ECLI:NL:OGEANA:2009:BK5173

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen

Datum uitspraak
28 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR27/2008 en AR65/2008
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en nakoming van aannemingsovereenkomst in bouwgeschil

In deze zaak, die betrekking heeft op twee gevoegde rechtszaken (AR27/2008 en AR65/2008), vorderden eisende partijen schadevergoeding en nakoming van een aannemingsovereenkomst met de naamloze vennootschap Konstrukshon Pa Pueblo Bonaire N.V. (KPPB) en Proyekto Pa Pueblo Bonaire N.V. (PPPB). De eisende partijen, beiden woonachtig in Herwen, Nederland, waren opdrachtgever voor de bouw van woningen op Bonaire. De vorderingen waren gebaseerd op de stelling dat KPPB tekort was geschoten in de uitvoering van de aannemingsovereenkomst, die op 12 februari 2006 was gesloten. De aanneemsom bedroeg NAƒ134.520,00, exclusief omzetbelasting. De eisende partijen stelden dat de oplevering van de woning te laat had plaatsgevonden en dat er gebreken waren aan het opgeleverde werk. KPPB betwistte de vorderingen en voerde aan dat er geen ingebrekestelling had plaatsgevonden, zoals vereist in de overeenkomst. Het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen oordeelde dat KPPB aansprakelijk was voor de schade en dat de eisende partijen recht hadden op schadevergoeding. De vordering tot schadevergoeding werd toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. In de tweede zaak (AR65/2008) werd de vordering afgewezen, omdat de eisende partijen niet konden aantonen dat PPPB de juiste partij was voor de vordering. Het Gerecht veroordeelde KPPB in de proceskosten van de eisende partijen, terwijl de eisende partijen in de kosten van de procedure tegen PPPB werden veroordeeld.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN
zittingsplaats Bonaire
Registratienummers: AR27/2008 en AR65/2008
Datum uitspraak: 28 oktober 2009
Vonnisnummer:
VONNIS
In de gevoegde zaken:
AR27/2008:
[eisende partij]
beiden te Herwen, Nederland
eisende partij
hierna te noemen: [eisende partij]
gemachtigde mr. A.F. van Toll
tegen
de naamloze vennootschap Konstrukshon Pa Pueblo Bonaire N.V.
te Bonaire
gedaagde partij
hierna te noemen: KPPB
gemachtigde mrs. M.G. van Dijk en U. van Bemmelen
en
AR65/2008:
[eisende partij]
beiden te Herwen, Nederland
eisende partij
hierna te noemen: [eisende partij]
gemachtigde mr. A.F. van Toll
tegen
de naamloze vennootschap Proyekto Pa Pueblo Bonaire N.V.
te Bonaire
gedaagde partij
hierna te noemen: PPPB
gemachtigde mrs. M.G. van Dijk en U. van Bemmelen
<b>De procedure</b>
Voor de loop van het geding verwijst het Gerecht naar de volgende stukken:
<b><u>In de zaak AR27/2008:</u></b>
- het verzoekschrift van 14 mei 2008, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek, tevens akte houdende vermeerdering van eis, met producties,
- de conclusie van dupliek, tevens antwoordakte eisvermeerdering met één productie.
KPPB heeft bij conclusie van dupliek nog één productie in het geding gebracht. [eisende partij] hebben op die productie niet kunnen reageren. Aangezien die productie een door [eisende partij] (mede) ondertekende koopakte betreft, moet ervan worden uitgegaan dat zij deze koopakte kennen. Daarom is er geen noodzaak om [eisende partij] alsnog in de gelegenheid te stellen om op die productie te reageren; [eisende partij] zijn immers niet geschaad in hun verdediging.
<b><u>In de zaak AR65/2008:</u></b>
- het verzoekschrift van 3 september 2008, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek, met één productie.
