ECLI:NL:OGEAM:2025:32

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
SXM202500579
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming van woning na beëindiging van een affectieve relatie

In deze zaak, die op 5 juni 2025 door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ex-samenwoners. De eiseres, die in Sint Maarten woont, heeft op 2 juni 2025 een verzoekschrift ingediend met de vraag om de gedaagde, die ook in Sint Maarten woont, te veroordelen tot ontruiming van de woning die eigendom is van haar vader. De partijen hebben enige jaren een affectieve relatie gehad en zijn op 28 juni 2015 gaan samenwonen. De relatie is in 2024 feitelijk verbroken en de samenlevingsovereenkomst is op 24 april 2025 formeel beëindigd. De gedaagde verblijft nog steeds in de woning en weigert deze te verlaten, ondanks de beëindiging van de relatie. De eiseres vordert dat de gedaagde de woning binnen twee dagen na betekening van het vonnis verlaat en dat hij wordt verboden de woning te betreden, op straffe van een dwangsom. De gedaagde voert aan dat hij een zoon heeft en zich schaamt voor de rechtszaak. Het Gerecht oordeelt dat de woning van de vader van de eiseres is en dat de gedaagde de woning moet verlaten. De vordering van de eiseres wordt toegewezen, met een termijn voor ontruiming van een week. De proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202500579
Vonnis in kort geding van 5 juni 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende in Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: dhr. E.I. Maduro,
tegen
[gedaagde],
wonende in Sint Maarten,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.Verloop van de procedure

1.1. [
eiseres] heeft op 2 juni 2025 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 4 juni 2025 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen en de gemachtigde zijn verschenen en het woord hebben gevoerd, de gemachtigde aan de hand van een pleitnota.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1. [
eiseres] en [gedaagde] hebben enige jaren een affectieve relatie gehad en zijn op 28 juni 2015 gaan samenwonen in een woning aan [adres] in [woonplaats] op Sint Maarten. Deze woning is eigendom van de vader van [eiseres]. Op 6 juli 2017 hebben partijen een samenlevingsovereenkomst gesloten.
2.2.
Deze relatie is in 2024 feitelijk verbroken. Op 24 april 2025 heeft [eiseres] de
samenlevingsovereenkomst ook formeel beëindigd. [gedaagde] verblijft nog in de woning.

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert – ter zitting nog aangevuld – om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde] te bevelen om binnen twee dagen na betekening van het door het Gerecht in deze zaak te geven bevel het door [eiseres] bewoonde woonhuis, gelegen op Sint-Maarten, aan de [adres] te [woonplaats], met al de zijnen te ontruimen en te verlaten, zulks met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiseres] te stellen en in geval van weigerachtigheid van [gedaagde], de ontruiming met behulp van de sterke arm te doen bewerkstelligen;
[gedaagde] te verbieden om de onroerende zaak aan de [adres] te betreden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van USD 1.000,- per dag of per keer dat hij zich niet aan de beslissing van het Gerecht houdt en
3. [ gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit kort geding.
3.2. [
eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] sinds beëindiging van de relatie zonder recht of titel in de woning verblijft. Ondanks de beëindiging van de samenleving, weigert [gedaagde] om de woning te verlaten. Hij heeft feitelijk bezitgenomen van delen van de woning, en deze zonder toestemming van [eiseres] ingericht als zelfstandige leefruimte voor zichzelf en zijn zoon, terwijl [eiseres] en haar dochter daardoor beperkt zijn tot uitsluitend hun slaapvertrek.
Ook uit [gedaagde] zich stelselmatig op dreigende en agressieve toon tegenover
[eiseres]. Sinds het versturen van een schriftelijke sommatie waarin [eiseres] hem heeft
verzocht de woning te verlaten, is het gedrag van [gedaagde] verder geëscaleerd. Uit
vrees voor verdere confrontaties en in het belang van de veiligheid van haar dochter, verblijven [eiseres] en haar dochter inmiddels zoveel mogelijk buitenshuis en
overnachten regelmatig in de auto van [eiseres], om escalatie te voorkomen.
3.3. [
gedaagde] voert aan dat hij een zoon van 12 jaar oud heeft, dat hij zich schaamt om voor de rechter te moeten verschijnen en dat hij nog steeds van [eiseres] houdt.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de niet weersproken stellingen van [eiseres].
4.2.
Het gaat hier om een spoedmaatregel, die als een voorlopige voorziening wordt gevorderd. Ter zitting is besproken dat er na de ontruiming door [gedaagde] mogelijk nog ruimte is voor verder overleg, maar dat er nu een beslissing moet komen over de vraag wie er in de woning mag blijven wonen en wie niet.
4.3.
Het Gerecht zal daarvoor de belangen van partijen moeten afwegen. Beiden hebben een minderjarig kind te verzorgen. Doorslaggevend is echter dat de woning van de vader van [eiseres] is en dat [gedaagde] de woning dus sowieso binnenkort zal moeten verlaten. Daar komt bij dat hij inkomen uit werk heeft. Gelet op deze stand van zaken valt de beslissing in het voordeel van [eiseres] uit en zal [gedaagde] de woning netjes moeten ontruimen. De termijn zal iets ruimer worden genomen dan gevorderd.
4.4.
Voor het overige is de vordering niet weersproken. Deze zal daarom worden toegewezen.
4.5.
Gelet op de aard van de procedure zullen de proceskosten worden gecompenseerd. Iedere partij draagt de eigen kosten.

