ECLI:NL:OGEAM:2025:108

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
SXM202500117
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding en niet-ontvankelijkheid van eiser in vordering wegens ontbrekende gegevens erfgenamen

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, is op 28 oktober 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure. De eiser, die in persoon procedeert, heeft een verzoekschrift ingediend met betrekking tot de gezamenlijke erfgenamen van wijlen een persoon. De zaak betreft de nietigheid van de dagvaarding, omdat de eiser niet in staat is geweest om de namen en adressen van de erfgenamen te overleggen, zoals vereist door artikel 5 lid 6 van het procesrecht van Sint Maarten (Rv SM). De rolrechter heeft de eiser eerder de gelegenheid gegeven om deze informatie te verstrekken, maar de eiser heeft hier geen gebruik van gemaakt. Hierdoor is de eiser niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De uitspraak benadrukt dat betekening aan erfgenamen zonder vermelding van hun namen en woonplaatsen alleen mogelijk is in specifieke gevallen, die hier niet van toepassing zijn. De eiser is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Cg 1.250,00 voor de gedaagde sub1 en gedaagde sub2, terwijl de kosten voor gedaagde sub3 op nihil zijn vastgesteld, aangezien deze in persoon procedeert. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter J.R. Veerman.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202500117
Vonnis d.d. 28 oktober 2025
inzake
[naam eiser],
wonend in Sint Maarten,
eiser,
die in persoon procedeert,
tegen
DE GEZAMENLIJKE ERFGENAMEN VAN WIJLEN [NAAM], [NAAM] EN [NAAM],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
gedaagden,
van wie in de procedure zijn verschenen:
[gedaagde sub1],
zonder (opgegeven) woonplaats,
gemachtigde: mr. R.F. Gibson,
[gedaagde sub2],
zonder (opgegeven) woonplaats,
gemachtigde: mr. V.C. Choennie,
[gedaagde sub3],
wonend in Sint Maarten,
die in persoon procedeert.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, op 4 februari 2025 ter griffie ingediend;
  • de rolzitting van 10 juni 2025 waar aan de zijde van gedaagde de hiervoor genoemde personen zijn verschenen;
  • het bericht namens de rolrechter aan partijen van 11 juni 2025 waarin de zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door eiser voor het opgeven van de namen en adressen van alle erfgenamen;
  • de akte van eiser 19 augustus 2025;
  • de antwoordakten van de in de procedure verschenen gedaagden.
1.2.
Ten slotte is de zaak verwezen naar de rol van heden voor een rolbeslissing.

2.De feiten en de beoordeling

2.1.
Bij een betekening van een verzoekschrift aan de erfgenamen moeten hun namen en woonplaatsen worden vermeld. Betekening aan de gezamenlijke erfgenamen zonder vermelding van hun namen en woonplaatsen is alleen mogelijk in de in artikel 5 lid 6 Rv SM vermelde gevallen en op de daarin genoemde wijzen. Van een of meerdere van die gevallen is geen sprake. Daarover is geen discussie.
2.2.
Omdat niet alle erfgenamen zijn verschenen, ook daarover is geen discussie, is eiser door de rolrechter in de gelegenheid gesteld om op de rol van 19 augustus 2025 alsnog een opgave te doen van de namen en adressen van alle erfgenamen, opdat daarna alsnog een correcte betekening kan plaatsvinden. Eiser heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt, althans blijken uit de door hem overgelegde stukken niet de namen en/of de adressen van alle erfgenamen.
2.3.
De conclusie uit het voorgaande is dat ex artikel 92 Rv SM sprake is van een nietig betekeningsexploot. Eisers zal daarom in zijn vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
2.4.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat de betekeningsvoorschriften van artikel 5 lid 6 Rv SM niet kunnen worden ‘opgerekt’. [1] Wanneer de erfgenamen niet bekend zijn, kan via artikel 4:204 BW SM om benoeming van een vereffenaar over de nalatenschap worden verzocht en kan het verzoekschrift vervolgens aan deze vereffenaar worden betekend.
2.5.
Eiser zal als gevolg van het bovenstaande in de proceskosten worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van [gedaagde sub1] begroot op Cg 1.250,00, te vermeerderen met de nakosten zoals gevorderd. Aan de zijde van [gedaagde sub2] worden deze begroot op Cg 1.250,00. Daarbij is voor beiden uitgegaan van 1 punt x tarief 5. Omdat [gedaagde sub3] in persoon procedeert, worden de kosten aan zijn zijde begroot op nihil.
2.6.
Omdat deze beslissing geen procedurele beslissing is, zal deze anders dan aangekondigd, niet als rolbeslissing maar als vonnis worden gegeven.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1.
verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn verzoek;
3.2.
veroordeelt eiser in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde sub1] begroot Cg 1.250,00, te vermeerderen met de nakosten die zonder betekening worden begroot op Cg 250,00 en worden verhoogd met Cg 150,00 na betekening, en aan de zijde van [gedaagde sub2] begroot op Cg 1.250,00;
3.3.
verklaart, zoals gevorderd, de proceskostenveroordeling ten aanzien van [gedaagde sub1] uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2025.

Voetnoten

1.Zie HR 5 april 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BY9084) waarin hetzelfde is overwogen ten aanzien van het met artikel 5 lid 6 Rv SM vergelijkbare Nederlandse artikel 53 en 54 Rv.