PPPB heeft bij conclusie van dupliek nog één productie in het geding gebracht. [eisende partij] hebben op die productie niet kunnen reageren. Aangezien die productie een door [eisende partij] (mede) ondertekende koopakte betreft, moet ervan worden uitgegaan dat zij deze koopakte kent. Daarom is er geen noodzaak om [eisende partij] alsnog in de gelegenheid te stellen om op die productie te reageren; [eisende partij] zijn immers niet geschaad in hun verdediging.
<b>De feiten</b>
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
a. KPPB als aannemer en [eisende partij] als opdrachtgever hebben op 12 februari 2006 een aannemingsovereenkomst gesloten voor de bouw door KPPB van een woonhuis van het type Sinfonia in het plangebied Nikiboko-Noord.
b. De aanneemsom bedroeg NAƒ134.520,00, exclusief 5% omzetbelasting.
c. Met betrekking tot de “Oplevering” bevat artikel 5 van de overeenkomst onder meer de volgende bepalingen:
<i>“3. Van de oplevering dient een proces-verbaal opgesteld te worden en door de opdrachtgever, de aannemer en directievoerder te worden ondertekend. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd na schriftelijke goedkeuring door de directievoerder.
(…)
5. Gedurende een termijn van dertig dagen na datum oplevering is de aannemer gehouden de in die periode aan de dag komende gebreken aan het door hem uitgevoerde werk, welke schriftelijk te zijner kennis is gebracht, voor zijn rekening te herstellen. Na het verstrijken van de genoemde termijn is de aannemer niet meer aansprakelijk voor enige schade aan of door het uitgevoerd werk toegebracht behoudens indien het uitgevoerd werk een verborgen gebrek bevat ontstaan door toerekenbaar tekortschieten van de aannemer, zijn ondergeschikten of door de aannemer te werk gestelden, en aan de aannemer binnen zes weken na ontdekking daarvan mededeling is gedaan.
6. De aannemer verplicht zich het werk, exclusief meerwerken, uit te voeren binnen een termijn van honderdvijfentwintig werkbare dagen (behoudens in geval van overmacht), gerekend vanaf de datum van aanvang bouw. De opdrachtgever onderschrijft dat meerwerkopdrachten de bouwtijd kunnen verlengen waardoor de totale bouwtijd de eerdergenoemde termijn kan overschrijden.”</i>
d. Artikel 6 van de aannemingsovereenkomst bepaalt het volgende:
<i>“Bij niet-nakoming van enige verplichting, door partijen voortvloeiende uit deze overeenkomst of uit de wet, dient de nalatige middels een aangetekend schrijven in gebreke te worden gesteld, waarbij de wederpartij in de gelegenheid wordt gesteld om binnen twee weken na de dagtekening van het aangetekende schrijven na te komen of het verzuim te herstellen, indien de nalatige partij niet binnen de gestelde termijn nakomt of het verzuim heeft hersteld, zal de nalatige partij jegens de wederpartij voor verdere niet-nakoming een direct opvorderbare boete van NAƒ50,00 (…) verbeuren voor iedere dag dat de nalatige in gebreke is gebleven, zulks onverminderd het recht van partijen om vergoeding van eventueel meer geleden schade te vorderen.”</i>
e. Met betrekking tot de woning van het type Andromeda II in het project te Belnem vermeldt de prijslijst het volgende:
<i>“E preis indika riba e modelnan di kas ta k.k. y excl. 5% OB. I gastunan notarial. PPP Bonaire NV ta reserva tur derechi pa kambio di preis.” </i>
f. Per e-mail van 12 juni 2006 heeft R.G.O. [v. H.] (hierna: [v. H.]) -onder meer- het volgende aan [eisende partij] geschreven:
<i>“(…)
Zowel van het project Curaçao (Vista Montaña) als Belnem opBonaire zal ik je verdere informatie geven. Op Belnem gelden dezelfde basisregels als Nikiboko Noord zodat je daar wel mag kopen in de vrjie sector.
(…)”</i>
g. Bij e-mail bericht van 9 december 2006 heeft [eisende partij] –onder meer- het volgende aan [v. H.] geschreven:
<i>“(…)
Optie bouwgrond Belnem.
Deze optie kun je definitief maken.
