ECLI:NL:OGEAM:2025:100

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
SXM202401400
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens niet-levering van water door GEBE en de verantwoordelijkheid voor lekkage na de watermeter

In deze zaak heeft eiseres, een zakelijke klant, een overeenkomst gesloten met GEBE voor de levering van water en elektriciteit. Eiseres vordert schadevergoeding van GEBE omdat zij geen water heeft ontvangen. Tijdens een descente bleek dat GEBE wel water levert, maar dat dit niet bij eiseres terechtkomt door een lekkage in de leiding na de watermeter. Eiseres is zelf verantwoordelijk voor deze leiding. Het Gerecht wijst de vorderingen van eiseres af, omdat de schade niet kan worden toegerekend aan nalatigheid van GEBE. Het Gerecht merkt op dat GEBE, als semi-overheidsinstantie, een zorgplicht heeft en dat het maatschappelijk gezien zorgwekkend is dat er maandenlang een grote hoeveelheid drinkwater ongezien weglekt. GEBE wordt aangespoord om haar administratieve systemen te verbeteren om dergelijke situaties sneller te signaleren. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202401400
Vonnis van 30 september 2025
In de zaak van
[eiseres],
wonend te Sint Maarten,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres],
gemachtigde: T. Jandroep,
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. GEMEENSCHAPPELIJK ELEKTRICITEITSBEDRIJF BOVENWINDSE EILANDEN,
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
hierna te noemen: GEBE,
gemachtigden: mr. J.J. Rogers en mr. C.R. Martinus.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het inleidend verzoekschrift met 4 producties dat op 16 december 2024 ter griffie ingediend;
  • de conclusie van antwoord met 4 producties;
  • de brief van 14 mei 2025 van de gemachtigde van [eiseres], met 3 producties;
  • de mondelinge behandeling op 28 augustus 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 28 augustus 2025 plaatsgevonden in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden. Partijen hebben hun standpunten (nader) uiteengezet, de gemachtigde van [eiseres] mede aan de hand van door hem overgelegde pleitaantekeningen (met aangehechte producties).
1.3.
De rechter heeft beslist om vervolgens de situatie ter plaatse direct te gaan bekijken. Daarop is een descente gehouden in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden.
1.4.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is op 23 april 2024 een overeenkomst gesloten voor de aansluiting van water en stroom door GEBE. GEBE heeft de aansluiting gerealiseerd ter plaatse van de door [eiseres] gehuurde bedrijfsruimte (met een oppervlakte van ongeveer 22 m2) aan de [adres]. De aansluiting bevindt zich enkele meters naast haar winkelpand. [eiseres] verkoopt daar kleding en schoenen.
2.2.
Op grond van de overeenkomst is [eiseres] (als zakelijke klant) een vast tarief van Cg 50,- per maand verschuldigd voor water en Cg 35,- per maand voor elektra. Daarbovenop komen de kosten van het water- en stroomverbruik.
2.3.
GEBE heeft de volgende bedragen voor waterverbruik aan [eiseres] in rekening gebracht:
  • voor de periode 23 april tot en met 3 mei 2024 Cg 74.87 voor water
  • voor de periode 4 mei tot en met 6 juni 2024 Cg 18.347,99 voor water (verbruik van 795 m3),
  • voor de periode 7 juni tot en met 5 juli 2025 Cg 72.296,51 voor water (verbruik van 3.058 m3),
  • voor de periode 6 juli tot en met 6 augustus 2024 Cg 35.393,63 voor water (verbruik van 1.432 m3),
  • voor de periode 7 augustus 2024 tot en met 2 september 2024 Cg 50,- voor water (verbruik 0 m3).
2.4. [
eiseres] heeft voormelde waterrekeningen niet betaald. Vanaf augustus 2024 heeft [eiseres] (vrijwel) geen water meer verbruikt. Vanaf dat moment heeft GEBE alleen nog het maandelijkse vaste instaptarief van Cg 50,- voor de levering van water in rekening gebracht. De rekeningen Cg 50,- heeft [eiseres] wel betaald. Zij heeft haar elektra-rekeningen ook steeds betaald.
2.5.
Op 14 november 2024 heeft GEBE aan [eiseres] geschreven:

While going through our records we notice that you had some outstanding bills and were due for disconnection, however we saw some extremely high water bills. We will be forced to close your account since we are not seeing any movement at this location. Please confirm that you are no longer at said location and that we can close the account.”.
2.6.
Hierop heeft [eiseres] op 15 november 2024 geantwoord:

And who ever had put it check with them because that’s why I had never receive mine bills even when I am asking Pls let me know asap because I will not pay those bills. By you all knowing that there is no water here.”.
2.7.
Hierop heeft GEBE dezelfde dag geantwoord: “
I have no idea about water not being connected to this location. I will further investigate the issue.”.
2.8.
Eind november 2024 heeft GEBE geconstateerd dat de waterleiding na de meter lekt en heeft GEBE de toevoer naar de wateraansluiting van [eiseres] afgesloten.
2.9.
Begin januari 2025 heeft GEBE ook de elektra-aansluiting van [eiseres] afgesloten.
2.10.
Per maart 2025 bedroeg het openstaande bedrag Cg 126.089,27 (waarvan Cg 70,50 voor vast recht elektra en de rest voor water).

