ECLI:NL:OGEANA:2009:BK1500
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling Cessantia-uitkering na zelfontslag werkneemster
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen op 23 september 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen [W.], een voormalige werkneemster, en haar werkgever, de naamloze vennootschap Industrial Power (Inpo) N.V. [W.] had een vordering ingesteld tot betaling van een Cessantia-uitkering, die haar volgens de wet toekwam bij beëindiging van haar dienstverband. [W.] stelde dat zij onder druk van haar werkgever ontslag had genomen, en dat zij recht had op de Cessantia-uitkering, ondanks het feit dat zij zelf ontslag had genomen. De werkgever, Inpo, betwistte deze claim en voerde aan dat [W.] vrijwillig ontslag had genomen zonder enige druk van hun kant.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat [W.] van 1 maart 1982 tot eind oktober 2007 als schoonmaakster bij Inpo in dienst was. Het salaris van [W.] bedroeg NAƒ520,00 bruto per maand. Het Gerecht heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat Inpo [W.] onder druk had gezet om ontslag te nemen. De werkgever had weliswaar gesprekken gevoerd over de gezondheid van [W.], maar dit was niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van onrechtmatige druk.
Het Gerecht heeft de vordering van [W.] afgewezen, met de overweging dat zij geen recht had op de Cessantia-uitkering omdat zij zelf ontslag had genomen. De uitspraak benadrukt dat het recht op Cessantia-uitkering in principe niet bestaat bij ontslagname door de werknemer zelf, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden die niet van toepassing waren in deze zaak. De beslissing van het Gerecht is dat [W.] in de proceskosten wordt verwezen, en dat haar verzoek om kosteloos te procederen werd verleend.