Wij hebben als voorwaarden dat wij niet als eerste gaan bouwen, wij willen de kat uit de boom kijken en eerst zien hoe de bouw activiteiten zijn en een voorbeeld woning zien.
Wij willen niet net als in Kralendijk dat wij als proefkonijn een broddellap krijgen met alle problemen van dien.
Graag nader bericht hierover.
(…)”</i>
h. In antwoord daarop heeft [v. H.] het volgende op 9 december 2006 aan [eisende partij] geschreven:
<i>“(…)
We beginnen sowieso niet zoals Nikiboko met één huis op Belnem maar minimaal met zes. Ik laat je voor die tijd nog het kant en klare bestek zien. Dat is nog niet klaar.
(…)”</i>
i. Bij e-mail bericht van 28 maart 2007 heeft [v. H.] -onder meer- het volgende aan [eisende partij] geschreven:
<i>“(…)
Ik zou je nog wat sturen inzake de woning op Belnem. We gaan de bouw opstarten, binnen zeer korte termijn. Eerst even die onderbouwing van de prijs.
De prijs is aangepast omdat we zowel qua omheining en hekken aan de voorzijde aanpassingen hebben gemaakt. Daarbij hebben we allerlei aanpassingen gemaakt waaronder de voorzieningen in de berging, de warm water voorziening en ander materialen die we nu uit Nederland halen bij Nijhof
Ik kan uiteraard de commissie voor de makelaar laten vervallen waarbij we jou als goede relatie nog een paar Airco’s kado kunnen doen of misschien kunnen we gaas om je huis zetten. Laat maar weten waar we je een plezier mee kunnen doen. De prijs ex OB komt dan uit op ANG. 196.428,57 ex OB voor de Andromeda II op de kavel die je wilde namelijk kavel (D) 2.
Ik hoor wel even van je. We gaan wel zeer gauw van start met de bouw.
(…)”</i>
<b>De vorderingen</b>
<b><u>In de zaak AR27/2008:</u></b>
[eisende partij] vorderen, na vermeerdering van hun eis, dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. KPPB zal veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij] te betalen NAƒ14.965,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2008, althans van 7 februari 2008 tot de dag der algehele voldoening, alsmede NAƒ2.250,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift en buitengerechtelijke incassokosten ad 15% over het geheel, alsmede te vermeerderen met NAƒ18.025,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
28 januari 2009, althans zodanig bedrag als het Gerecht in goede justitie vermeent te behoren;
B. zal bepalen dat KPPB gehouden is de in het verzoekschrift bedoelde overeenkomst en afspraken tussen partijen na te komen en op te leveren en KPPB zal veroordelen daartoe over te gaan, althans zodanige maatregel zal nemen als het Gerecht in goede justitie vermeent te behoren, zulks onder verbeurte van een direct opeisbare dwangsom aan [eisende partij] van NAƒ1.000,00 per dag dat KPPB in gebreke mocht blijven aan het vonnis te voldoen;
C. KPPB zal veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de beslagkosten en het griffierecht.
[eisende partij] hebben het volgende aan hun vordering ten grondslag gelegd:
KPPB heeft bij monde van [v. H.] aan [eisende partij] mondeling een optie verleend voor de bouw van een woning op het aan [eisende partij] door het Eilandgebied Bonaire in erfpacht uit te geven terrein gelegen in het door KPPB verder bouw- en woonrijp te maken plangebied Belnem-Zuid voor de geoffreerde prijs van NAƒ177.500,00 exclusief omzetbelasting.
Eerder was al een dergelijke overeenkomst tussen partijen gesloten voor de bouw van een woning te Nikiboko Noord.
[eisende partij] hebben op 21 maart 2007 een e-mail van KPPB ontvangen waarin eenzijdig de prijs is verhoogd, zonder dat wordt aangegeven waarop deze prijsverhoging stoelt.
[eisende partij] wensen handhaving van de overeengekomen basiselementen van de overeenkomst en nakoming van de gemaakte afspraken.
Ter verzekering van die nakoming heeft [eisende partij] conservatoir beslag doen leggen op een eigendomsperceel te Belnem, dat toebehoort aan de Openbare Rechtspersoon Het Eilandgebied Bonaire.
