ECLI:NL:OGHACMB:2013:57

• Datum uitspraak: 28 juni 2013
• Publicatiedatum: 24 januari 2014
• Zaaknummer: HLAR 60028/12
• Instantie: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Bestuursrecht
• Procedures: Hoger beroep
• Rechters: J.Th. Drop; R.W.L. Loeb; P. van Dijk
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot inschrijving huwelijk in bevolkingsregister en termijnoverschrijding

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die verzocht had om zijn huwelijk met zijn echtgenote in het bevolkingsregister van Aruba in te schrijven. Het Hoofd Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (HBBSB) had dit verzoek op 18 juli 2011 afgewezen. De appellant diende hiertegen een bezwaarschrift in, maar dit werd door HBBSB niet-ontvankelijk verklaard. De appellant ging in beroep bij het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, maar dit beroep werd op 2 juli 2012 ongegrond verklaard. Hierop heeft de appellant hoger beroep ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

De zitting vond plaats op 23 april 2013, waar de appellant werd bijgestaan door S.F. Filiciana en HBBSB werd vertegenwoordigd door mr. J.M.A.M. Ponsioen. De appellant betoogde dat het Gerecht had miskend dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het bezwaarschrift slechts beperkt was. Het Hof oordeelde echter dat de termijn voor het indienen van bezwaar liep van 19 juli 2011 tot en met 29 augustus 2011, en dat de appellant zijn bezwaarschrift pas op 2 september 2011 had ingediend. Het Hof vond geen redenen om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen.

Uiteindelijk verklaarde het Hof het hoger beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 28 juni 2013, en de beslissing werd vastgesteld door de voorzitter en de leden van het Hof, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

HLAR 60028/12

Datum uitspraak: 28 juni 2013

gemeenschappelijk hof van jusTitie

van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN

EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend in Aruba,

appellant,

tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 2 juli 2012 in zaak nr. Lar 1142 van 2012 in het geding tussen:

appellant

en

het Hoofd Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister.

Procesverloop

Bij beschikking van 18 juli 2011 heeft het Hoofd Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister (hierna: HBBSB) een verzoek van [appellant] om zijn huwelijk met [echtgenote] in het bevolkingsregister in te schrijven afgewezen.

Bij ongedateerde beschikking heeft HBBSB het daartegen door [appelant] ingestelde bezwaar niet‑ontvankelijk verklaard.

Bij uitspraak van 2 juli 2012 heeft het Gerecht het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 april 2013, waar [appellant], bijgestaan door S.F. Filiciana en HBBSB, vertegenwoordigd door mr. J.M.A.M. Ponsioen, werkzaam in dienst van het land, zijn verschenen.

Overwegingen

1.

[appellant] betoogt dat het Gerecht, door te overwegen dat niet in geschil is dat zijn bezwaarschrift na afloop van de voor het maken van bezwaar gestelde termijn is ingediend en hij geen redenen heeft aangevoerd, op grond waarvan geoordeeld moet worden dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, heeft miskend dat de termijnoverschrijding slechts beperkt is.

2.

Dat betoog faalt. De termijn, waarbinnen bezwaar tegen de beschikking van 18 juli 2011 kon worden gemaakt, ving aan op 19 juli 2011 en duurde voort tot en met 29 augustus 2011. [appellant] heeft het bezwaarschrift op 2 september 2011 ingediend. Het Gerecht heeft in de door [appellant] gestelde omstandigheden dat de termijnoverschrijding klein was en hij geen middelen had om een advocaat te betalen terecht geen aanleiding gezien om deze verschoonbaar te achten.

3.

Het hoger beroep is ongegrond.

4.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

verklaart het hoger beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. P. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A. Martines, griffier.

w.g. Drop

voorzitter

w.g. Martines

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2013

Verzonden:

Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,