met een wapen en huisvredebreuk van [slachtoffer2] d.d. 18 augustus 2023, dossierpagina 21-24 (deel 1).
8.Proces-verbaal van bevinding d.d. 21 augustus 2023, dossierpagina 126-132 (deel 1).
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 september 2023, dossierpagina 60-83 (deel 1).
10.Proces-verbaal van bevinding; herkenning [medeverdachte] d.d. 18 september 2023, dossierpagina 151-153 (deel 1).
11.Proces-verbaal van bevinding (aantreffen slipper) d.d. 1 september 2023, dossierpagina 139-141 (deel 1) en kennisgeving van inbeslagneming, dossierpagina 142-143 (deel 1).
12.Aanvullend NFI-rapport d.d. 2 februari 2024.
13.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 7 februari 2024.