Voorts is KPPB tekortgeschoten in de uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst van 12 februari 2006.
KPPB is door [eisende partij] bij verschillende gelegenheden mondeling aangesproken en in gebreke gesteld bij e-mail om de verzuimen te verhelpen, maar KPPB heeft daar niet aan voldaan.
Het in de overeenkomst opgenomen vereiste dat sommatie per aangetekende brief dient te worden verzonden is geen constitutief vereiste voor de ingebrekestelling. Om haar werking te hebben moet de ingebrekestelling de geadresseerde hebben bereikt (artikel 3:37 lid 3 BWNA).
Artikel 6 van de overeenkomst voorziet in een direct opeisbare boete van NAƒ50,00 voor iedere dag dat de oplevering te laat plaatsvindt, onverminderd de aansprakelijkheid van de nalatige partij voor eventuele additionele schade. [eisende partij] maken aanspraak op deze boete.
De oplevering van de woning te Nikiboko Noord was voor eind augustus 2006 voorzien, maar heeft in januari 2007 plaatsgevonden, minimaal 80 dagen te laat.
[eisende partij] hebben in reis- en verblijfkosten gemaakt die achterwege zouden zijn gebleven indien KPPB had erkend dat het huis in november 2006 nog niet kon worden opgeleverd.
[eisende partij] vorderden de volgende boete en schadevergoeding:
tabel 1
te vermeerderen met 15% buitengerechtelijke incassokosten.
Tijdens de procedure is gebleken dat de woning nog meer gebreken vertoont. Voor de hieruit voortvloeiende schade is KPPB eveneens aansprakelijk. De kosten van de septic tank bedragen circa NAƒ1.000,00. De deskundige raamt het vervangen van de vloerbetegeling op NAƒ10.000,00 en het vervangen van het plafond op NAƒ6.500,00. De kosten van het onderzoek door de deskundige bedragen NAƒ525,00. [eisende partij] vermeerderen hun eis daarom met het totaalbedrag van NAƒ18.025,00.
<b><u>In de zaak AR65/2008:</u></b>
[eisende partij] vorderen dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. zal bepalen dat PPPB gehouden is de in het verzoekschrift bedoelde overeenkomst en afspraken tussen partijen na te komen en op te leveren en PPPB zal veroordelen daartoe over te gaan, waaronder tevens begrepen de verplichting het Eilandgebied Bonaire te verzoeken het haar in eigendom toebehorende kavel, gelegen te Belnem op Bonaire, kadastraal bekend als afdeling 4, sectie H, nr. 389, groot 750 m² (bouwterrein) aan [eisende partij] in erfpacht uit te geven, althans zodanige maatregel zal nemen als het Gerecht in goede justitie vermeent te behoren, zulks onder verbeurte van een direct opeisbare dwangsom aan [eisende partij] van NAƒ1.000,00 per dag dat PPPB in gebreke mocht blijven aan het vonnis te voldoen;
B. PPPB zal veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de beslagkosten en het griffierecht.
[eisende partij] hebben het volgende aan hun vordering ten grondslag gelegd:
[eisende partij] hebben besprekingen gevoerd met [v. H.] die geleid hebben tot een overeenkomst ter zake de bouw van een woning op het aan [eisende partij] door het Eilandgebied Bonaire in erfpacht uit te geven terrein gelegen in het door PPPB verder bouw- en woonrijp te maken plangebied Belnem-Zuid voor de geoffreerde prijs van NAƒ177.500,00 exclusief omzetbelasting.
[eisende partij] verkeerden in de veronderstelling dat [v. H.] optrad als directeur van de naamloze vennootschap Konstrukshon pa Pueblo Bonaire N.V.
[v. H.] is ook directeur van de naamloze vennootschap PPPB. [v. H.] heeft tijdens de gevoerde onderhandelingen onvoldoende duidelijk gemaakt welk pet hij op dat moment op had. Indien de juiste partij PPPB is dan richten [eisende partij] hun vordering tot PPPB.