5.De beslissing

Het Gerecht:
Rechtdoende in kort geding:
5.1.
beveelt [gedaagde] om binnen een week na betekening van dit vonnis de woning, gelegen op Sint-Maarten, aan de [adres] te [woonplaats], met al de zijnen op nette wijze te ontruimen en te verlaten, zulks met afgifte van de sleutels aan [eiseres];
5.2.
machtigt [eiseres] om in geval van weigerachtigheid van [gedaagde] om aan het bevel te voldoen, de ontruiming met behulp van de gerechtsdeurwaarder te doen bewerkstelligen;
5.3.
verbiedt [gedaagde] om de woning of de onroerende zaak aan de [adres] te [woonplaats] na de ontruiming nog te betreden;
5.4.
bepaalt dat [gedaagde] een dwangsom zal verbeuren van USD 1.000,- per dag of per keer dat hij zich niet aan de beslissingen onder 5.1 of 5.3 van het Gerecht zal houden;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6 .
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, rechter, bijgestaan door J.F.M. Becker, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.
Translation of the assessment and the decision in English:

4.The assessment

4.1.
The urgency follows from [plaintiff] unrebutted contentions.
4.2.
This is an urgent measure, claimed as a provisional measure. It was discussed at the hearing that there may be room for further consultation after [Defendant] eviction, but that a decision must be made now as to who may continue to live in the home and who may not.
4.3.
The Court will thus have to weigh the interests of the parties. Both have a minor child to care for. What is decisive, however, is that the home belongs to [plaintiff] father and that [Defendant] will therefore have to leave the home soon anyway. On top of that, he has income from work. Considering this state of affairs, the decision falls in [plaintiff] favor and [Defendant] will have to vacate the house neatly. The deadline will be taken slightly wider than claimed.
4.4.
Otherwise, the claim has not been refuted. It will therefore be granted.
4.5.
In view of the nature of the proceedings, the costs of the proceedings will be compensated. Each party shall bear its own costs.

5.The decision

The Tribunal:
Judge in summary proceedings:
5.1.
orders [Defendant], within one week after service of this judgment, to neatly leave and vacate the dwelling, located in St. Martin, [address], with all of his belongings, delivering the keys to [plaintiff];
5.2.
authorizes [plaintiff], in the event of [Defendant] refusal to comply with the order, to enforce the eviction with the assistance of the bailiff;
5.3.
prohibits [Defendant] from entering the residence or property at [address] after the eviction;
5.4.
determines that [Defendant] shall forfeit a penalty of USD 1,000.00 for each day or each time he fails to comply with the Tribunal's decisions under 5.1 or 5.3;
5.5 .
declares this judgment provisionally enforceable;
5.6 .
rejects the more or otherwise claimed.
This judgment was rendered by Mr. L.J. Saarloos, Judge, assisted by J.F.M. Becker, Registrar, and publicly pronounced on June 5, 2025.