ECLI:NL:OGEANA:2010:BK9100

Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen

Datum uitspraak
4 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1120/2007 en AR1120/2007 VW
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over bungalow met vrijwaring en garantstelling

In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, betreft het een huurgeschil over een bungalow die door [P.K.] is gehuurd van Papagayo Beach Resort. De huurperiode liep van 4 november 2002 tot 17 november 2002, met een verzoek tot verlenging tot 1 december 2002, dat door Papagayo werd bevestigd. De betalingen voor de huur werden gedaan door Ascor Trust Company N.V., waarvan [M.J.] de statutair directeur is. De huurbetalingen werden echter niet tijdig voldaan, wat leidde tot een vordering van Papagayo op zowel [M.J.] als [P.K.].

De zaak omvat ook een vrijwaring, waarbij [P.K.] zich verweert tegen de vordering van Papagayo en Sun Reef, die ook een vordering heeft ingediend. Sun Reef vordert betaling van openstaande facturen van [E.P.], die in een bungalow verbleef. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vorderingen van Papagayo en Sun Reef niet voldoende zijn onderbouwd, en dat er geen huurovereenkomst met Ascor of [M.J.] is aangetoond. De vordering van Papagayo tegen [M.J.] en [P.K.] is afgewezen, terwijl de vordering van Sun Reef tegen [E.P.] is toegewezen.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat de garantstelling van [M.J.] niet is nagekomen, maar dat de vordering van Papagayo niet kan worden toegewezen omdat deze niet voldoende bewijs heeft geleverd van de huurverplichtingen. De vordering van Sun Reef tegen [M.J.] en Ascor is eveneens afgewezen, omdat er geen bewijs is van een huurovereenkomst. De kosten van de procedure zijn toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

Registratienummers: 1120/2007 en AR1120/2007 VW
Datum uitspraak: 4 januari 2010
Vonnisnummer:
VONNIS
<u>In de hoofdzaak van:</u>
1. de naamloze vennootschap Papagayo Beach Resort Management N.V.
te Curaçao
2. de naamloze vennootschap Sun Reef N.V.
te Curaçao
eisende partijen
hierna te noemen: Papagayo respectievelijk Sun Reef
gemachtigde mrs. S.A. in ’t Veld en R.E.F.A. Bijkerk
tegen
1. [M.J.]
te Curaçao
gedaagde
hierna te noemen: [M.J.]
gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung
2. [P.K.]
te Curaçao
gedaagde
hierna te noemen: [P.K.]
gemachtigde mrs. M.F. Bonapart en N.R. Romero
3. de naamloze vennootschap Ascor Trust Company N.V.
te Curaçao
gedaagde
hierna te noemen: Ascor
gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung
4. [E.P.]
gedaagde partij
hierna te noemen: [E.P.]
NIET VERSCHENEN
<u>en in de vrijwaringzaak van:</u>
[P.K.]
te Curaçao
eiseres in vrijwaring
hierna te noemen: [P.K.]
gemachtigde mrs. M.F. Bonapart en N.R. Romero
tegen:
1. [M.J.]
te Curaçao
gedaagde in vrijwaring
hierna te noemen: [M.J.]
gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung
2. de naamloze vennootschap Ascor Trust Company N.V.
te Curaçao
gedaagde in vrijwaring
hierna te noemen: Ascor
gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung
3. [E.P.]
gedaagde in vrijwaring
hierna te noemen: [E.P.]
NIET VERSCHENEN
<b>De procedure</b>
Voor de loop van het geding verwijst het Gerecht naar de volgende stukken:
<b>In de hoofdzaak:</b>
- het verzoekschrift van 30 november 2007, met producties,
- de conclusie van antwoord van [P.K.], met producties,
- de conclusie van antwoord van [M.J.] en Ascor, met producties,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek, met één productie,
- de akte uitlating producties.
Tegen de niet -verschenen [E.P.] is verstek verleend.