[eisende partij] hebben op 21 maart 2007 een e-mail van PPPB ontvangen waarin eenzijdig de prijs is verhoogd, zonder dat wordt aangegeven waarop deze prijsverhoging stoelt.
[eisende partij] wensen handhaving van de overeengekomen basiselementen van de overeenkomst en nakoming van de gemaakte afspraken.
Ter verzekering van die nakoming heeft [eisende partij] conservatoir beslag doen leggen op een eigendomsperceel te Belnem, dat toebehoort aan de Openbare Rechtspersoon Het Eilandgebied Bonaire.
<b>Het verweer</b>
<b><u>In de zaak AR27/2008:</u></b>
KPPB betwist de vorderingen en voert daartoe het volgende aan:
<u>Ten aanzien van de vordering onder A:</u>
KPPB bestrijdt dat zij tekort zou zijn geschoten in de nakoming van de bedoelde aannemingsovereenkomst.
Tussen partijen heeft op grond van artikel 6 van de overeenkomst te gelden dat van verzuim c.q. in gebreke zijn eerst sprake kan zijn na een aangetekende schriftelijke ingebrekestelling inclusief termijnstelling door de andere partij en de nalatige partij de daarin gestelde verzuimen waarvoor hij in gebreke wordt gesteld niet alsnog binnen een daarvoor gestelde termijn van twee weken verhelpt.
Er heeft nimmer een ingebrekestelling plaatsgevonden. Het schrijven van mr. Soliana van 31 januari 2008 kan niet als zodanig worden gekwalificeerd, omdat deze brief dateert van ruim één jaar na het moment waarop de tekortkomingen zouden hebben plaatsgehad en de brief voorts geen ingebrekestelling bevat voor gebreken c.q. tekortkomingen <i>‘die ten tijde van de oplevering aan het licht zijn gekomen’</i>.
Voorts beroept KPPB zich op het bepaalde bij artikel 5 van de overeenkomst. De daarin genoemde mededelingen hebben nimmer plaatsgehad.
Hetzelfde geldt voor de nagekomen schadepost van NAƒ2.250,00, die overigens volstrekt niet is onderbouwd en door KPPB uitdrukkelijk wordt betwist, en de eisvermeerdering van NAƒ18.025,00.
<u>Ten aanzien van de vordering onder B:</u>
KPPB heeft nimmer aanbiedingen gedaan voor de koop of bouw van woningen op Belnem-Zuid. KPPB is een bouwbedrijf dat in opdracht het huis van [eisende partij] in Nikiboko-Noord op Bonaire heeft gebouwd.
Aanbiedingen voor de koop of bouw van woningen op Bonaire zoals op Belnem-Zuid worden gedaan door de vennootschap Proyecto Pa Pueblo Bonaire B.V. Deze vennootschap is de verkooporganisatie die op basis van een ontwikkelingsovereenkomst met het Eilandgebied Bonaire betaalbare woningen op erfpachtkavels ontwikkelt op Bonaire en deze vervolgens verkoopt aan particulieren die aan de criteria voldoen.
[eisende partij] is daarom primair niet-ontvankelijk in deze vordering.
Subsidiair moet deze vordering worden afgewezen. KPPB heeft immers geen enkele overeenkomst met het Eilandgebied en kan dus ook niet bewerkstelligen dat er erfpachtkavels aan kopers worden uitgegeven.
<b><u>In de zaak AR65/2008:</u></b>
PPPB betwist de vorderingen en voert daartoe het volgende aan:
Aanbiedingen voor de koop of bouw van woningen op Bonaire zoals op Belnem-Zuid worden gedaan door PPPB. PPPB is de verkooporganisatie die op basis van de ontwikkelingsovereenkomst met het Eilandgebied Bonaire betaalbare woningen op erfpachtkavels ontwikkelt op Bonaire en deze vervolgens verkoopt aan particulieren die aan de criteria voldoen.
De basisregels houden in dat kopers aanbepaalde voorwaarden moeten voldoen om voor uitgifte van een kavel in aanmerking te kunnen komen.
