ECLI:NL:OGHACMB:2013:62

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 juni 2013
Publicatiedatum
3 februari 2014
Zaaknummer
HLAR 60764/12
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.Th. Drop
  • R.W.L. Loeb
  • P. van Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering taxivergunning en hoger beroep van de minister van Toerisme, Transport en Arbeid

In deze Arubaanse zaak is in geschil de weigering van de minister van Toerisme, Transport en Arbeid om taxivergunningen te verlenen aan verzoekers, die allen in Aruba wonen. De minister heeft in beroep de beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba aangevochten, waarin werd geoordeeld dat zijn eerdere beslissing onvoldoende draagkrachtig was gemotiveerd. De minister had eerder op 11 november 2009 de verzoeken van de verzoekers om taxivergunningen afgewezen. Na een bezwaarschrift van de verzoekers heeft de minister op 6 januari 2012 deze bezwaren opnieuw ongegrond verklaard. Het Gerecht in eerste aanleg heeft op 22 augustus 2012 de beschikking van de minister vernietigd en hem opgedragen binnen twee maanden een nieuwe beschikking te geven op de bezwaren van de verzoekers. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 23 april 2013 heeft het Hof de zaak behandeld, waarbij de minister werd vertegenwoordigd door mr. R.A. Wix en de verzoekers door mr. A.A. Ruiz. De minister betoogde dat het Gerecht had miskend dat zijn beschikking van 6 januari 2012 voldoende gemotiveerd was. Het Hof oordeelde echter dat de minister niet had aangetoond welke criteria aan de verlening van de gevraagde vergunningen in de weg stonden. Het Gerecht had terecht geoordeeld dat de motivering van de minister onvoldoende was en dat er geen reden was om van de eerdere beslissing af te wijken.

Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en werd openbaar uitgesproken op 28 juni 2013.

Uitspraak

HLAR 60764/12
Datum uitspraak: 28 juni 2013
gemeenschappelijk hof van jusTitie
van aruba, CURAÇAO, SINT MAARTEN
EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de minister van Toerisme, Transport en Arbeid,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 22 augustus 2012 in zaak nr. Lar 0435 van 2012 in het geding tussen:
[verzoekers] allen wonend in Aruba
(hierna: verzoekers)
en
appellant.

Procesverloop

Bij onderscheiden beschikkingen van 11 november 2009 heeft de minister verzoeken van verzoekers om hun een taxivergunning te verlenen afgewezen.
Bij beschikking van 6 januari 2012 heeft de minister de door verzoekers daartegen gemaakte bezwaren opnieuw ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 augustus 2012 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba het door verzoekers daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, die beschikking vernietigd en de minister opgedragen binnen twee maanden een nieuwe beschikking op de gemaakte bezwaren te geven.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld.
Verzoekers hebben een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 april 2013, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. R.A. Wix, advocaat, en verzoekers, vertegenwoordigd door mr. A.A. Ruiz, advocaat, zijn verschenen.
Overwegingen
1.
De minister betoogt dat het Gerecht heeft miskend dat de beschikking van 6 januari 2012 voldoende draagkrachtig is gemotiveerd.
1.1.
Dat betoog faalt. In die beschikking staat dat bij toekenning van 12 ingetrokken taxivergunningen een viertal criteria is toegepast en op grond van die criteria kan worden geconcludeerd dat zorgvuldig is en wordt omgegaan met de toekenning van taxivergunningen, daarom geen reden wordt gezien om van de eerder genomen beslissing af te wijken en de beschikking van 11 november 2009 wordt gehandhaafd.
Het Gerecht heeft met juistheid geoordeeld dat uit die motivering niet valt op te maken, welke van de door de minister aldus vermelde criteria aan verlening van de gevraagde vergunningen in de weg stonden en evenmin waarom dat zo is. Het Gerecht heeft die beschikking daarom met juistheid onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd geacht.
2.
Het hoger beroep is ongegrond. Nu het Gerecht de beschikking van 6 januari 2012 terecht reeds om voormelde reden heeft vernietigd, behoeft het betoog van de minister dat het Gerecht ten onrechte heeft overwogen dat hij de beroepsgrond dat die beschikking in strijd is met het gelijkheidsbeginsel niet heeft weerlegd geen bespreking.
3.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. P. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A. Martines, griffier.
w.g. Drop
voorzitter
w.g. Martines
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2013
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,