<b>In de vrijwaringzaak:</b>
- de incidentele conclusie tot oproep in vrijwaring, met producties,
- de conclusie van antwoord van [M.J.] en Ascor, met producties,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek.
Tegen de niet -verschenen [E.P.] is verstek verleend.
<b>De feiten</b>
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:
a. Ascor is opgericht op 21 maart 1991 en is gevestigd op Curaçao.
b. [M.J.] is de statutair directeur en tevens managing director van Ascor.
c. Op 2 november 2002 heeft [P.K.] een reservering gemaakt voor villa 126 bij Papagayo voor de periode van 4 november 2002 tot 17 november 2002.
d. Per faxbericht van 11 november 2002 heeft [P.K.] aan Papagayo verzocht de reservering te verlengen tot 1 december 2002.
e. Papagayo heeft de verlenging tot 1 december 2002 aan [P.K.] bevestigd per faxbericht van 12 november 2002.
f. Bij brief van 25 november 2002 heeft [P.K.] aan Papagayo verzocht of het mogelijk was de huur te verlengen met een periode van drie maanden tot 1 maart 2003.
g. Bij faxbericht van 26 november 2002 heeft Papagayo aan [P.K.] bevestigd dat [P.K.] tot 22 december 2002 in de villa kon verblijven.
h. Op 22 december 2002 heeft Ascor per cheque NAƒ5.801,79 betaald aan Papagayo.
i. Op 10 januari 2003 heeft Ascor NAƒ1.000,00 betaald aan Papagayo.
j. Op 31 maart 2003 heeft [P.K.] aan Papagayo bevestigd dat de huurperiode loopt van 10 januari 2003 tot 10 april 2003. en dat verlenging daarna gewenst werd.
k. Bij brief van 1 april 2003 heeft [P.K.] aan Papagayo bevestigd dat de huur was verlengd tot 10 mei 2003. In die brief heeft zij tevens verzocht de tussentijdse rekening op te maken en medegedeeld dat betaling via bancaire overboeking zal geschieden.
l. Op 29 april 2003 heeft [M.J.] een verklaring ondertekend waarin het volgende is opgenomen:
<i>“Hierbij verklaar ik, [M.J.] (…) handelend voor zichzelf in privé dat ik persoonlijk, dus niet via mijn bedrijven, garant sta voor de afbetaling van alle kosten, ter grootte van een bedrag van NAƒ44.611,13 volgens ontvangen specificaties, gemaakt door villa 126 op Papagayo Beach Resort te Curaçao (welke gereserveerd is door [P.K.], die destijds geen naam kon geven van degene die in de betreffende villa zou verblijven en waarvoor een aanbetaling is ontvangen op 10 januari 2003 in de vorm van een cheque op naam van Ascor Trust Company N.V.) in de periode van 10 januari 2003 tot 10 mei 2003 (…).
Ik ga akkoord met de afbetalingsregeling van NAƒ3.000,- per maand, waarvoor ik een korting zal krijgen op de telefoonrekening, totdat het volledige bedrag van NAƒ36.497,14 (44.611,13 -/- 8.113,99) is voldaan. (…)
Indien ik mijn betalingsverplichtingen niet of te laat nakom, is Papagayo Beach Resort gerechtigd om de gegeven korting in te trekken en mij persoonlijk voor het volledige alsdan resterende bedrag aansprakelijk te stellen. (…)
Deze garantstelling is goed voor NAƒ36.497,14 (…). Mits aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.” </i>
m. Bij factuur van 19 december 2004 heeft Sun Reef NAƒ2.794,50 aan [M.J.] in rekening gebracht voor de huur van een studio voor 18 nachten in de periode van 14 december 2004 tot 1 januari 2005.
n. Bij faxbericht van 20 december 2004 heeft [M.J.] aan Sun Reef geschreven dat de bank is verzocht NAƒ2.794,50 aan Sun Reef over te maken.
o. Met haar brief van 30 maart 2006 heeft Sun Reef aan Ascor facturen gestuurd voor het verblijf van [E.P.] bij Sun Reef in het 4e kwartaal 2005. Tevens heeft Sun Reef in die brief gemeld dat de facturen over het 1e, 2e en 3e kwartaal 2005 nog openstonden, zodat het totaal openstaande bedrag NAƒ188.436,53 bedroeg.
p. Per e-mail bericht van 19 april 2006 heeft de gemachtigde van Papagayo het volgende aan [P.K.] geschreven:
<i>“(…)
Zoals je misschien weet heeft Ascor trust en [M.J.] allerlei dingen voor [E.P.] betaald maar ook nog openstaan.
