ECLI:NL:OGEANA:2007:BG9145
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontslag op staande voet en vorderingen van Sundance c.s. tegen Advocatenpraktijk Gibson c.s.
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, betreft het een geschil tussen Sundance Legally Blonde Advocatenpraktijk en Advocatenpraktijk Gibson & Associates. De zaak draait om een ontslag op staande voet en de vorderingen die Sundance c.s. hebben ingesteld. Het vonnis, gewezen op 28 augustus 2007, heeft betrekking op de vraag of de vorderingen van Sundance c.s. gegrond zijn en of de vordering in reconventie van Advocatenpraktijk Gibson c.s. kan worden toegewezen.
Sundance c.s. vorderden onder andere een verklaring voor recht dat het verbod in K.G. 6 van 2006 beperkt is tot de executie van een eerdere vordering. Ze stelden dat zij belang hebben bij duidelijkheid over hun rechten in het geval het ontslag op staande voet nietig wordt verklaard. Advocatenpraktijk Gibson c.s. voerden verweer en vorderden in reconventie een hoofdelijke veroordeling van Sundance c.s. tot betaling van een aanzienlijk bedrag, onderbouwd met eerdere vonnissen en overeenkomsten.
Het Gerecht oordeelde dat de vordering van Sundance c.s. niet toewijsbaar was, omdat aan de voorwaarden voor de ontbindingsvergoeding niet was voldaan. Tevens werd vastgesteld dat de reconventionele vordering van Advocatenpraktijk Gibson c.s. niet kon worden toegewezen, omdat de bedragen die zij vorderden niet onverschuldigd waren betaald. Het vonnis concludeert met de afwijzing van beide vorderingen en de toewijzing van de proceskosten, die op nihil zijn gesteld.
Dit vonnis heeft kracht van gewijsde, aangezien geen van de partijen in hoger beroep is gegaan. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de gevolgen van het niet instellen van hoger beroep in civiele procedures.