ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ6341

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
19 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EJ 2129/04 - H 278/06
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Lock
  • A. de Haan
  • M. van Kooten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van merkrechtscheppend gebruik van Utrima in Aruba

In deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere uitspraak van de Hoge Raad op 8 januari 2010, heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 19 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen de naamloze vennootschap Vansh Jewelry & Fashion N.V. en de naamloze vennootschap Utrima N.V. over het gebruik van het merk van Utrima in Aruba. Het Hof moest beoordelen of het gebruik van het merk door Utrima voldoende kenbaar was voor derden dat het gericht was op het Arubaanse publiek. Het Hof oordeelde dat er verschillende reclame-uitingen waren, zoals tijdschriften en kortingscoupons, die specifiek gericht waren op het Arubaanse publiek en die het publiek aanspoorden tot aankopen in de winkel van Utrima op Sint Maarten. Het Hof concludeerde dat het hoger beroep van Vansh faalde, omdat het gebruik van het merk door Utrima in Aruba voldoende was om als merkrechtscheppend te worden aangemerkt. De uitspraak bevestigde de eerdere beschikking en veroordeelde Vansh in de kosten van het hoger beroep, die tot dat moment waren begroot op Afl. 5.100,-- aan gemachtigdensalaris.

Uitspraak

Zaaknummers: EJ 2129/04 - H 278/06
Uitspraak: 19 april 2011
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
de naamloze vennootschap VANSH JEWELRY & FASHION N.V.,
gevestigd in Aruba,
voorheen verweerster, thans appellante,
gemachtigde: mr. L.D. Gomez,
- tegen -
de naamloze vennootschap UTRIMA N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
voorheen verzoekster, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. D.M. Canwood.
Partijen worden hierna Vansh en Utrima genoemd.
1. Het verdere verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure tot dan toe verwijst het Hof naar zijn beschikking van 15 februari 2011.
1.2 Utrima heeft een akte overlegging producties ingediend.
1.3 Beschikking is bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
2.1 Na cassatie ligt – in de kern genomen – nog ter beoordeling voor of het door Utrima gestelde gebruik van haar (woord- en beeld)merk van dien aard is geweest dat voor derden die met dat gebruik geconfronteerd werden, voldoende kenbaar was dat het gebruik ertoe strekte het Arubaanse publiek te bereiken. Daarbij geldt dat de enkele aanwezigheid in de passagiershutten aan boord van Aruba aandoende cruiseschepen van tijdschriften waarin advertenties zijn opgenomen waarin het woord/beeldmerk van Utrima ter onderscheiding van haar in haar winkel op Sint Maarten aangeboden waren voorkomt, niet kan worden aangemerkt als merkrechtscheppend gebruik in Aruba. Het Hof zal alsnog beoordelen in hoeverre van vorenbedoeld gebruik in Aruba sprake is geweest door:
(a) advertenties in cruiseline magazines die worden toegezonden aan verschillende Arubaanse juwelierszaken en toeristenbureaus (voor zover het daarbij niet gaat om verstrekking van bewijsexemplaren aan Arubaanse investeerders in de op de cruiseschepen verspreide tijdschriften)
(b) advertenties in VIP Passport boekjes die in Oranjestad (Aruba) door de Aruba Port Authority worden verspreid en bijvoorbeeld ook door de zaak Del Sol Aruba onder haar Arubaanse klanten;
(c) advertenties in tijdschriften zoals Town&Country, TNT Vacation, Robb Report en Elle, die verkrijgbaar zijn in lokale Arubaanse boekwinkels zoals Plaza Bookstore, Samson Bookstore, De Witt Stores en Boekhandel Mariska;
(d) speciale - van Utrima afkomstige – Majesty Jewelers kortingscoupons die door American Express aan haar Arubaanse klanten zijn verstrekt;
(e) advertenties via Utrima’s website www.majestyjewelers.com (waarbij de website mede gericht moet zijn op Aruba),
waarbij tevens de door Utrima ter onderbouwing daarvan overgelegde producties in acht zullen worden genomen.
2.2 Het Hof stelt bij zijn beoordeling voorop dat onder op het Arubaanse publiek gerichte reclame-uitingen mede dienen te worden begrepen reclame-uitingen die gericht zijn op toeristen die Aruba bezoeken. Utrima heeft in dat verband gemotiveerd gesteld dat het Arubaanse publiek, meer in het bijzonder maar niet uitsluitend de toeristen die Aruba bezoeken, in Aruba geconfronteerd werd met de, in Aruba verspreide, advertenties zoals bedoeld onder met name (b), (c) en (d). Het verweer dat voornoemde reclame-uitingen niet in Aruba verspreid en/of verkrijgbaar zouden zijn geweest, is door Vansh onvoldoende onderbouwd zodat aan dat verweer verder voorbij wordt gegaan. De door Utrima gestelde reclame-uitingen en het aanbod daarvan in Arubaanse winkels en aan Arubaanse klanten staat daarmee vast. Daarbij geldt dat in ieder geval de verspreiding van de advertenties en kortingscoupons zoals bedoeld onder (c) en (d) niet beperkt was tot verspreiding onder cruisetoeristen. De verspreiding in Arubaanse winkels en onder Arubaanse klanten veronderstelt gerichtheid op het Arubaanse publiek (vgl. conclusie A-G Verkade onder 3.8). Dat de genoemde tijdschriften en kortingscoupons niet specifieke Arubaanse uitgaven betroffen maar mede gericht waren op, onder meer, Sint Maarten doet daaraan niet af. Voldoende is dat de tijdschriften en kortingscoupons mede gericht waren op het Arubaanse publiek. Dat Utrima niet over een winkel in Aruba beschikte is daarbij evenmin doorslaggevend, temeer niet nu het een feit van algemene bekendheid is dat er sprake is van veel interregionaal (toeristen)verkeer tussen de diverse landen in het Caribisch gebied en meer in het bijzonder tussen de Caribische delen van het Koninkrijk der Nederlanden. Door in bedoelde tijdschriften en kortingscoupons onder vermelding van haar merk reclame te maken voor de door haar verhandelde waren, teneinde aldus (ook) het Arubaanse publiek te bewegen tot het doen van aankopen in haar winkel op Sint Maarten, heeft Utrima in Aruba van dat merk ter onderscheiding van haar waar gebruik gemaakt in vorenbedoelde zin. Voor derden die met dat gebruik geconfronteerd werden was voldoende kenbaar dat het gebruik ertoe strekte (ook) het Arubaanse publiek te bereiken. De overige gestelde reclame-uitingen behoeven gelet hierop geen bespreking meer.
2.3 Hieruit volgt dat het hoger beroep van Vansh faalt, dat de bestreden beschikking dient te worden bevestigd en dat Vansh, als de in het ongelijk gestelde partij, dient te worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
BESLISSING
Het Hof:
bevestigt de beschikking waarvan beroep;
veroordeelt Vansh in de kosten van het hoger beroep aan de zijde van Utrima gevallen en tot op heden begroot op Afl. 5.100,-- aan gemachtigdensalaris.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Lock, De Haan en Van Kooten, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 19 april 2011.