Eiser vordert dat het Gerecht, rechtsprekende in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
A. Gedaagde veroordeelt om het pand aan de [adres], voor zover nodig mocht blijken, te ontruimen met al het aan hem toebehorende, doch in ieder geval met afgifte van alle zich onder hem bevindende sleutels van het pand aan eiser;
B. Voor zover gedaagde nalaat om binnen zeven dagen na betekening van het
ten deze te wijzen vonnis c.q. op de door het Gerecht te bepalen datum voor ontruiming, te voldoen aan uw uitspraak c.q. de sleutels af te geven, eiser te machtigen de ontruiming desgewenst en des nodig te doen bewerkstelligen door de deurwaarder, alles op kosten van gedaagde;
C. Gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding aan de zijde van
eiser gevallen t.w. griffierechten van ANG 450,- en ANG 18,- aan kosten
uittreksel basisadministratie, te vermeerderen met nakosten ad ANG 250,- bij
voldoening zonder bemoeienis van de deurwaarder en nakosten ad ANG 350,-
bij voldoening met bemoeienis van de deurwaarder, gevallen aan de zijde van
eiser, met bepaling van de conditie dat deze veroordeling vermeerderd wordt
met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen gerekend vanaf de datum
van een gewezen vonnis tot betaling wordt overgegaan.