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert - samengevat – dat het Gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
i) voor recht zal verklaren dat er causaal verband is tussen de nalatigheid van GEBE en de schade van [eiseres], en
ii) GEBE zal veroordelen tot betaling van (een voorschot op de) schadevergoeding van Cg 379.221,- (ter hoogte van de uitstaande schuld bij GEBE vermenigvuldigd met drie) vanwege reputatieschade, gezondheidsschade en voorts als exemplaire schadevergoeding.
3.2. [
eiseres] legt aan de vordering het volgende – kort weergegeven – ten
grondslag. [eiseres] heeft een wateraansluiting aangevraagd maar GEBE heeft die niet gerealiseerd, althans er komt geen water uit de kraan in de bedrijfsruimte. Ondanks deze nalatigheid probeert GEBE betaling van een bedrag van Cg 126.407,- van [eiseres] te krijgen. Dat veroorzaakt veel financiële stress bij [eiseres]. [eiseres] is heel vaak naar GEBE gegaan met vragen, maar niemand kon haar antwoord geven. Doordat [eiseres] niet over schoon water kan beschikken loopt zij het risico op gezondheidsklachten. Een langdurige retentie van feces en urine kan leiden tot een breed scala aan fysieke en medische aandoeningen. Ook lijdt [eiseres] reputatie-schade doordat haar klanten/zakelijke relaties geen gebruik kunnen maken van hygiënische voorzieningen. De nalatigheid van GEBE kwalificeert als onrechtmatig en daarom is zij schadeplichtig tegenover [eiseres].
3.3.
GEBE heeft het volgende – kort weergegeven - tot haar verweer gevoerd. GEBE heeft de wateraansluiting gerealiseerd. Uit onderzoek is gebleken dat de meter operationeel is en er water is geleverd aan [eiseres]. Ook is geconstateerd dat er sprake is van een lekkage in de waterleiding ná de meter. Voor een lekkage na de meter is niet GEBE verantwoordelijkheid, maar (de verhuurder van) [eiseres]. Verder raken de vorderingen van [eiseres] kant noch wal. [eiseres] heeft op geen enkele manier onderbouwd dat zij schade heeft geleden. De hoogte van haar vordering is uit de lucht gegrepen. De gevorderde punitive damages zijn niet op de wet gebaseerd. Ook heeft [eiseres] niet schadebeperkend gehandeld. GEBE kiest er bewust voor om op dit moment geen tegenvordering in te stellen voor het openstaande bedrag, omdat zij het juist en gepast vindt om deze kwestie eerst te onderzoeken.
3.4.
Op de stellingen en het verweer van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het Gerecht wijst de vorderingen van [eiseres] af. Dat oordeel wordt hierna toegelicht.
Geen schade van [eiseres] die kan worden toegerekend aan nalatigheid van GEBE
4.2.
Tijdens de descente heeft de rechter GEBE verzocht om de wateraansluiting te testen, waarop GEBE met behulp van een speciale sleutel de aansluiting open heeft gezet en vervolgens de watertoevoer aan en uit heeft gezet. De rechter heeft toen in aanwezigheid van partijen geconstateerd dat het water door de leiding (die vanaf de meter eerst een paar meter bovengronds loopt) (hoorbaar) hard begon te stromen en dat de meterstand vervolgens opliep. De aanwezige distributiemanager van GEBE, heeft het waterverbruik op de meter aan de rechter getoond en meegedeeld dat deze cijfers een verbruik van ongeveer 3 m3 per uur oplevert. Gelet op deze hoeveelheid water moet het gaan om een gebarsten leiding, ergens in de grond, naar de winkel van [eiseres] toe, aldus de distributiemanager.
De rechter heeft vervolgens in de bedrijfsruimte van [eiseres] geconstateerd dat er geen water uit de kraan kwam, hoewel de wateraansluiting op dat moment nog steeds openstond. Tijdens de descente waren partijen het erover eens dat er tussen de meter en het aftappunt in de bedrijfsruimte van [eiseres] een dusdanig groot gat in de leiding moet zitten dat het water haar bedrijfsruimte niet bereikt.
4.3.
