ECLI:NL:OGHACMB:2012:BW4857
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schorsing van een vonnis in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een vordering tot schorsing van een eerder vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg (GEA) van Curaçao, dat op 31 januari 2012 is gewezen. Het GEA had de appellant, een inwoner van Curaçao, bevolen om binnen 48 uur het restaurant te ontruimen. De appellant heeft op 8 februari 2012 hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis en verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging totdat er een definitieve uitspraak in hoger beroep zou zijn gedaan. De appellant stelde dat hij door de ontruiming geen toegang meer had tot het restaurant en dat dit zijn bedrijfsvoering ernstig zou schaden.
De geïntimeerde, Al Basha, heeft het vonnis van 31 januari 2012 op 10 februari 2012 aan de appellant betekend en op 13 februari 2012 heeft de ontruiming plaatsgevonden. Tijdens de zitting op 24 februari 2012 heeft het Hof vastgesteld dat de ontruiming inmiddels had plaatsgevonden en dat de appellant geen belang meer had bij de beoordeling van zijn vordering tot schorsing. Het Hof oordeelde dat de tenuitvoerlegging van het vonnis niet meer kon worden geschorst, omdat deze al was uitgevoerd.
Het Hof heeft de vordering van de appellant afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 9 maart 2012 door de leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.