ECLI:NL:OGEAM:2025:103

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
SXM202500818
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een naamloze vennootschap en een werknemer wegens niet verschijnen op het werk en niet reageren op oproepen

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap, hierna aangeduid als [NV], een verzoek ingediend tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, hierna aangeduid als [verweerder]. De werknemer was op 1 mei 2022 in dienst getreden bij [NV] als 'Aviation Crew Chief' op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werknemer had een vakantie in Nederland gepland die op 22 mei 2025 zou eindigen, maar vroeg op 20 mei 2025 om verlengd verlof tot 9 juni 2025 vanwege familieomstandigheden. [NV] stemde hiermee in, maar de werknemer meldde later dat hij pas eind juli 2025 zou terugkeren. [NV] heeft de werknemer herhaaldelijk gewezen op zijn verplichtingen en verzocht om een (dokters)verklaring, maar de werknemer heeft niet gereageerd op deze verzoeken.

Op 10 juli 2025 heeft [NV] de werknemer op staande voet ontslagen. [NV] verzocht het Gerecht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden zonder toekenning van een vergoeding en met veroordeling van de werknemer in de proceskosten. Het Gerecht heeft de vordering van [NV] tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, omdat de werknemer niet op het werk is verschenen en niet heeft voldaan aan redelijke verzoeken van de werkgever. Het Gerecht oordeelde dat het handelen van de werknemer ernstig verwijtbaar was, gezien zijn essentiële rol in de bedrijfsvoering van [NV]. De werknemer werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van [NV] tot en met de uitspraak zijn begroot op Cg 3.209,50.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202500818
Beschikking d.d. 12 september 2025
inzake
de naamloze vennootschap
[NAAM NV],
gevestigd te Sint Maarten,
verzoekster,
hierna: [NV],
gemachtigde: mr. F. Kutluer,
tegen
[naam],
wonend te Sint Maarten,
verweerder,
hierna: [verweerder],
in persoon verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoek(st)er heeft op 30 juli 2025 een verzoekschrift met 6 producties ingediend. Het verzoek is behandeld op 29 augustus 2025. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen hun standpunten (nader) uiteengezet, beide aan de hand van door hen overgelegde spreekaantekeningen.
1.2.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1. [
verweerder] is op 1 mei 2022 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij [NV] in de functie van ‘Aviation Crew Chief’ op basis van een 40-urige werkweek. Het bruto overeengekomen salaris bedroeg laatstelijk Cg 6.382,- per maand, exclusief emolumenten.
2.2. [
verweerder] heeft een vakantie in Nederland gepland die op 22 mei 2025 zou eindigen. Hierna waren de vakantiedagen van [verweerder] op. Op 20 mei 2025 heeft [verweerder] verzocht om een verlengd verlof tot 9 juni 2025, in verband met familieomstandigheden. Vervolgens heeft [verweerder] meegedeeld dat hij op 30 juni 2025 zou terugkeren. [NV] heeft hiermee (impliciet) ingestemd en onbetaald verlof verleend.
2.3.
Op 27 juni 2025 heeft [verweerder] aan [NV] meegedeeld dat hij op zijn vroegst eind juli 2025 zou terugkeren. [NV] heeft bij e-mail van 30 juni 2025 aan [verweerder] geschreven dat hij op 1 juli 2025 weer op het werk moet verschijnen. [verweerder] heeft toen enige toelichting gegeven op zijn verzoek en meegedeeld dat hij op 30 juli 2025 zal terugkeren. [verweerder] heeft telefoontjes van [NV] niet beantwoord.
2.4. [
NV] heeft [verweerder] er bij e-mails van 2 en 4 juli 2025 op gewezen dat hij een (dokters)verklaring dient over te leggen, waaruit zou blijken dat hij genoodzaakt was in Nederland te blijven en dat “Failure to adhere to the directions within this email may lead to disciplinary action or termination”.
2.5.
Bij brief van 10 juli 2025 heeft [NV] [verweerder], onder opgaaf van redenen, op staande voet ontslagen.

3.Het geschil

3.1. [
NV] verzoekt voorwaardelijk dat het Gerecht bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst tussen haar en [verweerder] op de meest korte termijn zal ontbinden, zonder toekenning van een vergoeding, en met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
3.2. [
NV] legt aan het verzoek ten grondslag dat door zonder toestemming of geldige reden niet op het werk te verschijnen en niet te reageren op haar oproepen sprake is van een gewichtige reden als bedoeld in artikel 7:685 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), bestaande uit een dringende reden als bedoeld in artikel 6:678 lid 2 sub k. en/of sub j. BW, subsidiair een verandering in de omstandigheden. [verweerder] heeft zijn uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen grovelijk veronachtzaamd c.q. geweigerd te voldoen aan redelijke bevelen van zijn werkgever.
3.3. [
verweerder] heeft verweer gevoerd, althans ter zitting een verklaring overgelegd. Op de stellingen en het verweer van partijen wordt hierna, voor zover van belang, (nader) ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het Gerecht zal de vordering van [NV] tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst toewijzen.
4.2. [
verweerder] is de gehele maand juli 2025 niet op het werk verschenen en heeft niet voldaan aan het redelijke verzoek van [NV] om aan te tonen dat het voor hem noodzakelijk was om nog een maand langer in Nederland te zijn. [NV] heeft [verweerder] meermaals op zijn verplichtingen gewezen en gewaarschuwd, maar [verweerder] heeft volhard in zijn besluit om weg te blijven. [verweerder] heeft voor zijn afwezigheid “persoonlijke omstandigheden” aangevoerd, maar daar ter zitting nog steeds geen openheid over gegeven. Het zonder deugdelijke, althans deugdelijk onderbouwde, reden geen gehoor geven aan oproepen van de werkgever op het werk te verschijnen, kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder]. Dit geldt hier temeer gelet op de onbetwiste stelling van [NV] dat [verweerder] een essentiële rol had voor de bedrijfsvoering van [NV] op Princess Juliana International Airport en haar met betrekking tot de planning van het werk in problemen heeft gebracht.
4.3. [
verweerder] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de kant van [NV] tot en met vandaag begroot op:
explootkosten Cg 259,50
griffierecht Cg 450,00
salaris gemachtigde
Cg 2.500,00 +
totaal: Cg 3.209,50

5.De beslissing

Het Gerecht:
5.1.
ontbindt, indien het per 10 juli 2025 verleende ontslag op staande voet door de rechter wordt vernietigd, de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 29 augustus 2025;
5.2.
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten, aan de kant van [NV] tot en met vandaag begroot op Cg 3.209,50;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en op 12 september 2025 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.