Op grond het voorgaande staat vast dat GEBE [eiseres] inderdaad heeft aangesloten op water en water aan [eiseres] levert (althans kan leveren) maar dat het water vanwege de kapotte leiding niet bij [eiseres] terechtkomt. GEBE voert aan dat zij op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet verantwoordelijk is voor de waterleiding ná de meter. Dat heeft [eiseres] ook niet betwist. Het feit dat [eiseres] vanaf mei 2024 geen water in haar bedrijfsruimte had, is dus niet te wijten aan nalatigheid van GEBE, maar aan de kapotte leiding waarvoor [eiseres] zelf (althans haar verhuurder) verantwoordelijk is.
4.4.
Dat GEBE omstreeks november 2025 de wateraansluiting heeft afgesloten valt haar ook niet te verwijten. Dit was mede in het belang van [eiseres] gelet op de hoeveelheid water die anders zou blijven weglekken. Aangezien het niet de verantwoordelijkheid van GEBE is om de lekkage in de leiding ná de watermeter te verhelpen, moet [eiseres] daarvoor haar verhuurder (als eigenaar van de bedrijfsunit) aanspreken. Volgens [eiseres] heeft zij dat ook gedaan, maar heeft (de zoon van) haar verhuurder toen gezegd dat de leiding niet lek is. Het is aan [eiseres] om hierover nader overleg met haar verhuurder te voeren, aangezien tijdens de descente is gebleken dat er wel degelijk sprake is van een kapotte waterleiding en dat er nog steeds een grote hoeveelheid water wegloopt als wateraansluiting open wordt gezet.
4.5.
Wat er verder ook zijn van de gevorderde schade, die kan dus ieder geval niet aan nalatigheid van GEBE worden toegerekend. Daarom worden de vorderingen van [eiseres] afgewezen.
Opmerking Gerecht
4.6.
Het Gerecht merkt nog het volgende op.
4.7.
Hoewel GEBE in beginsel niet verantwoordelijk is voor de gevolgen van een lekkage ná de watermeter, zou GEBE zich vanuit maatschappelijk oogpunt moeten aantrekken dat een dergelijk grote hoeveelheid drinkwater maandenlang ongezien weglekt. Het gaat hier immers om ruim 5.000.000 liter water, dat is een hoeveelheid water waarmee meerdere grote zwembaden gevuld kunnen worden. Ter zitting is door GEBE aangevoerd dat dit onopgemerkt is gebleven omdat de gebarsten leiding ondergronds ligt en het water in de zanderige grondlaag onder Philipsburg wegzakt. GEBE heeft ter zitting voorts verklaard dat zij nog geen technische mogelijkheden heeft om op afstand een lek te lokaliseren.
Het Gerecht vindt dit een zorgwekkende kwestie, niet alleen vanwege de grote financiële gevolgen voor de betreffende afnemer, maar ook vanwege de gevolgen voor het milieu. Gelet op de zorgplicht die GEBE als semi-overheidsinstantie heeft en de specifieke omstandigheden op Sint Maarten, mag van GEBE worden verwacht dat zij haar administratieve systeem erop inricht om extreem hoog en ongebruikelijk verbruik sneller te signaleren (aan de hand van haar facturen en/of grote betalingsachterstand) en dat haar administratieve afdeling daarop alert is en zo snel mogelijk onderzoekt of het verbruik past bij de afnemer die op het betreffende adres gevestigd is. Er kunnen immers vele redenen zijn waardoor een afnemer zelf niet direct merkt dat de waterleiding lek is en het daardoor zelf pas laat meldt.
4.8.
GEBE heeft tijdens de descente meegedeeld dat zij de elektra op het adres van [eiseres] weer zal aansluiten nadat is vastgesteld dat zij haar elektra-rekeningen heeft betaald. Volgens [eiseres] heeft zij deze rekeningen volledig voldaan en dat heeft GEBE ook erkend (randnummers 2.5. en 2.6. van de conclusie van antwoord). Daarom gaat het Gerecht ervan uit dat de elektra inmiddels weer is aangesloten.
Het Gerecht merkt verder op dat [eiseres] volgens de dossierstukken nog steeds Cg 50,- aan vast tarief voor haar watermeter betaalt, terwijl de water-aansluiting sinds november 2024 is afgesloten. Dat is dus onjuist.
Proceskosten
4.9. [
eiseres] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan kant van GEBE tot en met vandaag begroot op Cg 2.500,- aan salaris advocaat (tarief 5, onbepaalde vordering, 2 punten x Cg 1.250,-).

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1.
wijst de vorderingen af:
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de kant van GEBE tot en met vandaag begroot op Cg 2.500,-;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, rechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2025.