Een van degenen die nog wat te vorderen hebben is Papagayo. Zij willen dat van Ascor en/of [M.J.] krijgen. Als ik het juist heb, heb jij toen (…) voor Ascor of voor [M.J.] die reservering gedaan voor de bungalow waar [E.P.] toen enige tijd heeft gezeten (…).”</i>
q. Per e-mail bericht van 4 mei 2006 heeft de gemachtigde van Papagayo het volgende aan [P.K.] geschreven:
<i>“(…)
Ik hoop niet dat mijn mail je al te veel zorgen heeft gemaakt, helemaal niet nodig. Jij staat er helemaal buiten.
Het feit dat [M.J.] iedere keer weer (…) aardige mensen misbruikt om andere mensen op te lichten, dat is waar ik mee bezig ben. (…)” </i>
r. Op 30 mei 2006 heeft [E.P.] een verklaring ondertekend waarin het volgende is opgenomen:
<i>“Hierbij verklaart en bevestigt ondergetekende dat alleen ondergetekende huurder en de facto gebruiker was van de percelen Redaweg 38 groot, Redaweg 38 klein en Picu - Sun Reef Resort - gedurende de periode november 2004 tot october 2005.
Noch Ascor Trust Company N.V. noch [M.J.] was huurder noch gebruiker van in hoofde genoemde percelen gedurende in hoofde genoemde periode.”</i>
s. Bij beslissing van 18 augustus 2006 heeft dit Gerecht het faillissementsverzoek van Sun Reef tegen Ascor afgewezen. Daarbij heeft het Gerecht het volgende overwogen:
“ Het Gerecht is van oordeel dat het bestaan van de vordering van Sun Reef N.V. op Ascor Trust Company N.V. niet summierlijk is komen vast te staan. Meer in het bijzonder heeft Sun Reef het bestaan van de grondslag van haar vordering (een huur/verhuurovereenkomst) niet voldoende kunnen aantonen c.q. het bestaan hiervan aannemelijk kunnen maken, bijvoorbeeld door het overleggen van een schriftelijke overeenkomst, een opdrachtbevestiging of correspondentie waaruit het vorenstaande blijkt. De enkele betaling van een eerste factuur (die niet op naam van Ascor Trust Company N.V. is gesteld, de overlegging van facturen die in 2005 op naam van Ascor Trust Company N.V. zijn gesteld (doch waarvan niet is aangetoond dat deze aan Ascor Trust Company N.V. op of omstreeks de betreffende factuurdatum aan haar ter beschikking zijn gesteld) en een afschrift van een email aan de heer [E.P.] kunnen - nu ter zaken gemotiveerd verweer is gevoerd - niet tot een andersluidende conclusie leiden. Nu voorts niet voldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld op grond waarvan geconcludeerd dient te worden, dan wel waarmee voldoende aannemelijk is gemaakt dat mevrouw [M.J.] bij Sun Reef N.V. het vertrouwen heeft opgewekt dat Ascor Trust Company N.V. de facturen zou voldoen – in tegendeel, ter zitting is verklaard dat vrijwel alle contacten/afspraken rechtstreeks met de heer [E.P.] zijn verlopen/gemaakt – leidt dit tot de conclusie dat het bestaan van de vordering van Sun Reef N.V. op Ascor Trust Company N.V. niet summierlijk is komen vast te staan. (…)”
<b>In de hoofdzaak:
De vordering</b>
Papagayo en Sun Reef vorderen, na rectificatie, dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. [M.J.] en [P.K.] hoofdelijk zal veroordelen om aan Papagayo tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen NAƒ40.090,30, te vermeerderen met de wettelijke rente over NAƒ34.861,13 vanaf 29 april 2003 tot de dag der algehele voldoening, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd;
b. <u>Primair: </u>
Ascor zal veroordelen om aan Sun Reef tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen NAƒ188.436,53 te vermeerden met de buitengerechtelijke incassokosten ad NAƒ10.000,00 en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2006 tot de dag der algehele voldoening;
<u>Subsidiair:</u>
[M.J.] en [E.P.] hoofdelijk zal veroordelen om aan Sun Reef tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen NAƒ188.436,53 te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad NAƒ10.000,00 en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2006 tot de dag der algehele voldoening, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd.
