ECLI:NL:OGEAM:2024:79

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
28 maart 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
100.00383/23
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld, afpersing en het voorhanden hebben van vuurwapens wegens onvoldoende bewijs

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991 in Sint Maarten, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 28 maart 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld, afpersing en het voorhanden hebben van vuurwapens. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes jaren, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak vanwege onvoldoende bewijs. Het onderzoek vond plaats op 7 maart 2024, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich op 5 februari 2023 hebben voorgedaan, waarbij de verdachte en mogelijk mededaders betrokken waren bij gewelddadige diefstallen. De officier van justitie stelde dat de verdachte herkenbaar was op camerabeelden van de overval, maar het Gerecht oordeelde dat de herkenning niet ondubbelzinnig was. De beelden waren van onvoldoende kwaliteit en de verdachte was niet duidelijk herkenbaar. Het Gerecht concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd de verdachte integraal vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tevens werd besloten tot teruggave van de in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte en het witte T-shirt aan de rechthebbende.

Uitspraak

Parketnummer: 100.00383/23

Uitspraak: 28 maart 2024 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren op [datum] 1991 in Sint Maarten,
wonende in Sint Maarten, [adres].
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 7 maart 2024. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel, advocaat in Sint Maarten.
De officier van justitie, mr. V. Awadhpersad, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van voorarrest. Zijn vordering behelst voorts de teruggave van de in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte en het in beslag genomen witte T-shirt aan de rechthebbende.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1 primair
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of het [naam] restaurant, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die MO, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
het tonen en/of richten van een of meer vuurwapens, althans (een) soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), aan/naar die [naam];
Feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam] en/of het [naam] restaurant, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
het tonen en/of richten van een of meer vuurwapens, althans (een) soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), aan/naar die [naam];
Feit 2
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A.
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam] en/of de [naam] Supermarket, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
B.
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die [naam] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen (van ongeveer tussen US$ 200,- en US$ 300,-), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam] en/of de [naam] Supermarkt, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
het tonen en/of richten van een of meer vuurwapens, althans (een) soortgelijk(e)
voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), aan/naar die [naam] ;
Feit 3
hij op of omstreeks 5 februari 2023 te Sint Maarten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer vuurwapen(s), althans (een) soortgelijk(en) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), in de zin van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft/hebben gehad.
Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De beslissing inzake het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Dader 1 betreft volgens de officier van justitie verdachte, gelet op de verklaring van de medeverdachte [naam] en de politiefoto van verdachte die overeenkomt met de foto’s van dader 1 van de overval op het [naam] restaurant.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – overeenkomstig de schriftelijke pleitnotities – vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Het oordeel van het Gerecht
Het bewijs in de onderhavige zaak lijkt uitsluitend te zijn gebaseerd op de herkenning van verdachte op beelden van de beveiligingscamera’s van het [naam] restaurant. De verbalisant [naam] heeft op 11 juli 2023 hiervan een proces-verbaal opgemaakt. Hij heeft geverbaliseerd dat de beelden van een van de overvallers is vergeleken met de in bezit van de politie zijnde HKD foto van verdachte [naam]. Hij benoemt welke overeenkomsten er zijn en geeft op basis daarvan aan dat bij het onderzoeksteam van de politie het vermoeden bestaat dat verdachte [naam] een van de overvallers is.
Het Gerecht constateert allereerst dat geen sprake lijkt te zijn van een ondubbelzinnige, niet aan enige twijfel onderhevige herkenning van de verdachte. Het Gerecht constateert daarnaast dat het beeld van de betreffende overvaller is vergeleken met een vrij oude HKD-foto van verdachte. Deze HKD-foto is immers gemaakt op 20 maart 2019, derhalve bijna vier jaar voor de overval. Het Gerecht constateert tot slot dat de still van de videobeelden die is gebruikt voor de herkenning een niet al te scherpe afbeelding van de overvaller betreft en dat deze overvaller een muts op heeft en een vrij grote, zwarte zonnebril. Hierdoor is een deel van zijn gezicht bedekt, hetgeen herkenning moeilijker maakt. Het Gerecht zelf heeft de overvaller op de still ook niet kunnen herkennen als de ter terechtzitting aanwezige verdachte [naam].
Het Gerecht komt gelet op het vorenstaande tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs tegen de verdachte is en zal hem om die reden integraal vrijspreken van het hem tenlastegelegde.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoon. Daarom zal daarvan de teruggave aan de verdachte worden gelast.
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven witte T-shirt zal worden teruggegeven aan de rechthebbende, zijnde [naam].

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair, 2 en 3 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
gelast de teruggave van de mobiele telefoon aan verdachte;
gelast de teruggave van het witte T-shirt aan de rechthebbende, zijnde [naam].
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. R.M. van Vuure, bijgestaan door mr. M.C.G. Taranto, griffier, en op 28 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Sint Maarten.