ECLI:NL:OGEANA:2009:BK1493

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen

Datum uitspraak
23 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR91/2008
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een erkende schuld met betrekking tot een betalingsregeling

In deze zaak vorderde de naamloze vennootschap AJP Trading N.V., handelend onder de naam Bay West, betaling van een erkende schuld door de gedaagde partij, [C]. De gedaagde had op 3 april 2008 een schuldbekentenis ondertekend waarin hij erkende NAƒ150.000,00 verschuldigd te zijn aan Bay West. Partijen hadden afgesproken om een betalingsregeling te treffen, maar dit was niet gerealiseerd. Bay West had geprobeerd om [C] te bewegen tot betaling, maar zonder succes. Op 4 februari 2009 had [C] aangegeven dat hij bereid was om met een aflossing van NAƒ500,00 per maand te beginnen, maar dit was niet bevestigd door Bay West.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen oordeelde dat Bay West niet voldoende bewijs had geleverd van de communicatie met [C] over de betalingsregeling. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat [C] in verzuim was met zijn betalingen. De vordering van Bay West tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, maar [C] werd wel veroordeeld in de proceskosten, omdat hij niet had meegewerkt aan het tot stand komen van de betalingsregeling. Het Gerecht verleende [C] toestemming om kosteloos te procederen, gezien zijn financiële situatie.

De uitspraak werd gedaan op 23 september 2009, waarbij het Gerecht de gedaagde partij veroordeelde tot betaling van NAƒ149.000,00 aan Bay West, met inachtneming van de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
zittingsplaats Bonaire
Registratienummer: AR91/2008
Datum uitspraak: 23 september 2009
Vonnisnummer:
VONNIS
inzake
de naamloze vennootschap AJP Trading N.V. h.o.d.n. Bay west
te Curaçao
eisende partij
hierna te noemen: Bay West
gemachtigde mr. E. Fa Si Oen
tegen
[C.]
te Bonaire
gedaagde partij
hierna te noemen: [C]
gemachtigde mr. E. Bokkes
<b>De procedure</b>
Voor de loop van het geding verwijst het Gerecht naar de volgende stukken:
- het verzoekschrift van 13 november 2008, met producties,
- de conclusie van antwoord, met één productie,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
<b>De feiten</b>
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
a. Bij schuldbekentenis van 3 april 2008 heeft [C] erkend NAƒ150.000,00 verschuldigd te zijn aan Bay West.
b. De door partijen ondertekende betalingsovereenkomst/schuldbekentenis bepaalt dat een betalingsregeling nog nader tussen partijen zou worden overeengekomen.
c. [C] heeft van het verschuldigde totaalbedrag NAƒ1.000,00 betaald.
<b>De vordering</b>
Bay West vordert dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [C] zal veroordelen tot betaling van NAƒ149.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 oktober 2008 tot de dag der algehele voldoening, alsmede met de buitengerechtelijke incassokosten, kosten rechtens.
Bay West heeft het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd:
[C] heeft erkend het bedrag van NAƒ150.000,00 schuldig te zijn aan Bay West.
De gemachtigde van Bay West heeft contacten onderhouden met [C] om hem te bewegen vrijwillig mee te werken aan een aflossingsschema, dat nog moest worden overeengekomen.
Aan [C] is meegedeeld dat geen procedure zou worden gestart indien hij te goeder trouw zijn vrijwillige medewerking aan de herhaalde verzoeken om betaling had voldaan.
Op 4 februari 2009 heeft [C] meegedeeld dat hij met ingang van eind maart 2009 minstens NAƒ500,00 per maand zou aflossen. [C] verzocht na het verkrijgen van een veroordelend vonnis een schriftelijke betalingsregeling aan te gaan van minstens NAƒ500,00 per maand.
Bay West als schuldeiseres hoeft er geen genoegen mee te nemen dat [C] als debiteur naar eigen inzichten bepaalt of, wanneer en hoeveel hij zal aflossen.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [C] Bay West genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Bay West heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van NAƒ10.000,00. [C] dient aan Bay West te voldoen.
Voorts is [C] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend vanaf 22 oktober 2008 tot en met 12 november 2008, NAƒ649,33
<b>Het verweer</b>
[C] heeft de gevorderde hoofdsom erkend en voor het overige verweer gevoerd. Hij voert daartoe het volgende aan:
In de overeenkomst is expliciet overeengekomen dat de hoogte en hoeveelheid van de betalingen nader overeengekomen zouden worden door partijen. Dat is nog niet geschied.
Derhalve staat niet vast dat [C] in gebreke zou zijn met de betalingen.
[C] heeft de brieven van de gemachtigde van Bay West niet ontvangen. Voorts ontkent [C] dat hij op 4 februari 2009 op het kantoor van de gemachtigde van Bay West is geweest en dat hij heeft erkend dat hij NAƒ500,00 per maand zou gaan betalen.
Nu [C] niet in verzuim is, is hij geen rente en incassokosten verschuldigd.
[C] verzoekt het Gerecht hem toestemming te verlenen kosteloos te mogen procederen.
<b>De beoordeling van het geschil</b>
1. De gevorderde hoofdsom ad NAƒ149.00,00 ligt als erkend voor toewijzing gereed.
2. Met betrekking tot de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente overweegt het Gerecht als volgt.
3. Uitgaande van de onderhavige overeenkomst diende nog een betalingsregeling te worden overeengekomen. Bay West stelt dat zij en/of haar gemachtigde daarvoor in contact is getreden met [C], zowel schriftelijk als mondeling.
4. [C] ontkent enige brief van Bay West te hebben ontvangen. Bovendien ontkent hij gemotiveerd dat hij zou hebben gezegd maandelijks minstens NAƒ500,00 te zullen gaan betalen.
5. Bay West beroept zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde brieven aan [C] en mededelingen door [C]. Nu uit enige bijzondere rechtsregel of uit de eisen van redelijkheid of billijkheid geen andere verdeling van de bewijslast voortvloeit, draagt Bay West op grond van het bepaalde bij artikel 129 Rv de bewijslast van die feiten.
6. Bewijs voor de juistheid van de stellingen van Bay West is in de stukken niet te vinden. Voorts heeft Bay West geen voldoende concreet bewijsaanbod gedaan voor de verzending van de door haar gestelde brieven en/of voor de juistheid van de mededelingen die door [C] zouden zijn gedaan. Bay West zal daarom niet tot bewijslevering kunnen worden toegelaten.
7. Het vorenstaande brengt met zich dat niet is komen vast te staan dat [C] al in verzuim is. Om die reden zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente worden afgewezen.
8. [C] geldt wel als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Ook op [C] rust op grond van de overeenkomst de verplichting om mee te werken aan het tot stand komen van een betalingsregeling. Nu uit niets is gebleken dat [C] zelf enige poging heeft ondernomen om die regeling met Bay West tot stand te brengen kan niet gezegd worden dat hij nodeloos is gedagvaard.
9. Er is genoegzaam gebleken van het financieel onvermogen van [C] om de proceskosten te voldoen. Hem zal daarom toestemming worden verleend kosteloos te procederen.
<b>Beslissing</b>
Het Gerecht:
Verleent [C] toestemming kosteloos te procederen.
Veroordeelt [C] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Bay West te betalen NAƒ149.000,00 (EEN HONDERD NEGEN EN VEERTJG DUIZEND GULDEN).
Veroordeelt [C] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van Bay West begroot op NAƒ1.490,00 aan verschotten en NAƒ3.400,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in tegenwoordigheid van de griffier.