één en ander met kosten rechtens.
Papagayo en Sun Reef hebben het volgende aan hun vordering ten grond¬slag gelegd:
<u>De vordering van Papagayo:</u>
In november 2002 huurde [P.K.] een bungalow van Papagayo. De rekeningen voor de huur werden door Ascor betaald. Op 25 november 2002 gaf [P.K.] aan dat zij de huur met drie maanden wilde verlengen. Papagayo is bereid geweest de huur te verlengen en door [E.P.] te laten gebruiken. De kosten werden prompt door Ascor voldaan.
[E.P.] nam op 10 januari 2003 zijn intrek in de bungalow.
De rekeningen voor de opvolgende huurperioden werden niet voldaan, evenmin als de hoge telefoonrekeningen.
[E.P.] is op 29 april 2003 door Papagayo uit de bungalow gezet. Papagayo had zich bij beëindiging van de huur op haar retentierecht beroepen ter zake van een aantal goederen van [E.P.] in de bungalow.
[M.J.] heeft zich op 29 april 2003 persoonlijk garant gesteld voor NAƒ44.611,13, waarna [E.P.] zijn goederen mocht ophalen.
Ascor heeft van het openstaande bedrag nog NAƒ9.750,00 voldaan.
Er resteert thans nog een bedrag van NAƒ34.861,13, te vermeerderen met 15% buitengerechtelijke incassokosten en rente, ofwel zonder rente NAƒ40.090,30.
[P.K.] is uit hoofde van huur en [M.J.] is uit hoofde van de garantstelling aansprakelijk voor de betaling van het openstaande bedrag.
Met betrekking tot de vordering op <u> [P.K.] </u> voorts:
Formeel is met [P.K.] de overeenkomst tot stand gekomen. [P.K.] heeft zelf het reserveringsformulier ingevuld en de verlenging aangevraagd, alles zonder de naam van [E.P.] te noemen.
Met betrekking tot de vordering op <u> [M.J.] </u> voorts:
Op 25 februari 2008 is NAƒ35.512,92 betaald in mindering op de schuld van [M.J.].
[M.J.] is haar verplichtingen uit de borgstelling niet nagekomen. Het restant van de hoofdsom bedroeg NAƒ34.861,13, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De wettelijke rente bedroeg per 25 februari 2008 ruim NAƒ10.000,00 en de buitengerechtelijke incassokosten bedrag van 15% van de hoofdsom.
<u>De vordering van Sun Reef:</u>
[E.P.] heeft om een geïsoleerd gelegen bungalow voor onbepaalde tijd gevraagd. [E.P.] heeft gezegd dat Ascor, het bedrijf van zijn vriendin [M.J.], als huurster moest worden aangemerkt en dat Ascor de rekeningen zou betalen.
Bij een van de eerste gelegenheden dat [M.J.] bij [E.P.] op Sun Reef op bezoek kwam, heeft zij bevestigd dat Ascor de rekeningen zou betalen.
De factuur over de periode van 14 december 2004 tot 1 januari 2005 is door Ascor betaald.
Enige tijd later wilde [E.P.] in totaal drie bungalows tot zijn beschikking hebben. Deze werden toen op gelijke condities gehuurd, dat wil zeggen dat Ascor als huurster gold en dat alles op rekening van Ascor gezet moest worden, ook de telefoonkosten.