PPPB kan een deel van de beschikbare kavels uitgeven als ‘vrije sector’, waarvoor voornoemde criteria niet gelden.
Van een mondeling aan [eisende partij] verleende optie is geen enkele sprake. De enige ‘optie’ die er voor [eisende partij] bestond, is de optie van hem, gelijk iedere (kandidaat)koper, om in de vrije sector te kopen. Daarvan heeft [eisende partij] echter geen gebruik gemaakt.
De gevoerde correspondentie laat geen andere conclusie toe dan dat [eisende partij] slechts heeft aangegeven dat hij geïnteresseerd is, afhankelijk van hoe de bouw verloopt en hoe de eerst afgebouwde woningen eruit zien. Er is [eisende partij] hoe dan ook geen optie verleend. Van een aanbod is geen sprake geweest.
<b>De beoordeling van het geschil</b>
<b><u>In de zaak AR27/2008:</u></b>
1. Met betrekking tot het gevorderde onder B. is het Gerecht, zoals hieronder nog zal blijken, van oordeel dat de juiste contractpartij PPPB is, zodat deze vordering tegen KPPB moet worden afgewezen.
2. Met betrekking tot de vordering onder A. overweegt het Gerecht het volgende.
3. Het Gerecht verwerpt het beroep van KPPB op het bepaalde bij artikel 6 van de overeenkomst, voor zover daarin melding wordt gemaakt van een ingebrekestelling die per aangetekend schrijven dient plaats te vinden. Door [eisende partij] zijn talrijke berichten aan KPPB overgelegd waaruit overduidelijk de gebreken blijken waarop [eisende partij] zich beroepen. Gelet op die veelheid van berichten met geuite klachten zou toepassing van de tussen partijen geldende regel van artikel 6 van de overeenkomst naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Het gaat er immers om dat het voor KPPB kenbaar moet zijn welke gebreken zich hebben voorgedaan. Nu KPPB telkens op de door [eisende partij] aan haar gezonden berichten heeft geantwoord is de bekendheid met die gebreken bij KPPB vanzelfsprekend aanwezig.
4. Voorts heeft KPPB zich ook beroepen op het bepaalde bij artikel 5 van de overeenkomst. Het Gerecht verwerpt ook dat beroep van KPPB. KPPB heeft nagelaten te stellen per welke datum de woning officieel aan [eisende partij] is opgeleverd, zodat niet is vast te stellen waanneer de termijn van dertig dagen is beginnen te lopen. Daar komt nog bij dat KPPB ook niet heeft gesteld dat -zoals de overeenkomst voorschrijft- van de oplevering proces-verbaal is opgemaakt en dat de directievoerder het werk schriftelijk heeft goedgekeurd.
5. Zoals uit de vordering blijkt, beroepen [eisende partij] zich op de volgende gebreken:
tabel 2
6. Met betrekking tot die gebreken overweegt het Gerecht het volgende.
7. Anders dan het beroep op de artikelen 5 en 6 van de overeenkomst heeft KPPB geen relevant verweer gevoerd tegen deze schadeposten. Zij heeft zich slechts in algemene bewoordingen uitgelaten bij haar ontkenning van de gestelde gebreken en schade. Uit de vele berichten van de zijde van [eisende partij] aan KPPB blijkt evenwel duidelijk om welke gebreken het gaat en wat de financiële consequenties daarvan zijn. Het had op de weg van KPPB gelegen zich meer concreet over de gestelde gebreken uit te laten. Nu zij dat niet heeft gedaan acht het Gerecht de gestelde gebreken en schade onvoldoende gemotiveerd weersproken. Dit deel van de vordering is derhalve reeds voor toewijzing vatbaar.
8. Met betrekking tot de gevorderde schadevergoeding wegens vertraagde oplevering overweegt het Gerecht het volgende.
9. Op grond van de overeenkomst diende KPPB het werk in 125 werkbare dagen te realiseren, gerekend vanaf de datum van aanvang bouw. Uit artikel 4 van de overeenkomst blijkt dat met de bouw en de daarmee verband houdende werkzaamheden geacht wordt een aanvang te zijn gemaakt op de tiende dag na factuurdatum van de eerste bouwtermijn.
