ECLI:NL:OGEAM:2025:90
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met vervalst paspoort
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 17 september 2025 uitspraak gedaan op het verzoek van een Venezolaanse verzoeker, die in vreemdelingendetentie verblijft, om de beschikkingen van de Minister van Justitie van Sint Maarten te schorsen. De verzoeker had een vervalst Venezolaans paspoort gebruikt om zijn illegale verblijf te legaliseren en had tijdens zijn verblijf in Sint Maarten gewerkt, wat leidde tot een verwijderingsbeschikking. De verzoeker had geen internationale bescherming aangevraagd en was eerder vrijwillig naar Venezuela gereisd voordat hij werd opgepakt op Curaçao. Het Gerecht oordeelde dat de maatregel van bewaring en de verwijderingsbeschikking rechtmatig waren en niet in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. De verzoeker had geen geldige verblijfsvergunning en zijn beroep op internationale bescherming werd als onvoldoende onderbouwd beschouwd. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat de verzoeker niet kon aantonen dat hij een reëel risico liep op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Venezuela. De voorzieningenrechter concludeerde dat de maatregel van bewaring passend en noodzakelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak.