ECLI:NL:OGHACMB:2010:BQ8968
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Raadkamer
- A. Luijks
- J. Sijmonsma
- M. Lock
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoek tot voorwaardelijke invrijheidsstelling door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Op 13 oktober 2010 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in de zaak HAR 171/10, waarin verzoeker, thans gedetineerd op Sint Maarten, een verzoek tot voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI) had ingediend. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van het Hof van 3 augustus 2010, waarin de Minister van Justitie was opgedragen om binnen zes weken een beslissing te nemen op het voorstel van de gevangenisdirecteur tot VI van verzoeker. Verzoeker had echter geen beslissing ontvangen van de Minister van Justitie, wat aanleiding gaf tot het indienen van een verzoekschrift ter griffie van het Hof op 14 september 2010.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 22 september 2010, zijn verzoeker en zijn raadslieden, mrs. Bommel en Sulvaran, alsook de (waarnemend) procureur-generaal mr. Mud, gehoord. Het Hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Minister van Justitie niet in de gelegenheid was om zich te verdedigen, maar dat het openbaar ministerie, als partij in deze procedure, de belangen van de Minister vertegenwoordigde. Het Hof verwierp het standpunt van de procureur-generaal dat de directeur van de gevangenis gemachtigd was om beslissingen te nemen over VI, en benadrukte dat deze bevoegdheid uitsluitend aan de Minister van Justitie toekomt.
Het Hof concludeerde dat de Minister van Justitie de gevangenisdirecteur niet kan machtigen om te beslissen over het al dan niet verlenen van VI. Aangezien de Minister niet had voldaan aan het bevel van het Hof van 3 augustus 2010, werd de Minister opnieuw opgedragen om binnen twee weken een beslissing te nemen op het voorstel tot VI, met een dwangsom van NAF. 50,-- per dag voor elke dag van nalatigheid, tot een maximum van NAF. 1.000,--. De beschikking werd uitgesproken door mr. Luijks, in aanwezigheid van de griffier, en is ondertekend door mr. Luijks wegens afwezigheid van mrs. Sijmonsma en Lock.