[M.J.] heeft na de betaling van de eerste factuur mondeling bevestigd dat Ascor in het vervolg de huur zou betalen. Afgesproken was dat verder per kwartaal gefactureerd zou worden.
Indien deze bevestiging niet zou komen vast te staan, dan is er in de gegeven omstandigheden sprake van een stilzwijgende huurovereenkomst tussen Sun Reef en Ascor, dan wel is
gehandeld met volmachtverlening c.q. schijn van volmachtverlening.
Ascor heeft nimmer tegen de facturen geprotesteerd. Er hebben nimmer betalingen van de facturen na de eerste factuur plaatsgevonden.
Eind 2005 is [E.P.] wegens uitblijven van betaling uit het ressort gezet.
De openstaande facturen bedragen in totaal NAƒ188.436,53.
Als Ascor niet gehouden is de facturen te voldoen op grond v een huurovereenkomst c.q. op grond van volmachtverlening c.q. schijn van volmachtverlening, dan is het handelen van [M.J.] in de gegeven omstandigheden dermate onzorgvuldig dat zij hiermee onrechtmatig gehandeld heeft jegens Sun Reef en uit hoofde daarvan aansprakelijk voor de onbetaalde facturen.
In ieder geval zal [E.P.] als huurder moeten worden aangemerkt en is hij gehouden de facturen te voldoen.
<b>Het verweer</b>
<u>De vordering van Papagayo:</u>
<u>[P.K.]</u> betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
[P.K.] heeft de reservering gedaan op verzoek van en voor [E.P.]. In verband met de administratieve invoering van de reservering heeft Papagayo een credit card gevraagd.
[P.K.] heeft toen haar credit card nummer verstrekt. [P.K.] heeft niet bedoeld zichzelf tot betaling van de facturen te verbinden.
Uit de correspondentie met de gemachtigde van Papagayo blijkt dat zij weet dat [P.K.] niet zichzelf tot betaling van de facturen heeft verbonden.
Op de bevestiging van de reservering staat het mobiele telefoonnummer van [M.J.] vermeld onder vermelding van haar naam en statutaire functie “Directeur Trust”.
Uit een kopie van een betalingsbewijs van 25 februari 2008 blijkt, dat [M.J.] aan Papagayo NAƒ35.512,92 heeft voldaan.
Rekening houdend met de verleende korting en de betaling op 29 april 2003 van NAƒ5.000,00 door [M.J.], is [P.K.] van mening dat de vordering van Papagayo geheel is voldaan. De vordering die Papagayo op [P.K.] meent te hebben, is hiermee voldaan.
<u>[M.J.]</u> betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
[P.K.] heeft de villa gehuurd. Ascor is ter zake nimmer een overeenkomst aangegaan met Papagayo, ook niet tot betaling van het verblijf van [P.K.].
[P.K.] heeft alle documenten in verband met de reservering ondertekend. Ook alle correspondentie omtrent de huur verliep tussen [P.K.] en Papagayo.
[P.K.] was niet bevoegd om Ascor aan Papagayo te verbinden.
[M.J.] heeft twee betalingen gedaan in verband met het verblijf van [E.P.]. Dit betrof echter geen persoonlijke verbondenheid van en/of garantstelling van Ascor, noch dat Ascor partij werd bij de overeenkomst met Papagayo.
Ten tijde dat de betalingsafspraak werd gemaakt, heeft [M.J.] aan Papagayo meegedeeld dat noch zij, noch Ascor als huurders moesten worden beschouwd en dat zij beiden ook niet aansprakelijk zouden zijn voor de verdere betaling van de huurpenningen.
Op grond van het bepaalde bij artikel 6:30 BWNA kan ook een derde een schuld (voor een ander) voldoen. Die derde wordt dan geen partij bij de overeenkomst.
Overigens bevestigt het feit dat [M.J.] zich op 23 april 2003 persoonlijk garant heeft gesteld voor de openstaande facturen in verband met de huur van de villa ten behoeve van [E.P.], dat Ascor nimmer enige betrokkenheid heeft gehad met Papagayo.
De garantstelling door [M.J.] is slechts goed voor een bedrag van NAƒ36.497,14.
[M.J.] heeft in het verleden al NAƒ9.750,00 en NAƒ1.000,00 overgemaakt aan Papagayo.
Na die betalingen is [M.J.] door Papagayo meegedeeld dat zij de openstaande schuld van De Kort en [E.P.] niet meer hoefde te betalen.
In strijd met de eerder gemaakte afspraken heeft Papagayo [M.J.] wederom verzocht de garantie na te komen.
[M.J.] heeft op 25 februari 2008 NAƒ25.747,14 aan Papagayo overgemaakt, vermeerderd met NAƒ6.765,78 aan wettelijke rente tot en met 25 februari 2008.
In totaal heeft [M.J.] NAƒ46.262,92 aan Papagayo overgemaakt. De vordering op grond van de garantie is derhalve volledig betaald.
Papagayo heeft geen buitengerechtelijke incassokosten gemaakt in verband met de nakoming van de garantie door [M.J.].
<u>De vordering van Sun Reef:</u>
<u>[M.J.]</u> en Ascor betwisten de vordering en voeren daartoe het volgende aan:
Ascor heeft nimmer diensten afgenomen van Sun Reef voor het gevorderde bedrag, zelfs noch ooit een rechtsverhouding met Sun Reef gehad op grond waarvan Ascor enig bedrag aan Sun Reef verschuldigd is.
Ascor heeft nimmer een boekingsformulier van Sun Reef ingevuld, noch ondertekend. Ascor heeft nooit één of meerdere units van Sun Reef gehuurd.
[M.J.] heeft via haar onderneming Ascor voor de periode 14 december 2004 tot en met
1 januari 2005 een eenmalige betaling van NAƒ2.794,50 gedaan. Dit betrof echter geen borgstelling en/of garantstelling van Ascor ten behoeve van [E.P.], noch dat Ascor partij werd bij de overeenkomst.
Ten tijde van die betalingsafspraak heeft [M.J.] aan Sun Reef medegedeeld dat noch zij, noch Ascor als huurder moesten worden beschouwd en dat zij beiden ook niet aansprakelijk zouden zijn voor de verdere betaling van de huurpenningen na die eenmalige betaling.
Op grond van het bepaalde bij artikel 6:30 BWNA kan ook een derde een schuld (voor een ander) voldoen. Die derde wordt dan geen partij bij de overeenkomst.
Na de betaling van de factuur van 19 december 2004 heeft Ascor geen facturen me rotvangen van Sun Reef.
Dat Ascor geen partij was blijkt ook uit de e-mail van 5 februari 2005 die door [E.P.] aan Sun Reef was gestuurd.
Ook uit de beslissing van het Gerecht met betrekking tot het faillissementsverzoek blijkt dat alle contacten rechtstreeks tussen [E.P.] en Sun Reef verliepen.
Ascor heeft nimmer enig vertrouwen bij Sun Reef gewekt dat zij haar contractspartij was en dat zij de facturen van [E.P.] zou betalen.
Er was nimmer sprake van een stilzwijgende huurovereenkomst tussen Ascor en Sun Reef, noch is er gehandeld met volmachtverlening, noch is er schijn van volmacht door Ascor opgewekt bij Sun Reef. Ascor kan daarom niet als huurder worden aangemerkt.
<u>[E.P.]</u> heeft tegen de vordering van Sun Reef geen verweer gevoerd.
<b>De beoordeling van het geschil</b>
<u>De vordering van Papagayo:
Tegen [M.J.]:</u>
1. [M.J.] heeft aangevoerd dat haar zou zijn medegedeeld dat zij geen betalingen meer hoefde te verrichten. Zij heeft in dat verband ook aangevoerd dat zij daarvan geen bewijs kan leveren en dat zij om die reden de betaling van 25 februari 2008 heeft gedaan.
