ECLI:NL:OGEANA:2007:BG9133
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling wegens behartiging zakelijke belangen van erflater met onduidelijkheid over nalatenschap
In deze zaak vordert de eiser, [naam eiser], veroordeling tot betaling van US$ 165.371,84 van de gedaagden, [gedaagde 1], [gedaagde 2] (erven wijlen [naam erven]), en de Erven, die woonachtig zijn in de Verenigde Staten van Amerika. De eiser stelt dat hij de zakelijke belangen van de erflater, [erflater 1], heeft behartigd en dat de gemaakte kosten vergoed dienen te worden. Het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over welk recht de nalatenschap van de erflater beheerst, wat aanleiding geeft tot een inlichtingcomparitie bij de notaris. De rechter wijst op artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de erven van de lastgever het verweer kunnen voeren dat de overeenkomst is geëindigd door de dood van de erflater.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 10 februari 2006 werd ingediend, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De feiten van de zaak zijn als volgt: de heer [erflater 1] is op 5 juli 2003 overleden, met als enige testamentair erfgenaam zijn broer [erflater 2], die op zijn beurt op 25 november 2003 in New York is overleden. De nalatenschap van [erflater 1] bestaat uit twee woningen en roerende zaken. De eiser vordert betaling van de kosten die hij heeft gemaakt in het kader van de behartiging van de zakelijke belangen van [erflater 1]. De gedaagden voeren verweer en stellen dat zij niet aansprakelijk zijn voor de vorderingen van de eiser.
De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen gezamenlijke erfgenamen meer zijn van [erflater 1] en dat de activa en passiva van de nalatenschap van [erflater 1] nu onderdeel zijn van de nalatenschap van [erflater 2]. De rechter heeft ook aangegeven dat er meer duidelijkheid moet komen over de testamenten van beide erflaters en dat een inlichtingencomparitie met de notaris noodzakelijk is. De zaak is vervolgens naar de rolzitting verwezen voor overlegging van stukken, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.