ECLI:NL:OGEAM:2024:76

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
28 maart 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
100.00300/23
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van afpersing en diefstal met bedreiging met geweld in Sint Maarten

Op 28 maart 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van afpersing, medeplegen van diefstal met bedreiging met geweld en medeplegen van het voorhanden hebben van vuurwapens. De verdachte, geboren in 1981 in Guadeloupe en thans gedetineerd in Sint Maarten, werd beschuldigd van het plegen van twee overvallen op een restaurant en een supermarkt op 5 februari 2023. Tijdens deze overvallen werd geweld gebruikt, waarbij vuurwapens werden getoond aan de slachtoffers. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes jaren, wat het Gerecht uiteindelijk ook oplegde. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.K.A. Hart, en de zaak werd behandeld in tegenspraak. Het Gerecht oordeelde dat de herkenning van de verdachte op camerabeelden voldoende betrouwbaar was en dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de daders. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren met aftrek van voorarrest, waarbij het Gerecht rekening hield met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00300/23

Uitspraak: 28 maart 2024 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren op [datum] 1981 in Guadeloupe,
wonende in Sint Maarten, [adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Sint Maarten.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.K.A. Hart, advocaat in Sint Maarten.
De officier van justitie, mr. V. Awadhpersad, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van voorarrest.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na een ter terechtzitting toegewezen nadere omschrijving van de tenlastelegging – ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of het [naam] restaurant, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die[naam] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
het tonen en/of richten van een of meer vuurwapens, althans (een) soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), aan/naar die MO;
Feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam] en/of het [naam] restaurant, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
het tonen en/of richten van een of meer vuurwapens, althans (een) soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), aan/naar die[naam] ;
Feit 2
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A.
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of de [naam] Supermarket, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die[naam] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
B.
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [naam] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam] en/of de [naam] Supermarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
het tonen en/of richten van een of meer vuurwapens, althans een soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), aan/naar die[naam] ;
Feit 3
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(en) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft/hebben gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De beslissing inzake het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Dader 2 van beide overvallen betreft dezelfde persoon als op de foto van het politiesysteem en dat betreft verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – overeenkomstig de schriftelijke pleitnotities – vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde, nu niet door herkenning of op enige andere wijze kan worden vastgesteld dat verdachte op de plaats delict aanwezig was.
Het oordeel van het Gerecht
Ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende vastgesteld – zakelijk weergegeven – : [1]
Op 5 februari 2023 deed [naam], eigenaar van [naam] restaurant, gelegen op de [naam] road, aangifte van diefstal met geweld gepleegd op 5 februari 2023. Hij verklaarde onder meer het navolgende: I am the owner of the restaurant. I was busy with a customer from the restaurant and I noticed one guy come in the restaurant with a black and yellow jacket and black pants and he was wearing black shades and he had a black cloth covering his face. He also had a black gun that he pointed at me and forced me to open the cash pan. I also noticed, while I was busy taking the money from the cash pan, another person walking in dressed in all black. He had a black mask on also with a silver and black gun he stayed by the counter. So what the first suspect did was pushing me and forcing me to open the cash pan that had around $200 to $300 dollars. He took the money and both of them left on foot. [2]
De camerabeelden van [naam] restaurant, gelegen aan de [naam] te [naam] zijn ter beschikking gesteld voor nader onderzoek. Camerabeeld 01 heeft zicht over de kassa binnen het restaurant. Camerabeeld 02 heeft zicht bij de ingang/uitgang van het restaurant en de openbare weg van Suckergarden road. Camerabeeld 03 heeft zicht binnen het restaurant en van de ingang/uitgang. De aangegeven datum en tijd op het systeem is niet gelijk met de werkelijke tijd. De beelden zijn van 18:00 uur tot 19:00 uur bekeken en het navolgende werd vastgesteld. Op 5 februari 2023 om 06:27:04 is op camera CH 02 dader 1 te zien die naar de ingang van het restaurant rent. Op 5 februari 2023 om 06:27:09 uur is op camera CH 02 dader 2 te zien die naar de ingang van het restaurant rent. Het is ook te zien dat dader 2 is gekleed in een zwart T-shirt, gewikkeld over zijn hoofd, een zwarte jas met witte strepen rond de nek, bruin van huidskleur is en een licht blauwe afgeknipte lange spijkerbroek en witte schoenen aan heeft. Het is ook te zien dat dader 2 lang van lengte is en een slank postuur heeft. Op camerabeeld CH 03 om 06:27:09 uur is dader 1 te zien die naar de achterkant van de bar loopt en een zwart vuurwapen vasthoudt met beide handen. Het is ook te zien dat een (1) klant en de eigenaar in het restaurant zijn. Op camerabeeld CH 03 om 06:27:15 uur is te zien dat dader 1 achter de bar is samen met de eigenaar bij de kassa. Het is ook te zien dat dader 1 een zwart vuurwapen in zijn rechterhand heeft en richt op de rug van de eigenaar. Het is ook te zien dat dader 2 voor de bar staat en een grijs vuurwapen in zijn rechterhand houdt. Op camerabeeld CH 03 om 06:27:18 uur is te zien dat dader 1 de eigenaar bij zijn shirt vasthoudt terwijl hij het pistool op zijn rug richt. Op een close up shot van camerabeeld CH 03 om 06:27:18 uur is het zwart vuurwapen in de rechterhand van dader 1 en het grijze vuurwapen (
naar het Gerecht begrijpt: in de) rechterhand van dader 2 te zien. Op een close up shot van camerabeeld CH 03 om 06:27:16 uur is het grijze vuurwapen in de rechterhand van dader 2 te zien. Ook het gezicht van dader 2 is te zien. Het is ook te zien dat het hemd dat om zijn hoofd zit witte kleuren heeft. Op camerabeeld CH 01 om 06:27:22 uur en 06:27:24 uur is te zien dat dader 1 de eigenaar onder bedreiging van het vuurwapen heeft gedwongen het geld uit de kassa te halen en in de blauw en grijze rugzak te leggen. Op camerabeeld CH 02 om 06:27:59 uur is te zien dat dader 2 het restaurant verlaat lopend in de richting van The Keys Road. Het is ook te zien dat de schoenen van dader 2 gele kleuren heeft. Het is ook te zien dat de zwarte jas van dader 2 binnenstebuiten is. Op camerabeeld CH 02 om 06:28:03 uur is te zien dat dader 1 het restaurant verlaat lopend in de richting van The Keys Road. Het is ook te zien dat dader 1 het restaurant verlaat met het zwarte vuurwapen in zijn rechterhand en de blauwe en grijze rugtas in zijn linkerhand. [3]
Op 5 februari 2023 deed [naam], eigenaar van [naam] Supermarket, gelegen op de [naam] road, aangifte van diefstal met geweld en afpersing gepleegd op 5 februari 2023. Hij verklaarde onder meer het navolgende: I am the owner of the supermarket. I was busy behind the cash register. Then I noticed from a distance two guys coming in the supermarket with guns in their hand. One was dressed in a black and yellow jacket with black pants and he had a black gun that he used to force me to open the cash pan. He also was wearing shades. The other was full in black clothing with a mask and he had a silver and black gun. He took between $200,- to $300,- dollars out the cash register. The other suspect was also dressed in black but he stood behind the counter and he was looking outside allot (
naar het Gerecht begrijpt: a lot). When they took the money they left together on foot in the direction of belvedere and they vanished in the darkness. [4]
De camerabeelden van [naam] Supermarket, gelegen aan de [naam] Road, zijn ter beschikking gesteld voor nader onderzoek. Camerabeeld 01 heeft zicht over de ingang/uitgang van de supermarkt en over de [naam] road richting Oyster Pond. Camerabeeld 02 heeft zicht binnen de supermarkt bij de koelkast en de kassa. Camerabeeld 09 heeft zicht over de kassa. Camerabeeld 10 heeft zicht van de ingang/uitgang van de supermarkt en van [naam] road in de richting Belvedere/Dutch Quarter/grens belvedere. Camerabeeld 11 heeft zicht vanbinnen de supermarkt ingang/uitgang van de supermarkt. De aangegeven tijd op het systeem is niet gelijk met de werkelijk tijd. De beelden zijn van 18:00:00 uur tot 19:00:00 uur bekeken en het volgende werd vastgesteld. Op zondag 5 februari 2023 om 18:58:21 uur zijn op camerabeeld 10 dader 1 en dader 2 rennend