ECLI:NL:OGEAM:2025:64

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
1 september 2025
Zaaknummer
SXM202500845
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over de veiling van een onbeheerd zeiljacht en de vraag naar behoorlijke zaakwaarneming

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Yacht Dock SXM N.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde, die niet is verschenen. Yacht Dock vordert toestemming om een pleziervaartuig, dat eigendom is van de gedaagde, te veilen. De gedaagde heeft een aanzienlijke betalingsachterstand en heeft nagelaten het vaartuig tijdig te verwijderen uit de marina, ondanks herhaalde verzoeken. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 augustus 2025, waarbij Yacht Dock werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. E.F. Keuning. De gedaagde was niet aanwezig, waardoor verstek werd verleend.

Yacht Dock stelt dat het orkaanseizoen nadert en dat het vaartuig een risico vormt voor schade aan zowel het vaartuig zelf als de marina. De vordering is gebaseerd op de stelling dat er sprake is van behoorlijke zaakwaarneming, maar het Gerecht oordeelt dat de vordering niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:198 BW. Het Gerecht concludeert dat de veiling van het vaartuig niet noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van de gedaagde en dat Yacht Dock de gebruikelijke juridische weg moet volgen om haar vordering te incasseren. Het Gerecht wijst de vordering van Yacht Dock af en stelt dat zij de proceskosten moet vergoeden, die aan de zijde van de gedaagde op nihil worden vastgesteld.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202500845
Vonnis in kort geding d.d. 27 augustus 2025
inzake
DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP YACHT DOCK SXM N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.F. Keuning,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Sint Maarten,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna “Yacht Dock” en “[gedaagde]” worden genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Yacht Dock heeft op 1 augustus 2025 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 20 augustus 2025 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de gemachtigde van Yacht Dock is verschenen en het woord heeft gevoerd. [gedaagde] is hoewel behoorlijk openbaar en via zijn emailadres opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is daarom verstek verleend. Yacht Dock persisteert in het door haar gestelde en gevorderde.
1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1. [
gedaagde] is eigenaar van het pleziervaartuig “[naam]” en heeft sinds augustus 2021 aangemeerd in de marina van Port de Plaisance (hierna: PDP). [gedaagde] heeft al geruime tijd een betalingsachterstand. Deze was in juli 2025 ruim USD 35.000,-. [gedaagde] is ook herhaaldelijk verzocht om het pleziervaartuig weg te halen uit de marina vóór de aanvang van het orkaanseizoen, maar heeft dat niet gedaan.

3.Het geschil

3.1.
Yacht Dock vordert dat het Gerecht toestemming verleent tot het veilen van het pleziervaartuig “[naam]” zoals omschreven in productie 2, voor zover mogelijk bij voorraad en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten en nakosten van dit geding.
3.2.
Yacht Dock legt aan haar vordering ten grondslag dat het orkaanseizoen haar hoogtepunt nadert en het vaartuig van [gedaagde] nog in de marina ligt, wat een zeer groot risico op catastrofale schade aan het vaartuig en de marina met zich meebrengt. De verwachte opbrengst op een veiling is nu hoger dan het uitstaande bedrag en een koper zal het vaartuig direct wegnemen uit de marina, waardoor de kans op schade aan de marina teniet gaat.
3.3. [
gedaagde] is ter zitting niet verschenen en heeft ook geen (schriftelijk) verweer ingediend.

4.De beoordeling

4.1.
Met de stelling dat het hoogtepunt van het orkaanseizoen nadert, is het spoedeisend belang in deze zaak gegeven.
4.2.
Het is wel de vraag wat de grondslag is van de vordering. Die vraag is op de zitting ook aan de gemachtigde gesteld. Ter zitting heeft deze geantwoord dat Yacht Dock een rechtzoekende is die een oplossing zoekt. Veiling van het vaartuig zou mogelijk moeten zijn op basis van zaakwaarneming, maar geen deurwaarder blijkt te willen veilen zonder een vonnis.
4.3.
Het Gerecht deelt het standpunt van Yacht Dock niet. Zaakwaarneming (artikel 6:198 BW) is het zich willens en wetens op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen. Het gaat erom de belangen waar te nemen van iemand die daartoe niet zelf in staat is. Als Yacht Dock de boot bijvoorbeeld een stuk verder zou leggen om de boot en omgeving te beschermen, dan zou dat een vorm van behoorlijke zaakwaarneming zijn. Maar wat Yacht Dock hier vraagt, gaat veel verder. De boot op een veiling verkopen is niet noodzakelijk in verband met mogelijke aanstaande orkanen.
4.4.
Dat een veilingopbrengst goed uit zou komen, omdat daarmee de betalingsachterstand kan worden voldaan, kan ook niet als behoorlijke zaakwaarneming van de belangen van [gedaagde] worden gezien. Voor het incasseren van die achterstand dient Yacht Dock de ‘normale’ juridisch weg te volgen.
4.5.
Het voorgaande betekent dat niet is voldaan aan de vereisten van behoorlijke zaakwaarneming. Omdat ook geen andere grondslag is gesteld, moet de vordering van Yacht Dock worden afgewezen.
4.6.
Yacht Dock wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten voldoen. Die worden aan de zijde van [gedaagde] bepaald op nihil.

5.De beslissing

Het Gerecht:
Rechtdoende in kort geding:
wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, rechter, bijgestaan door J.F.M. Becker, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025.