Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.de openbare rechtspersoonHET LAND SINT MAARTEN,
2.[naam],
3.[naam],
4.de openbare vennootschapGIBSON & ASSOCIATES,
5.de naamloze vennootschap R.F. GIBSON N.V.,
6.de naamloze vennootschap KRAVO LEGAL & CONSULTANCY B.V.,
7.de naamloze vennootschap AURORA ADVOKATEN PRAKTIJK N.V.,
1.Het procesverloop
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 12 maart 2025 ter griffie ingediend;
- het incidenteel verzoek van [gedaagde] tot oproeping in vrijwaring van het Land;
- de incidentele conclusie van [gedaagden]
2.Het geschil in de hoofdzaak
(i) ondertekening van het aan de Vaststellingsovereenkomst gehechte concept-besluit tot uitgifte van het erfpachtrecht op het Waterperceel met meetbriefnummer [../….]. in deze procedure overlegd als productie 22; en
(ii) op eerste verzoek van Alegria alle medewerking te verlenen aan de uitgifte van het erfpachtrecht op het Waterperceel met meetbriefnummer [../….], met name door te verschijnen voor een door Alegria aangezochte notaris. teneinde het erfpachtrecht op het Waterperceel met meetbriefnummer [../….] aan Alegria uit te geven conform het ondertekende concept-besluit voornoemd:
Primair en subsidiair:
3.Het geschil in de incidenten
4.De beoordeling
dezelfdewederpartij. In dit geval is [gedaagden] ten aanzien van die primaire vordering geen gedaagde. En dus komt de vordering tegen [gedaagden] alleen aan de orde, als de primaire vordering zal worden afgewezen. [gedaagden] zal dus verweer moeten voeren, terwijl in het geheel niet duidelijk is of dat verweer ooit aan de orde zal komen bij de te nemen beslissing.
5.De beslissing
[gedaagde]toe het Land op te roepen tegen de terechtzitting van 14 oktober 2025;
[gedaagden]toe het Land op te roepen tegen ofwel de terechtzitting van 14 oktober 2025 ofwel de terechtzitting waarop zij in de ‘subsidiaire’ procedure van antwoord zal dienen (zie slot 4.5);