over de openbare weg van Bishop Hill Road richting de [naam] Supermarkt te zien. Er wordt gezien dat beide daders uit de bosjes aan de overkant van de openbare weg rennen. Op camerabeeld 10 om 18:58:27 uur is te zien dat de eerste dader de supermarkt binnengaat. Op camerabeeld 10 om 18:58:31 uur is te zien dat dader 2 de supermarkt binnengaat. Op camerabeeld 11 om 18:58:29 uur is een close up shot van dader 1 met een zwart vuurwapen in zijn rechterhand en gericht naar de eigenaar te zien. Op camerabeeld 11 om 18:58:33 uur is een close up shot van dader 2 te zien. Het is ook te zien dat dader 2 is gekleed in een zwart T-shirt gewikkeld over zijn hoofd, een zwarte jas met witte strepen rond de nek en dat hij een bruine huidskleur heeft. Het is ook te zien dat het hemd dat om zijn hoofd zit witte kleuren heeft. Op camerabeeld 02 om 18:58:34 uur is een close up shot te zien van dader 1 die de eigenaar vasthoudt. Het is ook te zien dat de dader een blauwe en grijze rugtas in zijn linkerhand heeft. Op camerabeeld 09 om 18:58:34 uur is dader 2 met een grijs vuurwapen in zijn rechterhand te zien. Op camerabeeld 02 om 18:58:35 uur is een close up shot te zien waarop is te zien dat de zwarte jas van dader 2 binnenstebuiten is. Op camerabeeld 09 om 18:58:44 uur en 18:58:46 is dader 1 te zien die samen met de eigenaar geld uit de kassa haalt en het in de blauwe en grijze rugzak legt. Op camerabeeld 09 om 18:58:44 uur en 18:59:02 is dader 1 te zien met de blauwe en grijze rugtas in zijn linkerhand en een zwart vuurwapen in rechterhand. Het is ook te zien dat de kassa leeg is. Op camerabeeld 10 om 18:59:07 uur is te zien dat beide daders uit de supermarkt wegrennen in de richting van de bosjes aan de overkant van de openbare weg. [5]
Op 19 februari 2023 heeft verbalisant [naam] de stillfoto’s van twee mannen gezien. Op de still herkende hij de verdachte die gekleed was in een zwarte capuchon en blauwe broek. Hij werd door verbalisant herkend als de man met de bijnaam ‘[naam] ’. Deze [naam] is voor verbalisant bekend in verband met meerdere politieassistenties bij zijn woning te Dutch Quarter. Toentertijd had hij een relatie met de moeder van de bekende [naam] kinderen genaamd : [naam].
Het is verbalisant ook bekend dat hij voor een tuiniersbedrijf werkt en tevens werkt hij in zijn woonwijk in Suckergarden. Tijdens het werken in zijn woonwijk draagt hij zijn shirt op dezelfde manier over zijn hoofd met het bovenste gedeelte van zijn gezicht onbedekt. Hierdoor herkent verbalisant zijn wenkbrauwen, ogen en zijn neus en weet hij dat het [naam] is die zo een shirt over zijn hoofd draagt. [6]
Verbalisant [naam] heeft gerelateerd dat de beelden van [naam] restaurant en de HKD-foto van de man [naam] [verdachte] met elkaar zijn vergeleken. Daaruit blijkt dat de dader van de berovingen overeenkomt met de HKD-foto van [verdachte]. De man afgebeeld in de videobeelden van de beroving van [naam] restaurant en [naam] Supermarket heeft zijn gezicht deels afgedekt met een zwart T-shirt, een zwarte jas met horizontale witte strepen aan de kraag, is bruin van huidskleur, heeft een licht blauwe lange spijkerbroek en witte schoenen aan. Op de HKD-foto is te zien dat de neus en de rechterwenkbrauw overeenkomen. [7]
In het proces-verbaal van verhoor van verdachte is als zijn beroep ingevuld dat hij tuinier is. Voorts heeft verdachte tijdens dat verhoor verklaard dat hij samen met zijn vriendin [naam] op het adres [adres] woont en dat hij vier jaar met haar samen is. Hij woonde samen met [naam] in [naam wijk]. [8]
Bewijsoverwegingen
Het Gerecht stelt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat op 5 februari 2023 het [naam] restaurant en de [naam] Supermarket zijn overvallen door steeds dezelfde twee daders die in het bezit waren van vuurwapens.
Het Gerecht ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of verdachte de persoon is op de camerabeelden die wordt aangeduid als dader 2.
Het Gerecht stelt voorop dat behoedzaam dient te worden omgegaan met een herkenning aan de hand van (camera)beelden en het gebruik daarvan voor het bewijs. Dit geldt in het bijzonder wanneer deze herkenning het voornaamste bewijsmiddel is om de betrokkenheid van een verdachte bij het hem tenlastegelegde te kunnen aantonen, zoals in het onderhavige geval. Factoren die de bewijskracht van dergelijke herkenning mede bepalen zijn, kort gezegd:
  • de kwaliteit van de afbeeldingen;
  • de mate van bekendheid met de waargenomen persoon door de herkenner;
  • het aantal onafhankelijke herkenningen door verschillende personen;
  • in hoeverre op deze afbeeldingen voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn;
  • of er feiten en omstandigheden zijn die een herkenning mogelijk zouden kunnen falsificeren.
Het Gerecht overweegt in dit verband het volgende.
Naar het oordeel van het Gerecht zijn de betreffende camerabeelden, die het Gerecht tijdens de zitting op 7 maart 2024 ook heeft bekeken en waarvan de stills zich tevens in het dossier bevinden, van voldoende kwaliteit om een herkenning op te kunnen baseren. Het gaat om duidelijke en heldere beelden, waarop dader 2 gedurende langere tijd en volledig in beeld te zien is. Hoewel dader 2 deels een zwart T-shirt over zijn hoofd draagt, zijn gezichtskenmerken duidelijk zichtbaar.
Het Gerecht is van oordeel dat de herkenning van ‘[naam]’ door verbalisan t [naam] zeer deugdelijk is onderbouwd, zowel op het punt van de elementen van herkenning, waarbij ook zeer specifieke onderscheidende persoonskenmerken zijn beschreven, alsook ten aanzien van de reden en mate van bekendheid met verdachte. Zo is door verbalisant onder meer beschreven dat hij bekend is met [naam] in verband met meerdere politieassistenties bij de woning van [naam] in de wijk [naam wijk] en dat het hem bekend is dat [naam] voor een tuiniersbedrijf werkt en in de woonwijk van verbalisant werkt. Tijdens het werken in zijn woonwijk draagt [naam] zijn shirt op dezelfde manier over zijn hoofd met het bovenste gedeelte van zijn gezicht onbedekt. Verbalisant herkent de wenkbrauwen, ogen en neus.
Naar het oordeel van het Gerecht zijn er geen omstandigheden die de herkenning falsificeren of onbetrouwbaar maken.
Gelet op al het voorgaande acht het Gerecht de herkenning van de dader als zijnde de man die hij kent onder de naam “[naam]” door de verbalisant [naam] voldoende betrouwbaar. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat deze “[naam]” verdachte betreft. Verdachte heeft tijdens zijn verhoor immers verklaard dat hij al 4 jaar samen woont met [naam] in de wijk [naam wijk] en bij zijn verhoor is als zijn beroep ingevuld dat hij tuinman is. De HKD-foto van verdachte is vergeleken met de beelden van [naam] restaurant waarop de politie concludeert dat de persoon op de foto en de beelden overeenkomen. Daarnaast betreft dader 2 op de beelden van [naam] restaurant en op de beelden van [naam] Supermarkt een en dezelfde persoon.
Het Gerecht acht derhalve bewezen dat verdachte de persoon op de camerabeelden is die wordt aangeduid als dader 2.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat aangever [naam] geld heeft afgegeven onder dreiging met geweld, hetgeen naar het oordeel van het Gerecht afpersing oplevert. Het Gerecht zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde.
Naar het oordeel van het Gerecht is er, gelet op wat er te zien is op de hiervoor besproken camerabeelden, sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen dader 1 en verdachte bij de overval op het [naam] restaurant. Er is dan ook sprake van medeplegen.
Gelet op het voorgaande acht het Gerecht het onder 1 subsidiair ten laste gelegde, medeplegen van afpersing, wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat dader 1 samen met de eigenaar geld uit de kassa haalt en in de rugzak stopt. Het wegnemen van het geld onder dreiging met geweld door dader 1 levert naar het oordeel van het Gerecht diefstal met bedreiging met geweld op. De omstandigheid dat aangever ook het geld heeft afgegeven onder dreiging met geweld levert naar het oordeel van het Gerecht afpersing op.
Naar het oordeel van het Gerecht is er, gelet op hetgeen te zien is op de hiervoor besproken camerabeelden, sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen dader 1 en verdachte bij de overval op de [naam] Supermarket. Er is dan ook sprake van medeplegen.
Gelet op het voorgaande acht het Gerecht het onder 2 ten laste gelegde, medeplegen van diefstal met bedreiging met geweld en afpersing, wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Het Gerecht acht gelet op het voorgaande het onder 3 ten laste gelegde ook wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft zich samen met dader 1 schuldig gemaakt aan diefstal met bedreiging met geweld en afpersingen welke bedreiging met geweld bestond uit het tonen en/of richten van vuurwapens aan/naar [naam] en [naam]. Hij heeft aldus samen met een ander vuurwapens voorhanden gehad.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1 subsidiair
hij op
of omstreeks5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en
/of (een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [naam] heeft
/hebbengedwongen tot de afgifte van een
of meergeldbedrag
en(van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [naam] en/of het [naam] restaurant,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit:
het tonen en/of richten van
een of meervuurwapens
, althans (een) soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en),aan/naar die [naam];
Feit 2
hij op
of omstreeks5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
A.
