ECLI:NL:OGEAM:2024:79
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.M. van Vuure
- M.C.G. Taranto
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van diefstal met geweld, afpersing en het voorhanden hebben van vuurwapens wegens onvoldoende bewijs
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991 in Sint Maarten, heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 28 maart 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal met geweld, afpersing en het voorhanden hebben van vuurwapens. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes jaren, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak vanwege onvoldoende bewijs. Het onderzoek vond plaats op 7 maart 2024, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.R. Bommel. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich op 5 februari 2023 hebben voorgedaan, waarbij de verdachte en mogelijk mededaders betrokken waren bij gewelddadige diefstallen. De officier van justitie stelde dat de verdachte herkenbaar was op camerabeelden van de overval, maar het Gerecht oordeelde dat de herkenning niet ondubbelzinnig was. De beelden waren van onvoldoende kwaliteit en de verdachte was niet duidelijk herkenbaar. Het Gerecht concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd de verdachte integraal vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tevens werd besloten tot teruggave van de in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte en het witte T-shirt aan de rechthebbende.