2. Het feit dat de door [M.J.] gestelde mededeling niet kan worden bewezen, brengt met zich dat die mededeling niet komt vast te staan. Dat heeft tot gevolg dat geconcludeerd moet worden dat [M.J.] niet heeft voldaan aan de in de garantstelling overeengekomen betalingsverplichtingen, waardoor de verleende korting is komen te vervallen.
3. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat [M.J.] in totaal NAƒ44.611,13 diende te voldoen.
4. Zij had in het verleden reeds betalingen verricht tot een totaalbedrag van NAƒ9.750,00. De door haar gestelde betaling van NAƒ1.000,00 is niet komen vast te staan. Het enkele bankafschrift waarop dat bedrag voorkomt zonder nadere over het doel waarvoor de cheque was uitgeschreven en/of over de persoon door wie de cheque was geïnd, levert onvoldoende bewijs op van de betaling aan Papagayo. [M.J.] heeft wat dit betreft geen nader bewijs aangeboden en het Gerecht acht geen termen aanwezig om haar tot nadere bewijslevering toe laten.
5. In totaal heeft [M.J.] op grond van het vorenstaande betaald:
NAƒ9.750,00 + NAƒ35.512,92 = NAƒ45.262,92.
6. Door betaling van dit totaalbedrag heeft [M.J.] naar het oordeel van het Gerecht aan haar verplichtingen uit hoofde van de garantstelling voldaan. Het Gerecht overweegt daartoe het volgende.
7. Onweersproken is dat Papagayo gedurende een periode van twee jaar [M.J.] niet heeft aangesproken op nakoming van haar garantieverlichting. Daarmee heeft Papagayo jegens [M.J.] verwachtingen gewekt. Mede door het verloop van die periode is het kennelijk voor [M.J.] niet meer mogelijk om de door haar gestelde en bovenbedoelde mededeling te bewijzen.
8. In deze procedure is, gelet op de verstreken periode, onvoldoende gesteld of gebleken dat de door Papagayo verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
9. Onder de gegeven omstandigheden is het, mede gelet op het feit dat de garantstelling niets inhoudt over eventueel verschuldigde rente, niet redelijk en billijk nu nog wettelijke rente toe te kennen. Die rente wordt geacht te zijn begrepen in het totaalbedrag dat door [M.J.] is voldaan, dat immers hoger was dan het bedrag van de garantstelling van NAƒ44.611,13.
10. Het vorenstaande geldt temeer, nu Papagay heeft verzuimd haar vordering wegens de huur van villa 126 nader te specificeren rekeninghoudende met de betaling door [M.J.] op 25 februari 2008. Papagayo heeft eveneens verzuimd haar vordering met die betaling te verminderen.
11. De vordering tegen [M.J.] zal op grond van het vorenstaande worden afgewezen, met veroordeling van Papagayo in de proceskosten aan de zijde van [M.J.].
<u>Tegen [P.K.]:</u>
12. Het vorenstaande brengt met zich dat Papagayo met betrekking tot de verhuur van villa 126 geen vordering meer heeft, zodat ook de vordering tegen [P.K.], wat daar verder ook van moge zijn, moet worden afgewezen, zonder dat het Gerecht nog behoeft in te gaan op wat partijen naar voren hebben gebracht.
13. Ook ten aanzien van [P.K.] zal Papagayo, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
<u>De vordering van Sun Reef tegen [M.J.] en Ascor:</u>
14. Het Gerecht is van oordeel dat geen sprake is van een huurovereenkomst met [M.J.] en/of Ascor, dan wel van afspraken met (een van) hen over de betaling van de door [E.P.] verschuldigde huurtermijnen en overweegt daartoe het volgende.
15. De feiten en omstandigheden waar Sun Reef zich thans op beroept voor het aannemen van een aansprakelijkheid van [M.J.] en Ascor voor de betalingen zijn niet anders dan ten tijde van de beslissing van dit Gerecht van 18 augustus 2006. Wat het Gerecht toen heeft overwogen geldt ook thans nog.
