Uitspraak
1.[naam],
[naam],
1.[naam],
[naam],
[naam],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 mei 2025
- de akte uitlating van [Y]. van 24 juni 2025.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, is op 19 augustus 2025 uitspraak gedaan in de civiele procedure met zaaknummer SXM202101421. De eiseressen, beiden wonende in Sint Maarten, hebben een vordering ingediend tegen de erfgenamen van wijlen de erflater. De zaak betreft een geschil over de oproeping van de erfgenamen, die noodzakelijk is voor de voortgang van de procedure. In een eerder tussenvonnis is vastgesteld dat de erfgenamen correct moeten worden opgeroepen, maar de eiseressen hebben verzuimd dit op de juiste wijze te doen. Ze hebben aangegeven dat ze niet over de financiële middelen beschikken om alle erfgenamen afzonderlijk op te roepen, wat hen de mogelijkheid biedt om een langere termijn te vragen voor deze oproeping. Het Gerecht heeft dit verzoek afgewezen, omdat een geldige oproep een voorwaarde is voor het voeren van een civiele procedure. De eiseressen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat er geen rechtsgeldige oproep heeft plaatsgevonden. In reconventie hebben de gedaagden gevorderd dat de eiseressen hun bouwactiviteiten op een perceel staken. Het Gerecht heeft ook deze vordering afgewezen, omdat de gedaagden niet voldoende belang hebben aangetoond. De kosten van de procedure zijn aan beide partijen opgelegd, waarbij de eiseressen zijn veroordeeld tot betaling van de kosten aan de zijde van de gedaagden en vice versa.