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft
/hebbenweggenomen een
of meergeldbedrag
en(van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam] en/of de [naam] Supermarket,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [naam] gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
/of
B.
met het oogmerk om zich en
/of (een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld die [naam] heeft
/hebbengedwongen tot de afgifte van een
of meergeldbedrag
en(van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [naam] en/of de [naam]
Supermarket,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en)uit:
het tonen en/of richten van
een of meervuurwapens
, althans een soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en),aan/naar die [naam];
Feit 3
hij op
of omstreeks5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, een of meervuurwapen
(s),
althans (een) soortgelijk(en) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en),in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft
/hebbengehad.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:294 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

medeplegen van afpersing

Het onder 2 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:289 juncto artikel 2:291 juncto artikel 2:294 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en medeplegen van afpersing
Het onder 3 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 3 juncto artikel 11 van de Vuurwapenverordening. Het wordt als volgt gekwalificeerd:
medeplegen van overtreding van een bij artikel 3 van de Vuurwapenverordening gesteld verbod
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Oplegging van straf
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft bij het formuleren van de strafeis rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is een first offender. Daarnaast heeft de officier van justitie acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Hof en de richtlijnen van het Openbaar Ministerie.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte waaronder het feit dat verdachte een first offender is, de zorg heeft voor zijn vier stiefkinderen en een zoon in Guadeloupe en zich reeds negen maanden in voorarrest bevindt.
Het oordeel van het Gerecht
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het medeplegen van afpersing, medeplegen van diefstal met bedreiging met geweld en medeplegen van het voorhanden hebben van vuurwapens. Verdachte is samen met een ander een restaurant en een supermarkt ingegaan en zij hebben middels het richten/tonen van de vuurwapens aan aangevers geld gestolen dan wel afgeperst. Verdachte heeft hierbij enkel oog gehad voor zijn eigen (financieel) gewin en heeft geen rekening gehouden met de impact van zijn handelen op de slachtoffers. Het is algemeen bekend dat gebeurtenissen als hiervoor omschreven een grote impact kunnen hebben op een slachtoffer. Dergelijke feiten versterken ten slotte ook de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Het Gerecht rekent dit alles de verdachte zwaar aan.
Het voorgaande en de ernst van het bewezen verklaarde brengt mee dat in beginsel enkel het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.
Het Gerecht heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor een overval waarbij gedreigd wordt met een vuurwapen, als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren gegeven. Een hogere straf kan worden gegeven als het feit in vereniging is gepleegd. Naar het oordeel van het Gerecht is er in de onderhavige zaak sprake van een strafverhogende factor. Verdachte heeft de feiten immers samen met een ander gepleegd. Bovendien heeft verdachte twee overvallen gepleegd en ook nog eens kort na elkaar, hetgeen de onverschrokkenheid en brutaliteit van de feiten onderstreept.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen gevangenisstraf heeft het Gerecht er ook rekening mee gehouden dat verdachte op geen enkel moment verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en altijd heeft volhard in een ontkenning.
Het Gerecht heeft bij haar beslissing over de op te leggen straf rekening gehouden met het feit dat uit de strafkaart van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
Alles overziend acht het Gerecht de gevorderde straf door de officier van justitie passend en geboden en zal het Gerecht verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van de periode die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op het artikel 1:136 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1 primair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
- beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door mr. M.C.G. Taranto, griffier, en op 28 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het eindproces-verbaal van het Korps Politie Sint Maarten, Justitiële Divisie, Team Special Unit robberies, d.d. 23 augustus 2023, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 223/JD/23 en de onderzoeksnaam “Virola” (digitaal genummerd).
2.Proces-verbaal van: Aangifte diefstal met geweld [naam] restaurant (2) Onbekende daders d.d. 5 februari 2023, pagina 13-14.
3.Proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [naam] Restaurant d.d. 7 februari 2023, pagina 18-25.
4.Proces-verbaal van: Aangifte diefstal met geweld [naam] Supermarket (2) Onbekende daders d.d. 5 februari 2023, pagina 27-28.
5.Proces-verbaal van Bevindingen camerabeelden [naam] Supermarkt d.d. 7 februari 2023, pagina 32-41.
6.Proces-verbaal van Bevinding: Herkenning verdachte d.d. 26 juni 2023, pagina 43-45.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2023, pagina 47-49.
8.Proces-verbaal 1e verhoor verdachte d.d. 3 juli 2023, pagina 80-82.