16. Sun Reef heeft bewijs aangeboden van haar stelling dat [M.J.] zou hebben gezegd dat de facturen door Ascor zouden worden voldaan. In het licht van de verklaring bij de behandeling van het faillissementsverzoek dat <i>“vrijwel alle contacten/afspraken rechtstreeks met de heer [E.P.] zijn verlopen/gemaakt”</i> had het op de weg van Sun Reef gelegen thans nader concreet te stellen hoe die toezeggingen door [M.J.] zijn gedaan. Zij heeft dat onvoldoende concreet gedaan, zodat het Gerecht haar niet tot bewijslevering zal toelaten.
17. Het vorenstaande brengt met zich dat de gestelde overeenkomst en/of afspraken niet zijn komen vast te staan, zodat daardoor de grondslag aan de vordering tegen [M.J.] en Ascor is komen te ontvallen. De vordering tegen hen zal daarom moeten worden afgewezen.
<u>De vordering van Sun Reef tegen [E.P.]:</u>
18. De vordering tegen [E.P.] komt het Gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, met veroordeling van [E.P.] in de kosten van de procedure.
<u>De proceskosten in het vrijwaringincident</u>
19. Papagayo en Sun Reef hebben zich destijds gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht. Nu voorts, zoals hieronder nog zal blijken, de vordering in de vrijwaringzaak wordt afgewezen, bestaat aanleiding [P.K.] in de kosten van het incident te veroordelen.
Nu Papagayo en Sun Reef zich hebben gerefereerd en hun werkzaamheden derhalve een minimale omvang zullen hebben gehad, zullen de proceskosten in het incident aan hun zijde worden begroot op nihil.
<b>In de vrijwaringzaak:
De vordering</b>
Papagayo en Sun Reef vordert dat het Gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [M.J.], Ascor en [E.P.] zal veroordelen om aan [P.K.] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betelan het bedrag waartoe [P.K.] in de hoofdzaak wordt veroordeeld om aan Papagayo en Sun Reef te betalen, met inbegrip van de proceskosten, kosten rechtens.
<b>Het verweer</b>
<u>[M.J.] en Ascor</u> hebben de vordering gemotiveerd betwist. <u>[E.P.]</u> heeft geen verweer gevoerd.
<b>De beoordeling van het geschil</b>
20. Nu de vordering tegen [P.K.] in de hoofdzaak wordt afgewezen, heeft zij geen belang meer bij haar vordering in de vrijwaringzaak. Deze vordering zal daarom worden afgewezen, met haar veroordeling in de proceskosten. Gelet op de samenhang tussen de vorderingen inde hoofdzaak en in de vrijwaringzaak, zullen de proceskosten aan de zijde van [M.J.], Ascor en [E.P.] op nihil worden gesteld.
Beslissing
Het Gerecht:
<b>In de hoofdzaak:</b>
<u>De vordering van Papagayo: </u>
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Papagayo in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [M.J.] begroot op NAƒ1.800,00 aan salaris voor de gemachtigde en aan de zijde van [P.K.] begroot op NAƒ1.800,00 aan salaris voor de gemachtigde.
<u>De vordering van Sun Reef:</u>
Veroordeelt [E.P.] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Sun Reef te betalen NAƒ188.436,53, te vermeerderen met NAƒ10.000,00 wegens de buitengerechtelijke incassokosten en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 30 maart 2006 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt [E.P.] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van Sun Reef begroot op NAƒ2.397,10 aan verschotten en NAƒ3.400,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Veroordeelt Sun Reef in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [M.J.] en Ascor gezamenlijk begroot op NAƒ3.400,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
<b>In het vrijwaringincident:</b>
Veroordeelt [P.K.] in de kosten van dit incident, tot op deze uitspraak aan de zijde van Papagayo en Sun Reef begroot op nihil.
<b>In de vrijwaringzaak:</b>
Wijst de vordering af.
Veroordeelt [P.K.] in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [M.J.], Ascor en [E.P.] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in tegenwoordigheid van de griffier.