ECLI:NL:OGEANA:2007:BU7741

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen

Datum uitspraak
8 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EJ 2006/480
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Gratama
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis van de American Arbitration Association

In deze zaak gaat het om de erkenning en tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis van de American Arbitration Association, gewezen op 23 maart 2006. Sir Speedy, Inc., een internationale franchise-organisatie, heeft op 17 oktober 2006 verzocht om erkenning van de arbitrale uitspraak en om toestemming om deze ten uitvoer te leggen. De zaak is behandeld conform de artikelen 958 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 januari 2007 is er een verweerschrift ingediend door de verweerder, die stelde dat erkenning en tenuitvoerlegging geweigerd moesten worden omdat zij niet in staat was haar zaak te verdedigen.

Het Gerecht heeft de zaak beoordeeld aan de hand van artikel V van het Verdrag van New York van 1958, dat de voorwaarden voor erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken regelt. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de verweerder op de hoogte was van de arbitrale procedure en dat zij de mogelijkheid had om haar verweer te voeren, maar dit niet heeft gedaan. De argumenten van de verweerder werden verworpen, en het Gerecht oordeelde dat er geen grond was om de erkenning en tenuitvoerlegging van de uitspraak te weigeren.

Uiteindelijk heeft het Gerecht de uitspraak van de arbiter erkend en Sir Speedy toestemming verleend om de uitspraak ten uitvoer te leggen. De beschikking is uitgesproken op 8 maart 2007 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Registratienummer: EJ 2006/480
Datum uitspraak: 8 maart 2007
Beschikkingnummer:
HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
zittingsplaats Curaçao
Beschikking in de zaak van:
SIR SPEEDY, INC.,
gevestigd in Plaza Drive, Californië, Verenigde Staten,
verzoekster,
hierna te noemen: Sir Speedy,
gemachtigde: mr. T. Voortman,
tegen
[verweerder],
Wonende op Curaçao,
verweerder,
hierna te noemen: [verweerder],
gemachtigde: mr. Q.D.A. Carrega,
Het procesverloop
Op 17 oktober 2006 heeft Sir Speedy een verzoekschrift met producties ingediend, dat op 23 november 2006 aan [verweerder] is betekend. De mondelinge behandeling van het verzoek heeft op 25 januari 2007 plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn partijen bij hun gemachtigden verschenen. De gemachtigde van [verweerder] heeft verweer gevoerd aan de hand van een verweerschrift met producties, dat ter zitting is overgelegd. Vervolgens is Sir Speedy in de gelegenheid gesteld zich ter zitting van 15 februari 2007 nog nader over de producties over te laten. Sir Speedy heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt.
De beschikking is bepaald op heden.
1. De feiten
In deze zaak wordt uitgegaan van de volgende feiten:
a. Sir Speedy is een internationale franchise-organisatie van Sir Speedy Printing Centers. Rond 17 december 1998 heeft [verweerder] als franchise-nemer een Sir Speedy Printing Center geopend op Curaçao. De franchiseverhouding tussen partijen is geregeld in een zogenoemde Area Franchise Agreement. Uit dien hoofde diende [verweerder] maandelijks een percentage van haar omzet af te dragen aan Sir Speedy.
b. In verband met de niet-nakoming van haar betalingsverplichtingen heeft Sir Speedy op grond van artikel 15 van de Area Franchise Agreement een procedure tegen [verweerder] aanhangig gemaakt bij het International Center for Dispute Resolution van de American Arbitration Association in Californië, Verenigde Staten.
c. Bij uitspraak van 23 maart 2006 heeft de door het arbitrageinstituut aangewezen arbiter [ ] [verweerder] – kort samengevat - veroordeeld tot betaling van US$ 42.271,71, te vermeerderen met 10% rente per jaar vanaf 23 maart 2006 en betaling van US$ 1.550,- aan proceskosten.
2. Het verzoek van Sir Speedy
Sir Speedy verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad, de arbitrale uitspraak van de American Arbitration Association van 23 maart 2006 in de procedure tussen Sir Speedy en [verweerder] te erkennen en Sir Speedy de bevoegheid te geven deze uitspraak ten uitvoer te leggen.
3. Het verweer van [verweerder]
Volgens [verweerder] dienen de erkenning en de tenuitvoerlegging te worden geweigerd, omdat zij in de onmogelijkheid is geweest haar zaak ten overstaan van de arbiter te verdedigen, althans de uitspraak inhoudelijk onjuist is.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Het verzoek van Sir Speedy voldoet aan de vereisten van artikel 985 e.v Rv.
