ECLI:NL:OGHACMB:2012:BX4949

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 48406/11 en 48407/11 VV
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.Th. Drop
  • P.M. Isenia
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang

Op 3 april 2012 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in de zaken HLAR 48406/11 en 48407/11 VV. Het betreft een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. De verzoeker, de minister van Justitie, had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 22 november 2011. In deze eerdere uitspraak was een beslissing genomen in de zaken Lar 2011/48406 en 2011/48407, waarbij de vreemdeling en haar kind betrokken waren.

Tijdens de openbare zitting op 3 april 2012, waar de voorzitter J.Th. Drop en griffier P.M. Isenia aanwezig waren, is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De vreemdeling en het kind waren vertegenwoordigd door hun advocaten, mr. E.R. Cheri en A.J. Henriquez LL.M. De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er niet is gebleken van een spoedeisend belang dat het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening rechtvaardigt. Hierdoor werd het verzoek afgewezen.

De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van spoedeisend belang bij verzoeken om voorlopige voorzieningen. Zonder dit bewijs kan een verzoek niet worden ingewilligd, wat in deze zaak ook het geval was. De beslissing van het Hof is daarmee een bevestiging van de vereisten die gelden voor het indienen van dergelijke verzoeken in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht.

Uitspraak

HLAR 48406/11 en 48407/11 VV
Datum uitspraak: 3 april 2012
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening hangende het hoger beroep van:
de minister van Justitie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van
22 november 2011 in de zaken nrs. Lar 2011/48406 en 2011/48407 in het geding tussen:
[de vreemdeling], tevens in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [het kind],
en
verzoeker
Openbare zitting gehouden op 3 april 2012 om 09.15 uur.
Tegenwoordig:
mr. J.Th. Drop, voorzitter
mr. P.M. Isenia, griffier
Verschenen:
Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D.J. Victorina, werkzaam in dienst van het land;
[de vreemdeling en het kind], vertegenwoordigd door mr. E.R. Cheri en A.J. Henriquez LL.M., beiden advocaat.
====================================
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
wijst het verzoek af.
Daartoe overweegt hij dat niet is gebleken van een spoedeisend belang dat tot het treffen van de gevraagde voorziening noopt.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Isenia
griffier
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,