Uitspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
[veroeker],
,
Het zaaknummer is EJ 60953/2013 en de behandelend rechter is mr. Polkamp.
Nadat mr.[x] bij e-mail van 6 mei 2013 aan de behandelend rechter en de advocaat van PwC had laten weten dat verzoeker mogelijk tot 7 juni 2013 uitlandig zou zijn, heeft mr. Polkamp bij e-mail van 7 mei 2013, onder verwijzing naar een aan mr. [x] gerichte brief van de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 6 december 2011, aan mr. [x] meegedeeld dat hij op grond van artikel 52 jo. 48 van de Advocatenlandsverordening 1959 weigerde hem toe te laten als gemachtigde van verzoeker. Dit is dezelfde dag ook aan verzoeker meegedeeld.
mr. Polkamp, van de president van het Gemeenschappelijk Hof mr. Hoefdraad en van alle leden van het Gemeenschappelijk Hof. Nadat verzoeker was opgeroepen voor de behandeling van het wrakingsverzoek op 13 juni om 14.00 uur, heeft hij bij brief van 12 juni 2013 erop gewezen dat hij alle leden van het Hof had gewraakt, dat er dus geen bevoegde rechter meer was om van het geschil kennis te nemen en dat hij ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) de Gouverneur zou verzoeken een persoon aan te wijzen om het geschil te beslechten.
Ten slotte deelde verzoeker mee dat hij dus niet ter zitting zou verschijnen.
Nadat vervolgens aan verzoeker was meegedeeld dat het wrakingsverzoek zou worden behandeld door mrs. A.J. Beukenhorst, J. de Boer en S. Verheijen, heeft hij bij brief van 13 juni 2013 een verzoek ingediend tot wraking van deze drie rechters.
mr. Polkamp, die te kennen heeft gegeven dat een verzoek tot wraking van alle leden van het Gemeenschappelijk Hof zijns inziens niet-ontvankelijk is en dat zijn onpartijdigheid geen schade heeft geleden door zijn weigering om mr. [x] toe te laten als gemachtigde van verzoeker.
Het verzoek is dan ook ongegrond.