4.2 Inhoudelijk dient verzoek te worden getoetst aan artikel V van het Verdrag van New York van 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken. Dit artikel luidt als volgt:
<small>1. De erkenning en tenuitvoerlegging van de uitspraak zullen slechts dan, op verzoek van de partij tegen wie een beroep op de uitspraak wordt gedaan, geweigerd worden, indien die partij aan de bevoegde autoriteit van het land waar de erkenning en tenuitvoerlegging wordt verzocht, het bewijs levert:
a) dat de partijen bij de in artikel II bedoelde overeenkomst krachtens het op hen toepasselijke recht onbekwaam waren die overeenkomst aan te gaan, of dat die overeenkomst niet geldig is krachtens het recht waaraan partijen haar hebben onderworpen, of - indien elke aanwijzing hieromtrent ontbreekt - krachtens het recht van het land waar de uitspraak werd gewezen; of
b) dat aan de partij tegen wie een beroep op de uitspraak wordt gedaan, niet behoorlijk was kennis gegeven van de benoeming van de scheidsman of van de scheidsrechterlijke procedure, of dat het hem om andere redenen onmogelijk is geweest zijn zaak te verdedigen; of
c) dat de uitspraak betrekking heeft op een geschil dat niet valt onder het compromis of dat niet valt binnen de termen van het compromissoir beding, of dat de uitspraak beslissingen bevat die de bepalingen van het compromis of van het compromissoir beding te buiten gaan, met dien verstande dat, indien de beslissingen welke betrekking hebben op kwesties die aan arbitrage zijn onderworpen gescheiden kunnen worden van de beslissingen die betrekking hebben op kwesties die niet aan arbitrage zijn onderworpen, dat gedeelte van de uitspraak hetwelk de eerstgenoemde beslissingen bevat, kan worden erkend en tenuitvoergelegd; of
d) dat de samenstelling van het scheidsgerecht of de scheidsrechterlijke procedure niet in overeenstemming was met de overeenkomst der partijen, of, bij gebreke van een overeenkomst daaromtrent, niet in overeenstemming was met het recht van het land waar de arbitrage heeft plaats gevonden; of
e) dat de uitspraak nog niet bindend is geworden voor partijen of is vernietigd of haar tenuitvoerlegging is geschorst door een bevoegde autoriteit van het land waar of krachtens welks recht die uitspraak werd gewezen.
2. De erkenning en tenuitvoerlegging van een scheidsrechterlijke uitspraak kan eveneens worden geweigerd, indien de bevoegde autoriteit van het land waar de erkenning en tenuitvoerlegging wordt verzocht, constateert:
a) dat het onderwerp van geschil volgens het recht van dat land niet vatbaar is voor beslissing door arbitrage; of
b) dat de erkenning of tenuitvoerlegging van de uitspraak in strijd zou zijn met de openbare orde van dat land.</small>
4.3 Het verweer wordt verworpen. Uit de overgelegde stukken – waaronder de door Mets zelf overgelegde e-mailcorrespondentie tussen haar en de (casemanager van de) arbiter, het verweerschrift en de uitspraak zelf – blijkt immers dat [verweerder] overeenkomstig de regels van het arbitrage-instituut is opgeroepen, van deze oproep kennis heeft genomen, op de hoogte was van de benoeming van de arbiter en zelfs met de (casemanager van de) arbiter contact heeft gehad voor het verkrijgen van uitstel, welk verzoek – met een verhoudingsgewijs ruime marge en daarbij rekening houdend met de door haar opgegeven periode van verhindering - is gehonoreerd. Bovendien was zij voorzien van de bijstand van een advocaat. In het licht van het vorenstaande komt het feit dat [verweerder] desondanks geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd, voor haar eigen rekening en risico. De situatie als bedoeld in artikel V lid 1 onder b van het Verdrag van New York doet zich derhalve niet voor.
4.4 Zoals Sir Speedy terecht heeft aangevoerd, levert het feit dat de uitspraak mogelijk inhoudelijk niet in overeenstemming is met het recht of de feiten, omdat de arbiter de (financiele) stukken van [verweerder] niet heeft afgewacht, in het licht van het vorenstaande geen grond op om de erkenning en tenuitvoerlegging te weigeren.
4.5 Nu [verweerder] geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd die in verband met het bepaalde in artikel V van het Verdrag van New York tot afwijzing van het verzoek zouden moeten leiden, ligt het verzoek van Sir Speedy voor toewijzing gereed.
De beslissing
Het gerecht:
erkent de uitspraak van [ ] als arbiter zoals die op 23 maart 2006 tussen Sir Speedy Inc als claimant en [verweerder] als respondent onder case number 50114T0044605 is gewezen;
verleent Sir Speedy, Inc. toestemming tot tenuitvoerlegging van voormelde uitspraak over te gaan;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. Gratama en uitgesproken ter openbare zitting van het gerecht op Curaçao van 8 maart 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.