ECLI:NL:OGHACMB:2013:28
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van bepalingen in een koopovereenkomst en bewijsopdracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De zaak betreft de uitleg van bepalingen in een koopovereenkomst tussen [appellant] en Interbusiness Holding Ltd. De overeenkomst, ondertekend op 20 juni 2011, betreft de verkoop van aandelen in Interbusiness International Business N.V. en de bijbehorende activa. [appellant] stelt dat Interbusiness Holding hem onjuiste informatie heeft verstrekt over de eigendom van bepaalde percelen en dat dit leidt tot een toerekenbare tekortkoming, bedrog en dwaling. Het Gerecht in eerste aanleg heeft de vordering van Interbusiness Holding toegewezen, omdat [appellant] geen verweer had gevoerd.
In hoger beroep heeft [appellant] grieven aangevoerd en bewijsstukken overgelegd. Het Hof oordeelt dat de uitleg van de overeenkomst aan de hand van de Haviltex-maatstaf moet plaatsvinden. Het Hof overweegt dat de bepalingen van de overeenkomst niet eenduidig zijn en dat er verschillende interpretaties mogelijk zijn. Het Hof draagt Interbusiness Holding op te bewijzen dat [appellant] ten tijde van de overeenkomst op de hoogte was van de eigendomsstatus van de percelen. Het Hof benadrukt dat de herstelfunctie van het hoger beroep meebrengt dat eerdere verweren van [appellant] niet zonder meer buiten beschouwing kunnen worden gelaten, ondanks het feit dat hij in eerste aanleg geen verweer heeft gevoerd. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering en verdere behandeling.