10. Uit de door [eisende partij] overgelegde berichten aan KPPB blijkt dat de oplevering telkens werd uitgesteld, tot ongenoegen van [eisende partij] die steeds benadrukten dat de woning moest worden afgebouwd.
11. Volgens [eisende partij] was de oplevering voorzien in augustus 2006, terwijl deze eerst in januari 2007 heeft plaatsgevonden.
12. Het Gerecht is van oordeel dat KPPB ook deze stelling slechts in te algemene bewoordingen heeft bestreden zonder daarbij gedetailleerd in te gaan op de diverse onderdelen van de vertraging in de oplevering. Ook deze vordering is daarom in al haar onderdelen onvoldoende gemotiveerd weersproken en daarom toewijsbaar.
13. Ten slotte hebben [eisende partij] bij vermeerdering van hun eis nog vergoeding verzocht van herstelkosten wegens tijdens de procedure nog gebleken gebreken. Het Gerecht overweegt daarover het volgende.
14. Ook voor deze vordering geldt dat KPPB hebben nagelaten gemotiveerd in te gaan op de stellingen van [eisende partij]. Daarom is ook dit deel van vermeerderde vordering onvoldoende gemotiveerd weersproken en dus toewijsbaar.
15. Op grond van het vorenstaande zal de onder A. gevorderde hoofdsom in al haar onderdelen worden toegewezen.
16. [eisende partij] hebben buitengerechtelijke incassokosten gevorderd ten bedrage van 15% van de gevorderde hoofdsom. In deze procedure is voldoende gesteld of gebleken dat de door [eisende partij] verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden toegewezen.
17. De gevorderde wettelijke rente is als steunend op de wet voor toewijzing vatbaar.
18. KPPB zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
<b><u>In de zaak AR65/2008:</u></b>
19. Nu uit de door PPPB bij dupliek overgelegde koopakte met betrekking tot de woning in Nikiboko-Noord blijkt dat daarbij PPPB als verkoper optrad, moet ervan worden uitgegaan dat dit ook het geval is geweest bij de woning te Belnem, waar de vordering tegen PPPB betrekking op heeft.
20. Uit de door [eisende partij] zelf overgelegde prijslijst voor het project te Belnem blijkt dat PPPB zich een prijswijziging heeft voorbehouden. PPPB beroept zich ook op die mogelijkheid. Uit het e-mail bericht van 28 maart 2007 blijkt waarom de prijs gewijzigd werd. Niet gezegd kan worden dat deze wijziging, gelet op de aard en omvang van de aanpassingen en de door [v. H.] geboden compensatie, dusdanig is dat PPPB geen gebruik mocht maken van haar bevoegdheid tot wijziging. Het standpunt van [eisende partij] dat niet kon worden teruggekomen op de prijs van NAƒ177.500,00 kan daarom geen stand houden.
21. Nu [eisende partij] onverkort wensen vast te houden aan de prijs van NAƒ177.500, kan hun vordering reeds op grond van het vorenstaande niet worden toegewezen.
22. Het Gerecht behoeft daarom niet verder in te gaan op de overige stellingen van partijen.
23. [eisende partij] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
<b>Beslissing</b>
Het Gerecht:
<b><u>In de zaak AR27/2008:</u></b>
Veroordeelt KPPB om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij] te betalen NAƒ14.965,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2008 tot de dag der algehele voldoening, alsmede NAƒ2.250,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2008 tot de dag der algehele voldoening en met NAƒ2.582,25 (zijnde 15% over NAƒ17.215,00) wegens buitengerechtelijke incassokosten, alsmede NAƒ18.025,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2009 tot de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt KPPB in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eisende partij] begroot op NAƒ891,00 aan verschotten en NAƒ1.800,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
<b><u>In de zaak AR65/2008:</u></b>
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [eisende partij] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van PPPB begroot op NAƒ1.800,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in tegenwoordigheid van de griffier.